Bovenal was echter de ramp groot, die deze hcerl. trpf, op den
18 Januarij 1808, toen zij geheel door het water overstelpt en eene
bare zee gelijk werd. Door eene, zestig roeden wijde, dijkbreuk stortte
het water langen tijd binnen, en stroomde vervolgens, bij elke eb., als
eenen prächtigen waterval weder ter breuke uit. De ingezetenen, waren
verpligt de wijk naar elders te neroen , tot dat de polder weder ge-
sloten zoude zijn, waartoe een nieuwe zeedijk, ter lengte van bij na
elf honderd eilen , gevorderd werd, die dan ook, voor eene som van
vijfmaal bonderd vijf en twintig duizend gülden , werd aanbesteed.
Het gebeurde, dat, ten jare 166 5 , zekere Q u i b i j n v a n b e b M o e b ,
in of omtrent deze beerl. eene brouwerij had opgerigt, waarover zieh da
Heeren van Goes, den 19 April des gemelden jaars, ter Staatsvergar
dering beklaagden, en verzochten , dat die geweerd mögt worden ;
doch waarop den 21 dier zelfde maand het besluit v ie l, dat zulk
verzoek niet in te willigen was, ten wäre gemelde Heeren bewezen ,
dat zoodanige nieuwe instellingen algemeen en zonder ondersebeid
waren verboden.
Deze beerl. is van oude tijden af een eigendom van het stamhuis
der edele Heeren v a n K b u i n i n g e n of C k u n i n g e n geweest, betwelk uit het
doorlucbtig Luis v a n B e b t h o u t , in Brakand, die oudtijds Heeren van
Mechelen, Geeraertsbergen, Assche enz. waren, afstamden, en wel door
den tak der Heeren v a n A s s c h e , zijnde W o u t e b , de .tweede zoon van
G o d f b o y , Heer van Assche, die in 1214 leefde, Heer van K b u i n i n g e n
geworden , uithoofde van zijne vrouw, de erfgenaam van K b u i n i n g e n .
Dit geslacht beeft ondersebeidene vermaarde mannen voortgebragt: zoq
was, in het jaar 1528, Heer A b e n b v a n K b u i n i n g e n een der Ridders,
welke W i l l e m III, Graaf van Holland, in den krijg met Viaanderen ,
voor de Franschen, volgde, en hem in den, veldslag van Cassel het leven
hielpen bewaren , toen hij van het paard geworpen en in groot ge-
vaar was. — In 1408 vergezelde Heer A b b i a a n v a n K b u i n i n g e n , W i l l e m IVr
Graaf van Holland, in de belegering van Hagestein en Everstein. J a n
v a n K b u i n i n g e n moest, den 28 Julij 1441 , wegens zijne getrouwheid
aan zijne wettige Landsvrouwe , J a c o b a v a n B e h e b e n , zijne goederen,
en daaronder ook de heerl. K b u i n i n g e n , zien verbeurd verklären, door
Hertog J a n v a n B e h e b e n , die ze aan zijn bastaardzoon J a n , ter bestu-
ring overgaf; terwijl zij, den 10 Januarij 1452, aan O t t o v a n R e y -
m e b s w a a l verkocht werden. Later sebijnt echter het geslacht v a n
K b u i n i n g e n weder in het bezit van deze heerl. te zijn gekomen , en
men vindt, dat Heer J a n v a n K b u i n i n g e n , in het jaar 1467, door
K a b e l den Stoute, Hertog van Bourgondie en Graaf van Holland,
wegens zijne betoonde dapperheid in den Luikschen oorlog, tot Ridder
werd geslagen. M a x im i l i a a n v a n K b u i n i n g e n was een der ßevelhebbers
van de vloot, welke in het jaar 1373, onder het oppergezag des
Graven v a n B o s s u , als Admiraal, wegens A lva , tegen de Holländers
streed. De laatste van dit geslacht was een andere M a x im i l i a a n v a n
K b u i n i n g e n , die in het jaar 1615 stierf, vijf dochters nalatende, van
welke eene, met den Baron b e L i c q u e s , een Vlaamsch Edelman , ge-
huwd zijnde, vervolgens de heerl. K b u i n i n g e n bezat, die, na het
sluiten van den Munsterschen vrede, aan den Heer G e h a b d v a n b e b
N i s s e schijnt te zijn overgegaan ; ten minste deze Staat, ten jare
1651, als Heer bekend, wanneer hij dit heerlijke goed van een kwaad
in een goed Zeeuwseh leen verbeterd kreeg. Van dezen laatsten Heer
is h e t, door huwelijk van Vrouwe C o b n e l i a v a n b e b N i s s e , gekomen aan
Heer A n t h o n y b e I I u y b e b t , die , ten jare 1 6 7 3 , als zoodanig bekend
S t a a t en Baljuw van Vere is geweest, vervolgens, ten jare 168o,
Raadsheer in den Hoogen Raad werd , en m het jaar 1702 overleed.
