54 J Ä Y.
Banto cman, Tandjong-Boewaöj j , T a n d j o n g -L e r a h g , Taöd-
j o n g -A w i r -A w i r , T a n d j o n g -P a n g k a , T a n d j o n g -T j i n a ,
T a n d j o n g -D j a n g k e r , Tta ap -S idan o , Ka r a n g -P c d a n g en
Ta n d j o n g -S a n g j a n g -S i r a .
De grond op Java, hoewel zekerlijk van ongelijken aard, is vooral
aan de Noordkust zeer vrucbtbaar en met eene dikke läag teelaarde
overdekt, die door de gedurige afspoeling van de talrijke gebergten
onderhouden wordt. Alleen in den omtrek van enkele groote steden
worden de akkers, waarop groenten verbouwd worden , van lijd tot
tijd bcmcst, en de bodem verlangt ook dien prikkel n ie t, mits hij
behoorlijke besproeijing -hebbe of overstroomd kan worden, betgeen
vooral voor de rijstteelt een onmisbaar vereischte is. Van daar dan
ook, dat de beste gronden längs de zomen der rivieren, in de dalstre-
ken en längs de afhellingen der bergen, gelegen zijn. De zwarlbruine
stevige grond, in de oostelijke afdeeling, des eilands, overtreft in deugd-
zaamheid de roode, meer losse en ligte aarde, in de westelijke residentien.
Het grootsle meer op J ava wordt in de residenlie Bantam aange-
troffen ; het meer in het Binnenland van Djapara is behend onder den
naam van B i n n en z e e ; in de residentie Baglen is een zeer vischrijk
meer; in de residenlie Passaroewang wordt Ranoe -Kal ingoeng’a n ,
en in de residentie Bezoeki worden verscbeidene meeren aangetroffen,
waarvan er reeds zeven bekend zijn.
Er zijn vele moerassen of rawas op J a v a , vooral in bet zuidelijke
gedeelte der Preanger-Regenlschappen; velen leveren zeer goed gras
voor paarden en rundvee ep. In de nabijheid der vuurbergen worden
heete mineraal- en zwavelbronnen, en in de residentie Samarang kokende
modderbronnen, aangetroffen.
J ava wordt door een groot aantal rivieren doorsneden, wier loop,
door de smalte van bet land, echter meestal zeer kort i s ; de voor-
naamste zijn: de Beng awan of Soloriv ier , de L e s t i , de
Ri v i e r - v a n - So eraba ya of Ke d i r i e , de T j i k a n d i , .d e Pon-
t h a n g , de T j id a n i , de T j i l iw o n g , de Anj a l , de T j i t a r om,
de T j im e l a j a e , de T j i a s am , de T j im a n o k , de La s a r i , de
S awo edj od j a r , de P am a l a n g , de Oe loedjami , de Ken d a l ,
de K a l i -W o e n g o e , de Samarang, de Demak , de Tidoe -
nan , de Dja p a r a , d eD j aw a n a , d eR emb a n g , d eL a s s em,d e
P a n a r o e k a n , de B a l amb o a n g , de Pr o g o en d eBo g owon to .
De_helangrijkste baaijen en havens op dit eiland zijn: de Meeuwen-
baai , de Welkoin stbaai , de Peperbaai , de Reede-van-Anje r,
de Baai r v a n -B a n t am , de Re ede -van-Batavia , de Re ede -
v a n -T a g a l , de R e e d e - v a n - S am a r a n g , de Re ede -v an-Dj a -
para, de Reede-van-Rembang, de Reede-van-Toeban-Gri s s e ,
de R e e d e - v a n - S o e r a b a v a , d eR e e d e - v a n - P a s s a r o ew a n g ,
de R e e d e - v a n -B e z o e k i , de B a a i - v a n -B a n j o ew a n g i , de
P a p a n g b a a i , de. Gr e g i a g e n g b a a i , de P l o l o t b a a i , de Ge-
m a k b a a i , de S e g a r a -W e d i b a a i , de S emb r en g b a a i , de
P a n g o e b a a i , de Pat j i tanbaai , de Tj e la t japba a i , de Segara-
A n a -Ka n b a a i , de O o s t e l i j k e -P e n a n d j o n g b a a i , de Wes te -
l i jk e -P e n a n d j o n g b a a i ende Wi jnko opsba a i .
