toe, en wel op den 8 December, 4 , 8 en 28 Jannarij, 18 en 28 February
en 13 April, werd de opeisching der stad , nu eens in naam
van Pruissen, dan van Rusland, dan weder van Engeland, doch
meestal in naam van den Prins van Oranje herhaald; maar de menigvuldige
eischen geweigerd en zonder beter gevolg onbeantwoord
blijvende , vond de stoutheid der bezetting telkens een nieuw voed-
sel voor de vermeerdering harer uitvallen , die, ofschoon dan ook met
eenig verlies van manschappen , telken reize met den toevoer van nieuwe
behoefte , vooral van vee, turf, hooi en stroo werden bekroond. Nu
en dan scheen bet groot aantal van gewapende manschappen, dat zieh
rondom de vesting vertoonde, eenen aanval te doen vermoeden, te meer,
omdat de Sterke vorst de grachten bevroren hield, en de menigvuldige
bezigheden van het garnizoen het openhakken hadden verhinderd. Dan
het geschut der vesting bragt weldra de naderenden tot terugwijking.
Onder eene menigte van schermutselingen, welke op zieh zelve zeer
weinig beslisten , en waarbij de belegerden in onderscheidene gelegen -
beden, behalve de gesneuvelden of gekwetsten, nog bijna tweehonderd
wegloopers verloren, naderde alvast het einde der blokkade van zes
maanden. Op den 3 Mei verscheen, reeds zeer vroeg in den morgen,
een Eransche Luitenant-Kolonel, met eene witte kokarde op den hoed,
voor de Friesche-poort, en deelde het berigt van N apoleons afstand,
en de komst van L o d ew ijk XVIII tot den Franschen troon mede, en
gelastte de overgave in handen van den Souvereinen Vorst der Veree-
nigde Nederlanden. Het kanon werd gelost en de witte vlag, ten
teekcn van bestand tot overgave opgeheschen. Kort daarna versehenen
de Nederlandsehe Kolonels van der Capellen en Q oeysen , tot nadere
regeling. De Nederlanders bezetteden de posten , den 7 nam de Fran-
scbe bezetting, met drie veldstukken, de reis naar Rijssel aan , en
scbonk alzoo de zoo zeer benaauwde, gefolterde en geplunderde ingeze-
tenen van K oevorden , het lang gewenschte ontzet.
Het wapen van K oevorden bestaat uit een sehild van azuur, waarop
een voorportaal van eene kerk en daarin ter regterzijde een Bisschop
in voile gewaad, en ter linkerzijde de Ridder St. J oris te voet,
doodende den draak, alles van goud.
KOEVORDEN (KASTEEL-VAN-), voorm. slot in het dingspil Zui-
denveld, prov. Drenthe. Zie het voorgaande art.
KOE VORDERMEER , meer, prov. Friesland, kw. Zevenwoude n ,
griet. Doniawarstal. Zie K oevoetermeer.
KOEVORDSCHE-VECHT of K leine-V ecrt , water in Dieverderding-
sp il, prov. Drenthe, dat uit de zamenvloeijing van het Loodiep, het Dros-
tendiep en het Schoonebeker-diep ontstaat, met eene znidelijke rigting,
in menigvuldige kronkelingen , naar de prov. Overijssel loopt en aldaar
in de Groote-Fecht valt.
KOEVORTERMEER, meer, prov. Friesland, kw. Zevenwouden,
griet. Doniawarstal. Zie K oevoetermeer.
KOEWAARD, voorm. gors , prov. Zuid-Holland, dat, in het jaar
1439 omdijkt zijnde, thans een gedeelte van den Oude-Koomdijksche-
polder uitmaakt.
KOEWACHT , gem. in Staats-Flaanderen, prov. Zeeland, arr.
Goes, kant. en distr. Hulst (8 k. d., 11 m. k., 8 s. d. ) ; palende
N. aan de gem. Axel en St. Jan-Steen , 0 . aan St. Jan-Steen, Z.
aan de Belgische prov. Oost-Vlaanderen, W. aan de gem. Zuiddorpe.
