tot 95°, waarbij het minder gezond is , en de dorre zandgrond weinig
voortbrengselen oplevert.
De grond is voor de meeste voortbrengselen geschikt. De niet zeer
uitgebreide bosschea leveren allerlei wild berghout, doch zeer weinig
djatie op. De bamboes of rotting groeit er echter in overvloed. Ook
vreemde gewassen komen hier zeer goed voort.
Behalve Renocerossen , die hier niet, lerr zij enkele maleD , in het
zuidelijke gedeelte , gevonden worden, treft men hier de meeste dieren
aan, welke aan Java eigen zijn. Krawang is echter, door zijne wil-
dernissen en wouden , het verblijf der tijgers, die hier.menig inlander tot
hun slagtoffer maken. Op den berg Randja-Darah houden erzieh ont-
zeltend veel op , die de schrik der bewoners zijn. Mede heeft men
er vele insekten , en rivicr- en zçevisch in overvloed.
De bevolking van K r a w a n g beloopt 88,700 zielen , van welke er
26,300 op de Gouvernementslandeu en de overige op de particulière
landen wonen j zoodat het Gouvernement uit deze residentie weinig
trekken kan. De vischvangst, die den inlander een middel van bestaan
zou kunnen verschaffen , wordt weinig en alleen voor eigen gebruik ,
en op de particulière landen , de koffijteelt en de bereiding van sui-
ker en indigo behartigd. 0p Pakkcn , aan den mond der Tjita-
roem, in het distrikt Tjabang-Boengien , waar veel laag land is , heeft
men zeer uitgebreide zoutpannen , welke alleen voldoende zijnde, om
de hoofdstad en de Omnielanden van Batavia , het geheele jaar door
van dit onmisbaar vereischle te voorzien. Deze zoutpannen behooren aan
186, alle in dien omtrek woonaehtige , personen , die verpligt zijn, de
koyang van 3,780 pond voor 8 guld. aan het Gouvernement af te leveren.
Daar men berekent , dat deze zoutpannen jaarlijks 8 tot 600 koyangs
opwerpen, brengen zij den inwoners geen onbelangrijk voordeel aan.
Te Tjilangkap aan de zuidelijke grenzen , heeft het Gouvernement,
een établissement voor den landbouw opgerigt , alwaar onder het toe-
zigt van eenen Directeur, een Adjunkt Directeur, een Hoofdopzie-
n er, vier Opzieners en achttien politiedienaars, 380 tot 400 ban-
nelingen en vrije arbeiders werkzaam zijn. De tabakskultuur, de
zijdewormen tee lt, gepaard gaande met het afhaspelen der cocons, de
nopalkutuur, het weven van goeniezakken , een leerlooijerij , in verband
met eene werkplaats van leerwerken , maken er de voornaamste takken
van nijverheid u it, met welk alles later nog eene theeplantaadje van
800,000 en eene kaneelplant. van 60,000 boomen vereenigdis. Naderhand
is de leerlooijerij , welke geenszins aan de verwachting beantwoordde,
met al wat er toebehoorde, in handen van eenen particulier overgegaan, en
daarentegen, met zeer gunstiggevolg, eene belangrijke uitbreiding gegeven
aan de kultiiur van thee en kanecl, welke hier volkomen wel slaagt. Op
dit établissement waren in 1832 theeplanters geplaatst, die . uit China
ontboden waren. Door den opstand , welke , in den nacht van8Meivan
dat jaar, onder deze lieden uitbarstte , werd de jeugdige inrigting eenen
gevoeligen slag toegebragt, daar deze baldadige muitelingen de gevan-
genisdeuren voor de bannelingen ontsloten , hetj établissement te .Tjilangkap,
zoo wel als het residentiehuis te Poerwakarta, uitplunderden
en in brand staken, en alle gebouwen werkplaatsen en loodsen geheel
vermeiden. Eene vrij aanzienlijke hoeyeelheid zijde , tabak en leder
werd gezegd bij deze gelegenheid, deels verbrand, deels op eene brood-
dronkene wijze onbruikbaar gemaakt te zijn ; terwijl vele belangrijke
statistieke bescheiden van Java, onder berusting van den Heer d e
S e r r i è r e zijn verloren geraakt.
