doze duikers wordt bij op de Westkil van het overlollige water outlast.
Het zomerpeil is 1 ell.boven A. P. De hoogte der kade is 2jell.
5 palm, à 2 ell. 4 palm, boven A. P. De pold. is echter alleen aan de
zuid-en westzijde van kaden voorzien , welke 3 palm, tot 7 palm, boven
het land liggen ; aan de noordoost- en een gedeelte van de westzijde heb-
ben de oevers de noodige boogte. Het bestuur berust bij den eigenaar.
KRAAIJENEST, pold. in de bar. van Breda, prov. Noord-Braband.
Zie K r a i j e n e s t .
KRAAIJENEST, Kraaijennest , Kraainest of Krajenest , b. in Kenne-
merland, prov. Noord-Holland, arr., kant. en 20 min. Z. van Haarlem,
gem. en 20 min. N. van Heemstede; met 16 h. en 130 inw.
Men wil dat deze b. haren naam zoude ontleend hebben, naar een
vroeger hier gestaan hebbend huis, het huis te Kraaijenest geheten ,
KRAAIJENEST (HET HUIS-TE-), volgens sommigen ook Kraaijen-
horst geheeten, voorm. adell. h. in Kennemerland, prov. Noord-Hal-
land, arr., kant. en 20 min. Z. van Haarlem, gem. 20 min. N. van
Heemstede.
Van dit voorm. adell. h., weet men tbans niets meer dan de stand-
plaats aan te wijzen, zijnde de grond, waarop het gestaan heeft, ver-
moedelijk thans door het geh. Kraaijenest ingenomen.
KRAAIJENISSE of Kraijenisse , beerl. op het eil. Overflakkee, prov.
Zuid-Holland, arr. Brielle , kant. Sommelsdijk, gem. Onwaard-Oud-
en-Nieuw-Kraaijers-polder-en-Kraaijenisse palende N. aan de heerl,
ßtellendam, O. aan de Haven-van-Dirksland. Z. aan de heerl. Nieuw-
Kraaijerspolder, W. aan de heerl. lloxenisse en het Stellegors. — Deze
heerlijkhcid bevat niets dan de polder K ra a ijen isse .
De Herv., die hier woneri, behooren tot de gem. van Dirksland. —
DeR. K., die men er aan t reft, behooren tot de stat. van Oude-Tonge. —
Er is in deze heerl. geene school, maar de hinderen genieten on-
derwijs le Stellendam.
Deze heerl. wordt thans in eigendom bezelen door Vrouwe Augusta
L eopoldina Catharina Baronnesse van Pallandt , douairière van den
Heer Frederik van Leiden van West-Barendrecht.
KRAAIJENISSE, pold. in het eil. Overflakkee, prov. Zuid-Holland,
arr. Brielle, kant. Sommelsdijk, gem. Onwaard-Oud-en-Nieuw-Kraaijers-
polder-en-Kraaijenisse ; palende N. aan den Eendragts-polder en den
Hals-polder , O. aan de Haven-van-Dirksland, Z. aan den Nieuw-
Kraaijers-polder, W. aan den polder Roxenisse en het Stellegors.
Deze pold., die in het jaar 1760 bedijkt is , beslaat, volgens het
kadaster, eene oppervlakte van 628 bund., en wordt door eene sluis
van het overtollige water ontlast.
KRAAIJENNEST, naam, welken men in de wandeling wel eens
geeft aan het adell. h. Craijenbdbg, in Delfland, prov. Zuid-Holland.
Zie Craijenburg.
KRAAIJENS-POLDER, pold. in het Vrije van Sluis, prov. Zeeland,
arr. Middelburg, kant. en distr. Sluis, gem. St. Anna-ler-
Muiden; palende N. W. aan den Robbemoreel-polder, N. en N. O.
aan de vestingwerken van Sluis, 0 . aan het Lapschuursche-Gat,
Z. aan het St. Donasche-Gat, VV. aan de plaats, waar het fort
St. Donaas gelegen heeft.
De oude schotbare grootte was 21 bund. 91 v. r. 19 v. ell.; doch in
1818 is in de lengte des polders eene vaart en contra-fossé of bijgracht
gegraven, waardoor hij tcgenwoordig schotbaar groot is 11 bund. 78 v. r.
