in de Betuwe, en in het sticht van Utrecht bezat. Zij hadden m
het iaar 1322 eenen zoon W outeb , maar die vöor de ouders schijnt
pestorven te zijn. Na zynen dood heeft R einald van C leve Heer pan
ßergen-op-Zoom , de heerlijkheid I ndoornik van den Graaf van Cleve
gekocht, maar droeg hem die weder op in 1337. De Graaf van Cleve
heeft in 1370 Heer R utger van L aekmonde, Ridder, en na zynen
dood in 1390, zijnen zoon G odebt van L aekmonde, daarmede beleend.
Evenwel vindt men , dat R utger van R andwijk in lo 8 3 aan den
Hertog van Gelre bewilligde, dat in het vervolg in zyn geregt te
D o o r n ik , de ambtman. van Overbetuwe , over doodslagen mede zoude
regten en dat de breuken half zoudeo verdeeld worden. R utgbr
schijnt dat gedaan te hebben als Yoogd over de minderer,ge kinderen
van Heer R utger van L aekmonde , die waarschynlyk met zyne zuster
M abgriet getrouwd was, want zij , weduwe , met hare zonen G odert
en J ohan van L aekmonde, benevens R utgeb van R andwuk verkochten,
in 1389, Harsloe aan G odebt van S tampraden. G odert van L aekmonde
moet kinderloos overleden zijn, want B e r t a , weduwe van den Heer
B ernd van D obniok , Ridder, mogelijk G oderts zuster, werd m,1 4 0 2
beleend, en zij droeg de heerlijkheid toen op aan J ohan van W i jh e .
In 1437 kocht G ijsbert van R andwu k D ornick van J ohan , Heer van
Rossem, en werd beleend. De grootmoeder van dezen J o h a n , was
S ophia van W i jh e , dus was hij waarschijnlijk de erfgenaam van J ohan
van W i jh e , hoewel de leenregisters daarvan zwygen. G u sb e r t van
R a n dw u k , heeft zijne vrouw E lizabeth van D o rn ick , in l l 3 7 , gelocht,
en zijnen eed, in 1449, vermeuwd. In brieven van 1444,
1447 , 1448 en 143 2 , voert hij den titel van Grave van D ornick.
Hij stierf in 1433, zijn zoon R utger van R a n dw u c k , werd toen
binnen het iaar beleend, en in 1437 verkocht hy de heerl. aan
G oossem van B emmel, zoon van zijne zuster D errica van R a n dw u k , en
van J ohan van B emme l , die nog minderjang was. Deze G oossen liet
haar over, in 1481 , aan zijne zuster A leyd van B emme l , vrouw van
H endrik Borre van D ornick , die daarmede beleend werd. Haar zoon
W illem B o r r e , Heer of Grave van I ndoornick volgde haar op. Hy ,
die in deRidderschap van deVeluwe, en bevelhebber van Harderwyk en
van Wagenige« was, stierf ongetrouwd den 28 April 1338. I ndoornik
kwam aan zijne zuster A gn e s , getrouwd met D irk van S tepra d t , Heer
van Dodehdaal, hun zoon H endrik van S t e p r a d t , Grave van I ndoornik ,
werd na zij ns broeders dood beleend. R e im e r van S tepradt , Grave
van I ndoornik, zijn zoon, stierf in 1 6 0 4 , diens zoon J ohan, werd Heer
en niet meer Grave van I ndoornik genoemd. D ir k , zyn zoon, stiert,
in 1663 , en daar hij geene zonen naliel, bragt zyn dochter J ohanna
M a r ia , de heerl. aan hären man W illem van D ornick tot Wonum. Zij
stierf den 22 Mei 166 8 , en haar zoon J ohan M arcelis van D ornick
volgde haar op. Na zijnen dood, den 4 Julij 173 6 , werd zyn zoon
W illem C aspar F rans van D ornick beleend. Deze had maar eene
dochter, J ohanna E l iza b e th , getrouwd met H erman A dolf van N agel
tot V ornholts , door welk huwelijk de heerl. I ndoornik in het geslacht
van N agel gekomen is , waardoor het nog bezeten wordt, zynde thans
dezer heerl. bezeten door de Baronnesse Douainere van N agell , geboren
Gravin van M eesvelt , woonachtig te Munster.
1NDOORN1K-EN-HETEREN, R. K. stat., prov. Gelderland, aarts.
