cn onderde linie kan veronderstellen. Op de bergen is bet des nacht*
luchtig en zelfs koel; men heeft op de kram van sommige bergen,
niet enkel tusschen de keerkringen, maar genoegzaam onder de linie,
weleens ijs gevonden. Hoezeer de zonnestralen regtstand.g nederdalen
zoo wordt hier de lucht aangenaam verfracht | met enkel door de zee-
winden en de van het gebergte afkomende landwinden, maar 00^ d°°
de menigvuldige rivieren en spranken , die lA de bergen karm -
sprong hebben, door de vlakten heenkronkelen, en het land in allerlei
rigtingen van het noodige water voorzien. Overal in de vlakke
streken stijgt hier de thermorneter van F a h r e n h e it op den middag,
in de schaduw , tot eene hoogte van 80 tot 84 graden, eene ''arrat® '
die, hoewel niet onverdraaglijk, nogtans op alle deze eilanden van
eenen nadeeligen invloed is op het menschelijk gestel, inzonderheid
van den Europeaan. De al te Sterke uitwaseming vers apt na-
tuurlijk het vaat- en spiergestel, en maakt bij eene sterkere u.t-
putting van vochten en slijtmg der vaste deelen , de sterfelijkheid
grooter en alle inspanning, allen arbeid moeijelyker.
Gelijk inhetklimaat, zoo heeft ook in de geaardheid en het karakter
eene aanmerkelijke overeenkomst plaats , tusschen velen van die memgte
onderscheidene volkjes en kleine maatschappijen, welke dezen uitge-
strekten archipel, en dikwijls een en helzelfde e.land, bewonen. Zelts
daar, waar dit verschil nog het grootste schijnt, ontdekken zieh,,
bij eene nadere beschouwing, de kennelijkste sporen eener vroe-
gere gelijkvormigheid ; terwijl de wijzigingen , die het algemeen karakter
des Indiaans hier en daar ondergaan heeft, blykbaar den m-
vloed aanduiden van vreemde of uitwendig aangekomene oorzaken, welke
eertijds daarop hebben gewerkt, gelijk, bij voorbeeld, den invloed van
een Europeesch bestunr, en van eene daardoor voortgebragte meer-
dere nijverheid en beschaving. Over het geheel nogtans kan men
zeggen dat traagheid of neiging tot rust en gemak, welke het na-
tuurliike gevolg is van eenen zoo warmen hemel, en daarom ook
aan alle volken onder de verzengde luchtstreek meer of min eigen,
eene alsemeene en in zekere mate onoverwinnelijke eigenschap van al
de natuurlijke bewoners dezer landen i s , welke zieh zelfs door de
zucht ter uitbreiding van genot, bullen de enge grenzen der natuur-
behoefte, niet geheel laat uitdrijven. De Europeaan, bij uitgestrekte
behoeften meer aan den arbeid gewoon , vaak ook aangespoord door
de drift. om zieh binnen weinige jaren fortuin te yerwerven , en tot
zijne Europesche achtergelatene betrekkingen gelukkiger weder te kee-
ren , vindt in dit alles een prikkel, die hem memgwerf den belemmerenden
invloed van het klimaat doet trotseren, en met verdubbelde
pogingen naar zijn doel streven ; dan niet zelden ook wordt hij eene
prooi van de overspanning , en bezwijkt voor de mtwerkuig van eene
luchtgesteldheid , aan welke heete en gevaarlijke ziekten endemisch
eigen zijn. Men möge echter niet aan de luchtgesteldheid alleen
en op zieh zelve toeschrijven , hetgeen , nog meer dan daann , zijnen
grond heeft in andere toevallige omstandigheden, byzonder m de
leefwijze der Europeers daar te lande. De meesten hunner kunnen
zieh niet gewennen aan die matigheid m spijs, drank en ander genot,
welke het klimaat des lands gebiedend vordert. Zij sterven dus vroeg-
tijdig of leiden een kwijnend leven , dat hen tot allen arbeid en inspanning
onbekwaam maakt. Hun alleen , die met een geschikt lig-
ehaamsgestel, bij eenen gematigden arbeid, allerlei soort van overdaad
vennijden , mag bet gebenren in velen dezer landen, even gezond als
in Europa, te leven en hunnen gewonen, hoewel minder langen , levensloon
te voleindigen. .