Over het geheel kan J ava zieh op een gezond en aangenaam luchts-
gestel beroemen , hetwelk echter, naar de verschillende deelen des lands ,
aanmerkelijk gewijzigd is. Längs de noorderstranden is de dampkring
veelal vochtig, len gevolge van de nitwasemingen van den aangeslijk-
ten grond, en dus, gelijk bij voorbeeld in de stad Batavia zelve,
J A Y. 33
voor de gezondheid niet voordeelig; doch op weinige mijlen afstands van
de knst bevindt men zieh reeds eenige honderd voeten hoog boven de op-
pervlakle der zeeverheven, en ademt daar eene zuiverder, drooger, schcr-
peren verfrisschender lucht in. De hitte is op enkele plaatsen drukkend,
en klimt soms tot boven 90° Fahr., met een doorgaand verschilin ther-
raometersland van 16° tot 20° van hoogsten en laagslen warmtetoestand
in het etmaal. Niettegenstaande de loodregte zonneslralen ‘wordt de
dampkring nogtans aanmerkelijk afgekoeld door de zee- en de van de
gebergten afdalende landwinden , de veelvuldige onweders, en ook
door de talrijke rivieren , beken en spruiten, die de vlakten alom
foesproeijen. . Naar mate men hooger klimt, wordt ook de lucht koeler
en gematigder, tot dat de thermometer in het einde 60° en zelfs minder
teekent. Op de hooge bergen is het des nachts luchtig en zelfs koel,
en op de hoogste bergkruinen is het hier, even als op aridere plaatsen
tusschen de keerkringen, en zelfs genoegzaam onder de linie,
geen ongewoon verschijnsel, dat men sneeuw en enkele sporen van ijs
aantreft. De twee jaargetijden of moussons, de drooge of goede en
de natte of kwade , zijn niet geheel regelmatig. De eerste, gedurende
welke de Oostewind heerschende is , houdt gewoonlijk van half April
tot half November aan, wapneer de kentering of wisseling van de
mousson aanvangt, die gewoonlijk voor de gezondheid als nadee-
lig wordt beschouwd en zieh kenmerkt door stormen en onweersvla-
gen , door stilte afgewisseld, tot in December, wanneer de kwade
mousson invalt, en de Weste- of Noordwestewinden meer geregeld beginnen
te waaijen. Deze blijven heerschen tot tegen of in Maart,
wanneer de kentering invalt en de Oostewind, van. lieverlede, weder
vastheid verkrijgt. Daarenboven heeft men nog de elkander dagelijks
geregeld afwisselende land- en zeewinden. De eerstgenoemde komt.
längs de noordkust van J ava , doorgaans des morgens omstreeks tien
ure door, en waait tot vier of vijf ure des avonds; men acht dien zee-
wind daar minder gezond, wijl hij de nadeelige dampen en uilwase-
mingen der slijkerige kusten en banken medebrengt. Als dan volgt
er eene stilte van een paar uren, tot de landwind komt, welke, vooral
in de nabijheid der bergen , zuiver, koel en verfrisschend is.
Geud en andere edele metalen zijn op het eiland nog niet in ge-
noegzame hoeveelheid gevonden , om de kosten van eene mijnonlgin«
ning te vergoedeu , welke reeds door den Gouverneur Z w a a r d ek bo o s ,
ofschoon met geen gewenscht gevolg, ondernomen werd. Daarentegen
is het eiland rijk aan ijzermijnen,' en vindt men er kwartz en veld-
spath, maar bovenal allerlei vulkanische voortbrengselen; terwijl het
zout, dat de kustprovincien opleveren, van eene uitmuntende hoeda-
nigheid is.
Het voornaamste voortbrengsel uit het plantenrijk is de rijst, en
J ava plagt vöormaals zelfs ook Sumatra, de Molukken, Borneo en
Banka daarvan te voorzien , gelijk men het ook thans weder als sta-
pel-artikel kan besebouwen. De Turksche tarwe of jagong; de areeng-
boom, die te gelijk een voedend merg, eene goede suiker en eene
verfrisschende toeak of wijn oplevert; de vele boon- of katjangsoorten ,
die deels tot voedscl, deels om er olie uit te persen dienen ; het sui-
kerriet, dat de inwoners in zijnen ruwen staal nuttigen ; de aardap-
p e l, benevens onderscheidene Europesche keukengroenten en moeskrui-
den, waarvan sommigen hier zelfs eene aanmerkelijke verfijning en
veredeling ondergaan ; de voedzame kokosnoot, met zijne onschatbare
melk ; de ananas ; de watermeloen ; de mangistang; onderscheidene