Gelderland. ,, |
Men telt er ongeveer 640 zielen, ondcr welke 420 Commun.kanten
en heeft er twee kerken, eene te In d o o r n ik en eene te H e t e r e n ,
die gezamenlijk door eenen Pastoor bediend worden. Tot deze stat.
behooren thans nog de R. K. van H e t e r e n , I n d o o r n ik , R and -
wijk, L a k em o n d , O p -H e u sd e n , K e s t e r e n , Hemmen en
Z e lt e n , zijnde in 1841 daarvan afgescheiden en onder Herveld ge*
bragt, die van A n d e l s t , H ien , D od ew a a rd en O c h t e n .
INDORN1CK, d, in de Over-Betuwe, prov. Gelderland. Zie I ndoornik.
INDRAGIRI of A ndragery , rijk in Oost-Indie, op het Sundasche
eil. Sumatra; palende N.. aan Kampar, O. aan de Zee , Z. aan het
rijk Djambi * W. aan Kwandan.
Het land is vlak , bijzonder aan het oostelijk gedeclte , dat uit aan-
geslibt land bestaat en de K w a lla - In d r a g i ri heet. Ofscboon die
grond zeer vruchtbaar is, zijn de voortbrengsclen van geen aanbe-
lang , daar de traagheid der inwoners hun belet zieh op iets anders
toe te leggen , dan op het verbouwen van de noodige rijst. tot hun!
onderhoud. Deze arbeid wordt uitsluitend door de vrouweh verrigt,
die voor de schoonste van den Archipel gehouden worden. Men vindt
er stofgoud en oliphanstanden ; de handel met Singa-Poera plag be-
langrijk te zijn.
Ofschoon de Oostindische Compagnie de Nederlandsche vlag ,' onder
het gouvernement van Malakka, alhier körten tijd heeft laten waaijen,
regeerde de Sultan onafhankelijk, slechts, gelijk andere Maleiscbe
Vorsten , aan den Sultan van Lingen, als den oudste dier vörsten ,
eenige schatting, bij wijze van hulde, uitkeerende. Vrees voor onge-
noegen onder zijne onderdanen , deden hem in het voorjaar van 1838
besluiten , om de souvereiniteit over zijne landen aan het Nederlands-
Indisch bestuur aan te bieden. Dien len gevolge is , den 27 September
van dat jaar , een verdrag gesloten , waarbij I ndragiri aan onze
Oostindische Lezittingen wordt toegevoegd; te belangrijker, om dat
längs de Indragiri-rivier de handelsweg uit de Bovenlariden en van de
Wfestkust van Sumatra naar de Oostkust gebaand is. De belangen
van het Nederlands gouvernement worden waargenomen door eenen
Adsistent-Rcsident voor de landen .van Indragiri en Kwantan.
INDRAGIRI, oud dorp in Oost-Indie, ophet Sundasche eil .J a v a ,
resid. Samarang.
INDRAGIRI (DE) of de A ndragery, riv. in Oost-Indie, op het Sundasche
eil. Sumatra.
Deze rivier, eene der grootste van den Sundasche-Archipel, ont-
springt in het , drie duizend voeten boven de oppervlakte der zee ge-
legen , meer van Singkara of Sinauwang, in het Agamsche distr.
JUenangkabau, bij de kampong Sinauwang. Onder den naam van
AjERAMBnLAN begint zij hären loop , met eenen zeer Sterken stroom
en goede breedte, doch over een ondiep bed van klipsteenen, naar
het Oosten. Spoedig wordt zij voor kleinere vaartuigen bevaarbaar,
maakt eenen bogt naar het Zuiden , en doorstroomt in die rigting,
onder den naam van S inawang , het landschap der Vijftig- en der
Vier-Kotta’s of Alaban. ^ervolgens hären loop weder oostwaarts rig-
tende en de Siejoejong, de Semper en andere rivieren opnemende,
krijgt zy den naam van K w a n ta n , en stört,, met eenen hoogenval, van
het gebergte Soengi-pagi in het rijk van Kwantan. Verder oostwaarts
aanstroomende, en versterkt door de Sienjiengie en de Sibaijong,
ontvangt zij, op veertig mijlen afstands van de zee, den naam van
I ndragiri , doorstroomt, met breede digt bewassen oevers, het rijk van
dien naam, loopt midden door de hoofdplaats Ringat, en stört
zieh, met drie groote mondingen , op 0° 33 in de Indische-Zee. Zij
VI. D e e l . jq