p o o r t , de H o u t s la g e r p o o r t , de K a r p e r s p o o r t , de Boter*
'v a tp o o r t , de L o u w e n p o o r t en het K le in e p o o r t je n , doch
deze zijn allengs afgebroken. Er zijn twee liavens, de Bovenhaven
en de B e n e d e n h a v e n , waarvan de laatste door eene sluis gemeen-
schap heeft met de binnengracht der-stad of Burgel.
Door het afbreken van een gedeelte der oude stads muren en poor-
ten , en het sloopen der boiwerken , is reeds eene plaats voor aange-
name wandelingen op en buiten de voormalige boiwerken, tusschen
de voqrmalige Veenepoort en de .Hagepoort, aangewonnen , en een
groot plein , aan de noordzijde van den IJsselstroom , ontstaan. De
welwillendheid van de stads Regering en de goede smaak van den
stads Bouwmeester, verfraaijen deze piek, aan de boorden van den
IJssel, van jaar tot jaar meer. De wandelingen, om en bij K am p e » ,
behooren tot de schoonste des lands. Men zal schier nergens die
ruirne vcrgezigten aantrellen, welke zieh hier op sommige plaatsen
voordoen. Zoo is , onder anderen, het gezigt op den heuvel, even
buiten de Hagepoort, over den breeden stroom, de vruchtbare IJssel-
zoomen en de nabij liggende steden en dorpen, eenig.
Het voornaamste gebouw der stad is het S t a d h a i s , in de Oude-
S ta d , uit twee gedeelten , het oudere (Oude-Raadhuis) en bet nieu-
were of eigenlijke stadhuis bestaande. Het eerste is in eenen antieken
smaak, hoewel de gedaante en inrigting niet van ouderen tijd dag-
teekenen, dan van de zestiende eeuw. Dit gebouw, van buiten met
beeiden en ander fraai werk versierd, bevat, behalve de, kelders,
vroeger ingerigt tot eene B u r g e rw a c h t , thans lokalen voor het
Kantongeregt en de Policie. Het bovenste gedeelte bestaat uit twee
zalen, waarvan de eene, de O u d e -R a a d z a a l, in den jäte 1545,
nadat zij twee jaren vroeger door brand was vernield, geheel is her-
steld en zieh nog volmaakt in denzelfden toestand bevindt, rondom
met gestoelten ,-in eikenhout gesneden, voor de leden van het Stads-
Bcstuur ingerigt, en met eenen grooten scböorsteen , geheel van steen,
tot aan de zoldering met beeldhouwwerk voorzien. De andere zaal is
thans met wapenen en vaandels der vroegere burgerwacht opgesierd.
Ook vindt men hier koperen. spuiten waarschijnlijk,om ingeval van
bcstorming, den vijand met kookend water of dergelijke te ontvangen.
W ijders is dit gedeelte vodVzien van een torentje, waarin men eene
ijzeren deur vindt 5 door de bewoners van K am p e s als zegeteeken medege-
bragtvan den huize Voerst ofVoorst, door hen in 1562 verwoest, en door
welke deur gezegd wordt, bij den opgemelden brand van bet Raadhuis ,
een groot deel van het Stedelijk archief te zijn gered. Het nieuwe
gedeelte, van veel lateren oorsprong, werd in 1740 en 1741 van eenen
nieuwcn gevel voorzien, en eindelijk, in 1830, geheel veranderd en
vernieuwd. Het is in eenen edelen stijl opgetrokken en van een deftig
balkon voorzien; de zaal, waar de Stedelijke Raad vergadert, is versierd
met de levensgroote afbeeldingen der Vorsten uit het huis v a n
O r a n j e , van welke sommige meesterlijk geschilderd zijn; overigens bevat
dit gebouw niels belangrijks. Het Stedelijk archief, aidaar bewaard,
wordt gezegd zeer rijk te zijn , inzonderheid met betrekking tot de
geschiedenis vari den handel in de middeleeuwen , en moet, behalve
andere merkwaardigheden, ook bevatten een zeer oud en belangrijk
Codex der Pandecten, dat, volgens sommigen, met den Codex Floren -
tinus wordt gelijk gesteld (1). Een nog aanwezig zijnde afschrift van
(1) B u n k e r sh o ek , in Praeterm. a d l . 2 , de Origine Juris in Praefat, e t § 11.
een handvest van Jab van Arkel, den zeven en veertigsten Bisschop
van Utrecht, van het jaar 1 3 4 4 , waarbij bij aan de stad veroorlooft
een nicuw regthuis, in plaats van het oude, bij en op een gedeelte
van St. Nicolaas-kerkhof te stichten , heeft wel eens aanleiding gege-
ven om te denken, dat er wcrkelijk een ander raadhuis , vöör het
tesenwoofdige, bestaan had, doch dewijl daarvan bpegenaamd geen
„ewag in de stads oudste boeken wordt aangetroffen, is het waarschijnlijk,
dat van deze Bisschoppelijke gunst nooit eenig gebruik is gemaakt.
