Tlatr i o schepen en 1712 lasten meer ; van de Amenkaansche 36 bo-
deins en 6682! lasten meer. Geen zeil werd in 1836 meer gezien
onder Deensche, Russische en Spaansche vlaggen. Daarentegen komen
nieuw voor de Zweedsche, Bremer en Kniphauzer vlaggen , otschoon
niet tot beduidende gctalen. Eenigzins aangewakkerd is de komst van
bodems onder Portugesche, Chinesche en Siamsche vlaggen , oischoon
daarvan nog zeer weinig zeilen gezien werden. Afgenomen is de komst
van bodems en de tonnenlasten onder Hamburgsche vlaggen en onder
verschillende Aziatische , de laatste met een bedrag van 30 schepen
en 838 lasten (1). ' , ' . • , .
Wij gaan nu ovcr tot de mtgezeilde schepen, en hieromtrent erlangen
wij de volgendo slotsommen :
j AREB. Schepeb. Ihhoud (lasten).
1820 1520 58,807§
1830. . m I • 3680 125,2721
Meer in 1830. . • 2100 . .. 6. 6,- 464j „ .
Zoodat het aantal afgezeilde bodems in dit tijds*erloop met malen
is toegenomen en dat van den tonneninhoud met 1J malen.
Met opzigt tot de vlaggen, welke deze afgczpilde schepen voerden ,
ontwaart men de volgendo uitkomsten :
VuG6ES.
Nederlandsche.
Engelsche. .. . ■ .
Fransohe. . . •
Zweedsche. ■« , . .
Rniphauzer. . .
Hamburgsche. • •
Bremer. » ' • • •
Russische. . . .
Portugesche. . •
Spaansche. . » .
•Amenkaansche.
Chinesche en Siamsche.
Andere Aziatische.
1826. ' 1830.
Schep. Lasten. Schep. Lasten.
. 1,287 4 3 ,0 4 8 | 3,405 9 2 ,1411
42 5 ,6 3 3 ! ^68 11,531!
7 760 28 4 ,5 0 7 |
I 139 4 3 9 0 !
0 0 3 492
2 329 1 137
0 0 1 94
1 108 0 0
3 246 9 1,410
1 110 0 0
. 40 6,8 8 7 ! 80 12,821
6 287 10 575
. 130 2 ,1 9 8 ! 71
Totaal. . . 1,520 58,807 3,680 125,2 7 2 f
Het blijkt uit dczcn Staat, dat de uit Nederiabixs-Ihdié onder Nederlandsche;
vlag, uitgezeilde schepen, in 1836 , 2160 schepe.ngropt
49,993| lasten, meer herben bedragen, dan in 1826, en derhalve pet
. getal schepen 2| malen, pn dat der tonnenlasten met 1£ vermeerderd is.
Van de schepen onder Nederlandsche vlag zijn in 1826 uitgezeild
naar Nederland zelf, 49. schepen, metende 8738 lasten, in 1836,
161 schepen en 38,818! lasten, zijnde in laatstgemeld jaar ruim diie-
maal zoo veél bodems en 4 | malen zoo veci tonneninhoud.; ,~r naar
den Oostersche-Archipel, in 1826, 1217 sehepen, metende 30,553;lasten,
Cn in 1836 niet minder dan 3217 schepen, groot48,172£ lasten,,. zijp.ge
(1) In lSäS bedroeg het aaptal schepen onder verschillende Aziatische vlaggen honderd zeven en dal
der lasten een duizend vjjt honderd vij'f en twintig meer dan in 1825 ; Warnen dit slechts vier bodems
en honderd twee en dertig lasten beliep. Hieruit blijkt intusschen dat 132S / i n rtif opzigt te hoog
val ziin geweest , om eene joiste vergelijking met 1836 te dulden.
2000 bodems en I7,617j£ lasten meer; — naar China en Macao, in
1826, 1 bodem, in 1836, 18 schepen, groot 4098! lasten. In 1828
was onder Nederlandsche vlag slechts een bodem naar eene andere be-
stemming dan naar het vaderland uitgezeild; in 1826 noch in 1836
een enkel.