Zij bestaat uit bet d. Koewacht , de b. St. A n d r i e s , Nieu -
wenmo l en , Ou denmo l en, de Ri jgeri j en het Zand, zoo mede
uit de pold. Ni euw-Beo o s t enbl i j , Oud-Be o o s t c n b l i j -b e s u i -
den den Ni e uw-Ka r n eme lk s - p o ld e r , den Ou d-Ka rne -
me lk s -po ld e r en den R i e d e n - p o ld e r , benevens gedeelten van
de pold. B e o o s t e n - e n -B ewe s t e n b l i j , Gr o o t -F e rd in a n d n s ,
Kl e in -F e rd inandns , Ou d -F e r d in a n d u s en Moerspui . Zij
beslaat, volgens het kadaster, eene oppervlakte van 2037 bund. 82 v. r.
27 v. eil., waaronder 2031 bund. 41 v. r. 20 v. eil. belastbaar land.
In deze gem. staan 319 h., bewoond door 336 huisgez., uitmakende
eene bevolking van 1870 zielen, die meest hnn bestaan vinden in den
landböuw.
Men vindt hier rtiim 1840 R. K., die eene par. uitmaken , welke
tot het vic. gen. van Breda , dek. van Hulst, behoort, en door eenen
Pastoor en eenen Kapellaan wordt bediend. De pastorij , zoo wel als
de kerk dezer gem., staan echter op Belgisch grondgebied.
De Hervormden, ruim 20 in getal, allen ambtenaren en hunne
hujsgezinnen , worden tot de gem. van Axel gerekend.
Het d. Koewacrt ligt 2 u. Z. W. van Axel, 2 ti. Z. 0 . van Hulst
en 8 u. Z. W. van Goes. Het is gebouwd op de alleruiterste grenzen
, zoodanig dat de limietseheiding door het dorp heen loopt. Er
staan daarm 94 h., bewoond door 109 huisgez., waarvan echter sleehts
60 h., bewoond door 64 huisgez., uitmakende eene bevolking van
320 zielen , tot het Zeeuwsch gedeelte van het dorp behooren, de
overige maken deel uit van de Belgische gem. Moerbeke en Stekene,
op den grond van welke eerstgenoemde gem. de kerk Staat.
Na de sluiting van bet tractaat tusschen Nederland en Belgie, in
Junij 1839 , is in dit dorp opgerigt een expeditie-kantoor der in- en
uitgaande regten, voor de uit Belgie körnende en naar het Land van
Axel bestemde of van däar naar Belgie uitgevoerde goederen en voort-
brengselen.
De dorpscbool, in het jaar 1827 geheel nieuw gebouwd, staat in
de buurs. de Ou d e nmo l e n , nagenoeg in het rnidden dezer uitge-
strekte gemeente. Zij wordt des zomers gemiddeld door 70 eri des
winters door 170 of 180 leerlingen bezocht.
Het grondgebied der gem. bestaat meest uit bossehen , uit geculti-
veerde heide en schrale gronden, die alleen door kracht van arbeid en
bemesting eenige vruchten, als: vlas, rogge, haver, boekweit en aard-
appelen kunnen opleveren. Men beeft er twee windkorenmolens, twee
grutterijen , vier klompenmakerijen , twee bierbrouwerijen en eene
kleine leerlooijerij.
De dorpskermissen, twee in g etal, hebben plaats op den eersten
Zondag in Mei en op den eersten Zondag in September.
Het wapen der gem. is van zilver, met eene koe in natuurlijke
kleur, staande op een veld en omschaduwd door drie boomen van
sinople (groen).
KOEWALA-DADONG, d. in Oost-Indie, op het eil. Lingga, aan
de Westkust.
I '.fi/I, KOEWALA-DAY of Kwala-Dai, st. in Oost-Indie, op het Sundaf
/ //sehe eil. Lingga , aan de Zuidkust, aan eene fraaije rivier, op onge-
veer twee uren afstands van hare monding, aan welke laatste een
fort ligt.
Het is de hoofdplaats van het eiland, de zetel van den Sultan, en
eene groote , welvarende en volkrijke stad , met palissaden omringd ,
en vrij wel gebouwd, ofschoon de meeste huizen van hout zijn. De
moskee is een aanzienlijk gebouw.