Nabij het stadhuis Staat de zoogenaamde N ic u w e 'to r e n , die, naar
sommigen willen, met de twee andere, torens, namelijk die van de Bo-
ven-epßuitenkerk, bijna in even gelijken afstand van elkander staande,
zamen die drie Kamper-torens zouden uitmaken, welke in het stadswapen
worden afgebeeld. Deze meening is echter verkeerd, want reeds voor
dat de Nieuwetoren gebouwd i s , was het stadswapen met drie torens
bekend. Deze Nieuwetoren is de boogste van de drie, en van eene
fraaije bouworde, veel gelijkenis hebbende met den Westertoren te
Amsterdam. Hij is gebouwd op de plaats, waar vroeger de H. Geest-
kerk stond , het oudste gebouw waarvan melding wordt gemaäfct, en
dat in 1646 is afgebrpnd. De toren , begonnen in 164,9 en volein-
digd in . 1662 , is vooral merkwaardig door het fraaije klokkenspel,
bestaande uit acht en dertig klokken , wegende tusschen de veertig en
vijflig duizend oude ppnden, gegoten door F r a n s H em o n y . De trom-
mel voor het speelwerk is geheel uit een stuk koper vervaardigd, en
weegt meer dan drie duizend ponden ; zy bevat in de breedte vier en
vijftig gaten en honderd twintig maten; in de rondte derhalve in hpt
geheel zes duizend vier bonderd tachtig gaten. Van dezen toren, onder
welken men door eene verwelfde boog gaat, is het sprookje ontleend,
dat bij den opbouw de trap vergeten was, die men er daarom later
op zijde zou hebben moeten bijvoegen, nadat het werk reeds voltooid was.
Het T o lh i i i s , buiten de voormalige Vischpoort, een oud gebouw,
van een zonderling maaksel, hetgeen de vreemdeling met belangstel-
ling aanschouwde, is in 1844 gesloopt, en de eeuwen heugende lindeboomen
, welke er voorstonden , omgebakt. Vroeger stond terzelfder
plaatse een ander gebouw, waarschijnlijk van dezelfde grootte, het-
welk werkelijk tot een tolhuis moet gediend hebben. Overigens werden
de nieuw verkozen Bisschoppen van Utrecht, bij htinne komst te
K äm pe n , aidaar ontvangen , ten einde aidaar de regten en Privilegien
der stad te bezwerpn , alvorens ze die stad, waarvan intusschen de
poorten gesloten en de wallen bezet bleven, binnentrokken. Het laatste,
aidaar gestaan hebbende, Tolhuis was gebouwd in het jaar 1544, "
in den tränt, van dien tijd, en vrij wel bewaard gcbleven. Boven.
de deur zag men den Keizerlijken adelaar, met de zinspreuk van Kei-
zer K a r e l V: Pins e l t r a . Aan de linkerzijde van de plaats, waar dit
tolhuis‘gestaan heeft, is de S ta d s k r a a n .
Het S t a d s -L o g em e n t , voor de IJsselbrug, van stads wege in
1839 geheel nieuw gebouwd, bijna ter plaatse, alwaar de van ouds
zoogenaamde S ta d s -H e r b e r g gestaan heeft, is bestemd en ingerigt,
minder voor een logement, dan wel tot gerief en vermaak voor de in-
woners der stad en zoodanige bezoekers uit de omliggende oorden, die
van de gelegenheid willen gebruik maken, welke het tot gezellige za-
menkomst verschaft; terwijl evenwel ook dezulken, die hunnen intrek
aidaar willen nemen, voor zoo veel de localiteit zulks gedoogt, er
goede herberging vinden. Aan de linkerzijde der rivier, opwaarts
bare kronkelende loop en boorden volgende, ziet men de Veluwsche