Deze liet de heerl. na aan zijnen zoon P i e t e b A n t h o n y b e H o y b e b t d.e
ook Heer van Rillant en Drost van Minden was. Van dezen Heer,
welke in het jaar 1753 nog in leven was, kwam de beerl. aan zijnen
zoon A n t h o n y J o a n d e H u y b e b t , die in het jaar 1739 Secretans van
Amsterdam werd, en wiens zuster K b u i n i n g e n ten huwelijk bragt aan
zekeren Heer P i b e B e L o u i s d e T a v e l , die in Zwitserland woonde. Ihans
is deze heerl. een eigendom van den Heer W i l l e m P b i n s , woonachtig
des winters te Amsterdam en des zomers te Cleve.
Het d. K b u in in g e n , oudtijds C b u n in g h e , ligt 2J u. Z. 0 . van Goes.
Het is eene groote, seboone plaats, hebbende eene vrij lange boomr.jke
straat , benevens eene marktplaats en eemge mindere steegen. Men telt
e r , in de kom van het d., 132 h. en /7 0 inw.
De kerk stond voör de Reformatie ter begevmg van den Deken en van
het kapittel van de St. Salvatorskerk te Utrecht. Twee gedeelten daarm
kwamen den Bisscbop van Utrecht toe. In gemelde kerk was van ouds
eene vikarii, aan het allaar van de H. H. C a t h a b i n a en B a b b a b a , toege-
wiid. Het is een oud en ruim gebouw, rüstende op twee rijen pilaren
en heeft de gedaante van een kruis. De naald en het dak van den achtkantigen
toren, welke aan de zuidzijde van de kerk Staat, brandden in
Februarii 1623 a f, doch later weder hersteld zijnde, is zij thans hoog
en spits. De kerk is van geen orgel yoorzien. In het gedeelte, dat
voor de kerkeraadsvergaderingen gebruikt wordt, vindt men de een-
voudige, nagenoeg tien palmen hooge, arduinsteenen grattoinbe van
A a b n o u t v a n K b u i n i n g e n v a n V o o b h o u t e , in 1561 overleden. Op den dek-
steen is deze Ridder uitgehouwen, als rüstende met zijne voeten op eenen
liegenden leeuw ; terwijl zijne wapens en ridderteekenen hem omgeven.
De kerk der Afgescheidenen , in het jaar 1841 gestiebt, is een klein
gebouw , zonder orgel of toren. — De dorpschool wordt gemiddeld door
een getal van 80 leerlingen bezocht. — Voorheen stunden onder dit
4 . het K a st'e e l van R m in in g e n en eene kleine ridderhofstad h e t
V o o r h o u t gebeeten. .
In het noordwesten van het d. zou, naar men w il, voor de tler-
vorming , een Minderbroeders-klooster gestaan hebben; een hoog huis,
daar te vinden, zoude nog eenige merkteekenen daarvan dragen. len
Zuiden van het d. vindt men nog de zoogenaamde S la g v e ld e n , welke
misschien hären naam ontleenen van den veldslag, die, in het jaar
125 8 , tusschen de legers van Vrouwe Aleib, moei van Gr aal I l o r is V,
en O t t o I I I , Graaf van Geldevland, geleverd is. _
Men heeft er eene druk bezochte jaarmarkt, welke drie dagen duurt
en den laatsten Woensdag in Junij een begin neemt.
K b u i n i n g e n is de geboorteplaats van den dapperen Zeeman L e g i e b ot
L o g i e b P i e t e b s z . , die op het laatst der zestiende eeuw leefde en alle
scheepsbetrekkingen doorliep ; alsmede van d e n Geneeskundige en Wijsgeer
Godefbied du Bo.s, geb. 27 Mei 1700, t ™ Januarij 1747 , als-
Hoogleeraar in de Wijsbegeerte, Genees-, Ontleed-en Kruidkunde , aan
de Hoogescbool te Franeker. < .
Bij het inlegeren van het krijgsvolk binnen Zuid-Beveland , in net
jaar 1747, was te K b u i n i n g e n het hoofdkwartier.
Het wapen van K b u i n i n g e n is een veld van goud, beladen met drie
palen van sabcl (zwart).
KBUININGEN (HUIS-TE-), voorm. adell. h. op het eil. Zuid-Be