KRAWANG, d. in Oost-Indie, op het Sundasche eil. J a v a , ads.
res. Buitenzorg, met eene zeer uitgebreide zijdespinnerij.
KRAWANG {DE), riv. in Oost-Indie, op het Sundasche eil. Java.
Z ' k R A W A N G (ADIARSIE-), distr. in Oost-Indie, op het Sundasche
eil. Java, ads. res. Krawang.
KRAWANG (HOEK-YAN-), kaap in Oost-Indie , op het Sundasche
eil. Java. Zie K r a w a n g ( T a n d j o n g ) .
KRAWANG (OEDJONG-), d. in Oost-Indie, op het Sundasche eil.
Java, resid. Batavia, ter plaatse waar de Tjitarom in zee « « .
KRAWANG (TANDJONG-) of H o e k - v a n - K r a w a n g , kaap in Oost-
Indie, op het Sundasche eil. J a va , aan de Noordkust, op de weste-
lijke grens van de resid. Krawang.
KRAWATTI, landg. in Oost-Indie, op het Sundasche eil. Java ,
resid. Batavia, in het Westerhwartier. t.
KRAWINKEL , geh., voorheen tot het graafs. Valkenburg behoord
hcbbende , thans prov. Limburg , arr. en u. N. N. O. van Maastricht,
kant. en 1 u. Z. W. van S it tard, gem. en 20 mm. Z. W. van
Geleen ; met 128 h. en 870 inw., die meest hun bestaan vmden m
het maken van spijkers.
KREANSI, naam, welken de Negers geven aan de suikerplant. Uii-
z a b e t r ’s - h o o p , in Nederlands-Guiana, kol. Suriname. Zie E m z a -
BETH S-HOOP. . 1 1 - 1 1
KREBBANG, d. in Oost-Indie, op het Sundasche eil. J am , resid.
Cheribon •
KREBI, bij de inw. G e b e genoemd, eil. in Oost-Indie, in den Mo-
luhsche-Archipel, in de Straat-van-Gilolo, juist onder den evennachts-
liin , tusschen 148° 34' en 146° O. L.
Dit eil. is 8 mijlen lang, | mijl breed en door vele klippen om-
ringd. Het heeft eenen eigen Radja, doch is aan den Sultan van Tidor
onderworpcn. j
KREE, eil. in Oost-Indie, in den Moluksche-Archipel, een der
Aroe-eilanden, tot de Voorwals-eilanden behoorende.
KREEK geh. in het markgraafs. van Bergen-op-Zoom , prov. I\oord-
Braband, arr. en 3 u. N. W. van Breda , Vierde distr., kant. en
l_r 2 . W. van Zevenbergen, gem. Stand-daar-buiten.
^KREEKE , voorm. amb. en d. op het eil. Zuid-Beveland, prov. Zeeland.
Zie C r e e c k e .
KREEK (DE) of d e K a a v , water in het Land-van-Overftakkee, dat
zieh van het d. Oude-Tonge uitstrekt tot in de Slikken of Zanden,
ten Zuiden van dat land , zoodat het d. Oude-Tonge , daardoor een
haventje heeft , hoewel deze vaart van weinig belang is-
KREEK (GROOTE-) , water in Staats-Vlaanderen , in Axeler-Am-
bacht, prov. Zeeland. Zie G r o o t e - K r e e k .
KREEKGORS, gors längs het Kreekerak, tegen de prov. D/oord-
Braband, tusschen Bergen-op-Zoom en Woensdreeht, hetwelk vermoe-
dclijk zijnen naam ontleent, van de vele kreken , welke het doorsmjdcn.
KREEKERAK of K r e e r r a k , vaarwater tusschen de provmcien Noord-
Braband en Zeeland.
llet is.die arm der Schelde, welke len Westen van het Port Bath ,
noordwaarts aanstroomende , een groot half uur ten Zuiden van Bergen-
op-Zoom , door de Molen- en andere platen en het verdronken land
van Zuid-Beveland in twee hoofdarmen gescheiden wordt, welke,
nadat de eene ten Zuiden dier platen en de andere ten Noorden
rv n I