In alle deze landen heeft men slcchts twee saizoenen , hier mous-
sons geheeten, de drooge en de natte mousson. Beiden is, hetgeen
door deze benamingen wordt uitgedrukt, onafscheidenlijk eigen, ln den
regentijd of natte mousson , regent het genoegzaam dagelyks, en in den
droogentijd of drooge mousson , is het opmerkenswaardig , dat op eilan-
den niet zeer ver van elkander gelegen , dikwijls verschillende mous-
sons'heerschen. De oostewind waait gedurende het drooge-en de westewind
gedurende het natte jaargetijde. De drooge mousson duurt
gewoonliik van half April tot half November , echter hier wat langer
daar wat korter ; dan begint de wisseling of kentenng der mousson met
afwisselende en geregelde winden. — Stormen en orkanen, vergezeld
van donder en bliksem, worden door stilte afgewisseld, tot dat in
December de natte mousson doorkomt en de weste- of noordwestewinden
meer geregeld beginnen te waaijen. Dit houdt aan tot in of omtrent
Maart, wannneer de kentering zieh gevoelen doet; waarna omtrent half
April, of iets later, de afwisselende winden voor den oostewind plaats
Over het algemeen is de grond dezer Aziatische eilanden zeer vrucht-
baar. Zij beloout eenen matigen arbeid met eenen rijken oogst. Men
heeft er eene sterke groeikracht. Een altoosdurend groen getuigt alom
van het werkzaam vermögen der natuur. Altijd bedacht, om het
evenwigt tusschen menschelijk vermögen, menschelijke behoeften en
de vruchtbaarheid van den bodem, ten nutte harer kinderen te bewa-
ren , en daar, waar het eerste te kort schiet, hetgeen hierdoor ont-
breken zou , door eene verdubbelde mildheid der groeikracht ruim te
vergoeden, beloont die goede moeder ook hier de zwakke pogingen der
inwoners , wier slappe veerkracht, onder dezen brandenden hemel, hun
geen krachtiger inspanning toelaat, met eene milde hand ; ja, op som-
migen dezer eilanden schijnt zij hen, als het wäre, van allen arbeid te
verschoonen, door aldaar liet noodige tot leveDsonderhoud, zonder
eenige menschelijke bemoeijingen, voort te brengen. Dan, bebalve het
noodige voedsel voor menschen en dieren , leveren deze vruchtbare landen
tevens vele kostbare voortbrengselen op , waaraan het menschelijk
vernuft, gedeeltelijk door kunstbewerking, gedeeltelijk door de uitvin-
dingen der weelde, ter vermeerdering van het genot, eene zeer hooge
waarde heeft weten bij te zetten , en die daardoor de voorwerpen geworden
zijn van eenen rijken en uitgebreiden handel. De voornaam-
ste dezer voortbrengselen zijn : kruidnagelen ; notenmuskaat; foelie;
peper ; koffij ; suiker en daarvan gestookte arak ; kardamom ; kur-
kuma ; eenige gomsoorten ; droogerijen en geneesmiddelen ; voorts goud;
diamanten; t in ; vogelnestjes en eenige anderen van minder aanbe-
lang, welke bij de afzonderlijke beschrijving der landen opgegeven
worden.
' Men rekenl in Nederlands-Indie, ten aanzien van het geldwezen , met
rijksdaalders, ropijen en guldens, ten opzigte van de gewigten , met
pikols van lö-Nederlandsche ponden.
Wij gelooven onzen lezers geene ondienst te bewijzen met hun de
volgende opgaven mede te deelen, wegens den handel en de scheep-
vaart op en van de Nederlandsche Oostindische bezitlingen , in twee
jaren, met tusschenverloop van een tienjarig tijdvak ; een tijdvak ,
gewisselijk onder de gewigtigste voor de ontwikkeling onzer bezittingen
in Indie te rekenen.