Het blijkt yoorts uit opgemelden Staat, dat de afvaart onder Engelsche
vlag in 1836 meerder dan in 1826 was 26 bodems en 5897! ton-;
nen, en derhalve, wat den inhoud der schepen betreff, verdubbeld
is; onder Fransche vlag, 21 schepen en 3807! lasten meerder; onder
Portugesche 6 bodems en 1164 lasten; onder Amerikaansche verdub-
beld, en in 1836 tot 80 schepen, metende 12,821 lasten, geklommen
is ; onder Zweedsche en Chinesche, enz. eenigermate is tpegenp-
men, onder Bremer en Kniphauser vlaggen in 1836 geheel nieuw
voorkomt.; — dat daarentegen de afvaart onder verschillende Aziatische
vlaggen met de helft is verminderd, waaromtrent hetzelfde als bij
de aankomsten is aan te merken; dat onder de Russische en Spaansche
vlaggen in 1836 geen zeil gezien werd, en onder de Hamburger
nog minder beteekenend , dan in '1826. eenig vertrek plaats had,.
Men mag dus, na al deze bijzonderheden, zeker als gemiddeld aan-
nemen , dat zco wei van de inkomende als van de uitgaande schepen
j§ de Nederlandsche vlag voerden ; dat de sebeepvaart onder de Engelsche
vlag, die in 1826, bij vergelijking met vroeger lijd , zeer was yer-
achterd, sedert weder is toegenomen , en de vermeerdering van: meep
blijvenden aard dan vroeger schijnt te zijn ; dat de Fransche eri Amerikaansche
betrekkingpn op Java buitengemeen verlevendigd zijn; die
van de Hanzesteden en het Noorden van Europa niet van groot gc-
wigt zijn geworden, dat de scheepvaart van en naar den Oostersche-
Archipel in 1836 min günstig heeft gestaan , doch met China op een
eenigzins beteren voet is gekomen.
De. Nederlandsche Oostindiscbe koopvaardij vloot, bcstond op 1 Ja-
nuary 1841 uit 203 schepen , als : 33 fregaten , 72 barkschepen ,
33 bpikken, 61 schoeners^ 1 kotter en 1 stoomschip.
De Portugezen waren de eerste Europeanen , die den weg naar Oost-
Indie orn de Kpap de Goede-Hoop ontdekt hadden. Zij werden, ten
gevolge dier ontdekking en van hunnen koopbandel, weldra de mag-
tigste natie in die gewesten. Gedurende den tachtigjarigen oorlpg werd
Portugal, door Fuips It , Körung van Spanje, veroverd , en hierdoor
werd voor de Nederlanders een nieuw en ruim veld geopend , orn den
Spaanschen dwingeland afbreuk te doen , door het behalen van over-
winnmgen in de overzeesche bezittingen , die aan Portugal toebehoorden ,
met oogmerk om, zoo mogelijk, de Portugezen geheel en al uit Oost-
Indie ,te verdringen.
De Nederlanders waagden het echter nog in den beginne niet längs
den gewonen weg naar Indie te zeilen. Zij vreesden de verpegaande
overmagt der Portugezen in de Indische wateren , meer nog dan het
gevaar van zullp eenen langen togt in zeeen , die hun nog weinig bekend
waren. Zij wilden derhalve heproeven , of zij längs een ander vaar-
watcr, te weten noordwaarts door de IJszee, längs China en Japan,
naar Oost-Indie konde stevenen. Met dit voornemen vereenigden zieh
eenige kooplieden van Middelburg, Amsterdam en Enkhulzen , en rustlen
drie. schepen uit om de noordelijke doorvaart naar Oost-Indie te be-
proeven, Zulks werd tot drie malen to e , ondanks de grootste zwarig-
faeden , herhaald, de eerste inaal, in het jaar 1394, onder Cobbelis
Corkelisz. Net , Ysbrabdt Tesbalu en Wileem Barebosz., dia Nova