76 v. ell., waarvan nog een klein deel in België ligt. Op het kadaster
der perneen le St. Anna-ter-Muiden vindt men echter ten name van
dezen pold. 32 bund. 75 v. r. 63 v. eil.; doch daaronder zijn gebragl:
1° het onschotbare land; 2°. de dijken enz. der vaart; 3 . een voor-
malige bedekle weg van Sluis naar St. Donaas ; 4 . yoorgronden in
het L a p sch u u r sch e -G a t; 3°. gebcel bet Nederlandsche deel van
bei SU D o n a sch e -G a t; 6°. het fort S p i j t -u w -B a k h u i s , be-
hoord hebbende tot de vestingwerken van Sluis. In den polder staat
ééne woning, zijnde het huis daar de bärge op Brugge afvaart. He
afwatering is door de Passluis in het Zwin. Het heeft, te zamen met
den Robbemoreel en den Gouverneurs-polder, eene directie, bestaande
uit eenen Dijkgraaf, eenen Gezworene en eenen Ontvanger-Gnflier.
Op de kaart van Padw staat het poldertje. wel afgebeeld, maar zon-
der opgave van den naam. Op de plaats, waar thans K r a a u e n s -
p o l d e r ligt, hebben te voren polders van verschillende namen (altijd
gecombineerd met Robbemoreel) gelegen. Deze werden bij hooge
vloeden overstroomd^of bij oorlogsgevaar onder water gezet. ln de
rekeningen van Robbemoreel en andere stukken, rakende St. Anna-
ten-Vrije, vindt men, in 1624, gewag gemaakt van Cant-Balloospolder
• in 1668 en later van den Sluissphen-Bekaf-polder; in 1713
en daarna vindt men de gecombineerde polders genoemd R o b b e m
o r e e l-, G o u v e rn eu r s-, Maria- en anneze polders. In de reke-
ning van 1771 komt het eerst de K r a a i j e n s - p o l d e r voor; maar onmid-
dellijk vóór dat jaar ontbreken verscheidene rekeningen. Misschien
heeft het poldertje, zoo als het thans is, zijn bestaan en zijnen naam
gekregen bij het afdammen van het Lapschuursche-Gat en het leggen
van de Passluis, in 1737. .
KRAAIJENSTEIN, heerl. op het eil. Overflakkee, prov. Zuid-Uol-
land, arr. Brielle, kant. Sommelsdijk, gem. Onu<aard-Oud-en-Nieuw-
Kraaijers-polder-en-Kraaijenisse; palende N. O. en Z. 0 . aan de heerl.
Sommelsdijk, Z. aan de beerl. Nieuw-Kraaijer, W. aan de Haven-
van-Dirksland. — Dezeheerl. bevat niets dan de pold. K r a a ijen s t e in .
De Herv., die hier wonen , behooren tot de gem. van Sommelsdijk. —
De R. K., die men er aantreft, behooren tot de stat. van Oude-Tonge. —
Er is in deze heerl. geen school, maar de kinderen genieten onderwij»
te Sommelsdijk. , , ir .
Deze heerl. wordt thans in eigendom bezeten door Vrouwe Augusta
L e o p o l d i n a C a t e a r i n a Baronnesse v a n P a l l a n d t , douairiére van den
Heer F r e d e r i k Baron v a n L e i d e n v a n W e s t - B a r e n d r e c h t .
KRAAIJENSTEIN , pold. in het eil. Overflakkee, prov. Zuid-Holland,
arr. Brielle, kant .Sommelsdijk, gem. Onwaard-Oud- en-IV ieuw-Kraai-
jers-volder-en-Kraaijenisse; palende N. 0 . aan den pold. de West-
plaat, Z. 0 . aan den Everdina-polder, Z. aan den Oud-Kraaijers-
polder, W. aan de Haven-van-Dirksland.
Deze pold., die in het jaar 1762 bedijkt i s , is met het vroeger
Zeeuwsche gedeelte, E v e r d in a - p o l d e r genaamd, onder ééne be-
dijking , en maakt daarmede alzoo eigenlijk slechts éénen polder u it,
die twee gedeelten bevat. De polder K r a a i j e n s t e i n alleen beslaat,
volgens het kadaster, eene oppervlakte van 14 bund., en wordt door
eene sluis van het overtollige water ontlast.
KRAAIJENSTEIN, oud adell. h. in Schieland, prov. Zmd-Holland,
arr. en 1 u. Z. W. van ’sGravenhage, kant. en 3¿ u. N. ten 0 . van
Naaldwijk, gem. Loosduinen.
Ter plaatse, waar het gestaan heeft, ziet men thans de heeren-
hofstede van dien naam. De daartoe behoord hebbende gronden,