KOUDEHUIZUM of K o l d e h ü i z d m , buurs., prov. Friesland, kw.
Westergoo, griet. Wonseradeel, arr. en 3J u. N. W. van Sneeh,
kant. en 1 | u. N. W. van Boisward, £ u. W. van Witmarsnm.
KOUDEKERK, gem. in Rijnland, prov. Zuid-Ilolland, arr. Leyden,
kant. Woubrugge (7 k. d., 19 m. k., 2 s. d., 1 afd.); palende
N. aan de gem. Alkemade en de gem. Woubrugge, 0. aan Oudshoorn-
en-de-Gnephoek, Z. aan den Rijn, die haar van Hazerswoude scheidt,
W. aan Levderdorp.
Deze gem. bevat het d. K o u d e k e r k , benevens eenige verstrooid
liggende huizen; beslaat, volgens bet kadasier, eene oppervlakte van
1016 bund. 95 v. r. 7S v. eil., waaronder 1016 bund. 47 v. r. 68 v. eil.
belastbaar land; telt 152 h., bewoond door 227 huisgez., uitmakende
eene bevolking van 1235 inw., die meest hun bestaan vinden in land-
bouw en veeleelt. De weilanden , waarin grootendeels de grond van het
ambacht bestaat, zijn hier uitncmend goed , en geven de beste soort
van boter en kaas, welk zuivel hier ook den grootsten bandel uit-
maakt. Ook heeft men er 3 pannen- en tegelbakkerijen, 1 steenbak-
kerij , 2 kalkovcns, 1 scheeps-timmerwerf, 1 azijnmakerij en 1 leer-
looijerij.
De Herv., welke hier 990 in getal zijn , onder welke 340 Lede-
maten , maken eene gem. üit, welke tot de klass. van Leyden, ring
van Alphen, behoort. De eersle, die hier het leeraarambt heeft waar-
genomen, is geweest C o r n e l i s B r a k e l , die in bet jaar 1581 herwaarts
kwam , en in het jaar 1586 opgevolgd werd door J o h a n n i s N o b e l i ü s .
Met beroep geschiedt door den kerkeraad, onder agreatie van den
Ambachtsheer, nadat er eene overeenstemming , over den Prfedikant,
die zal beröepen worden, tusschen den Ambachtsheer en de kerkeraad
heeft plaats gehad.
De R. K., welke hier 270 in getal zijn, maken, met die van
de O o s tb u u r t , onder H a z e r sw o u d e , eene slat. u it, welke tot
het aartspr. van Holland-en-Zeeland, dek. van Rijnland, behoort, en
760 zielen onder welke 580 Communikanten , telt.
De 5 Isr., welke men er aantreft, behooren tot de ringsynagoge
van Alphen.
Men heeft in deze gem. eene school, welke door een gemiddeld
¡getal van 130 leerlingen bezocht wordt.
Deze gem. is eene heerl., die, in het jaar 1331 , door W i l l e m III,
Graaf van Holland, aan Jonkheer G e r r i t v a n P o e l g e e s t uitgegeven is
voor een regt leen ; doch met dit voorregt , dat dit regt of kwaad
leen , bij gebrek van zonen, ook op de dochters zou mögen versterve'n.
De hooge jurisdictie in deze ambachtsheerl. werd, tot het jaar
1600 toe , geoefend door den Baljuw van Rijnland ; doch op het te
kennen geven van Heer G é r a r d v a n P o e l g e e s t , dat bij in vele jaren
niet had genoten den derden penning in de breuken, aan de ambachts-
beerlijkheid behoorende, en op verzoek dat hem, in vergoeding van
dien , de hooge jurisdictie mögt worden opgcdragen , gelijk aan den
Heer van Esselijkerwoiide en anderen vergund was, hebben de Staten
van Holland en West-Friesland den Heer van K o d d e k e r k begiftigd met
de hooge heerl. in de voornoemde ambachtsheerl. Behalve dit regt was er
vroeger aan deze heerl. gehecht een leenhof, onafhankelijk van het huis
v a n P o e l g e e s t , hetwelk met zijn tiendregt mede een onversterfelijk leen ,
en leenroerig was van de Staten der provincie Holland. ' Het geslacht der
P o e l g e e s t e n , een der oudste van Holland, stierf uit in het jaar 1713,
met G e r r i t v a n P o e l g e e s t , den vijftiende van dien naam, Majoor van
bet regiment Ruiterij , onder den Graaf v a n Obdam , i n dienst dezer
landen, die ongehuwd binnen ’s Hertogenbosch overleed en met Wien
de wapenen van dit stamhuis werden in het graf ® ur
lijnc minderjarigheid waren , ten behoeve van de -hulde.schers op
den boedel van Heer G e r r i t , den veertienden van dien naam , alle
de heerlijke goederen van P o e l g e e s t verkocht, waaruit zeer langdurige
iegtsgediigen zijn gesproten, die, na den dood van den lö s t e n Heer
v a n P o e l g e e s t , schenen te zullen levendig blijven , naardien de am
bachtsheerlijkheid van K o d d e k e r k , het yoornaamste dier goederen a
een regt of kwaad leen, aan de Staten van Holland en West-Fnes-
land, als Leenbeeren , moest vervallen, ten Wiens behoeve e am-
bachtsheerlijkheid ook, op den 8 February 1714, werd m besla^
¡renomen. Doch aangezien de andere heerhjke goederen, b.j vonms
f a n den Hoogen Raad , van den 22 December 1 7 1 3 , bereids waren
toegewezen aan Vrouwe M a r i a K o m e r s t e i n , te wier behoeve alle deze
goederen, op den 8 Januarij 1692, waren aangekocht, en zy op^ en
28 Maart 1714 daarmede was verleid, en voorts dewyl de koopschat van
goederen , voor meer dan twinlig jaren , was voldaan, hebben üe Al-
Lmeene Staten, den 13 December 1714, besloten om de ambitchts-
heerl. K o d d e k e r k uit te geven aan den bezitter der hooge heerl., doeb
niet weder als een regk of kwaad leen , maar als een onverstertelyk
erlleen , mits dat aan den lande daarvoor zetere som zou betaald worden
, die, bij nadere resolutie van 22 Maart l7 1 o , bepaald werd op
duizend dukatons (3150 guld.). Hierdoor namen die moeijelijkhe-
den wel een einde,,.maar weihaast rezen er weder andere, tussebe
den zoon en de dochters kinderen van gemelde Vrouwe M a r i a K o h m e r -
s t e i n , die eerst, op het einde van het jaar 1737 , zijn opgesc or en
geschikt geworden. Deze heerlijke goederen waren vroeger bezeten
door Jonkheer J a n W i l l e m Baron v a n R i f p e r d a , minderjangen nage-
laten zoon van L d d o l e Z d o r d Baron v a n R i f p e r d a , weleer Atgezant
van den Koning van Spanje , bij Keizer K a r e l V I, en uit een Gra-
vin v a n K o b e n z e l geboren. Deze Jonkheer J a n W i l l e m , was e ein
zoon van den Groningsche J a n W i l l e m Baron v a n R i f p e r d a , eer van
Jensuma, Ambassadeur bij den Koning van Spanje en nader an eers e
Staalsdienaar van den Koning, wiens staatsverwisselingen wij ree s op
het art. E n g l ü m b e r g vermeld hebben. Thans wordt de heerl. o d d e k e r k
in eigendom bezeten door de erfgenamen van wijle Mevrouw A d r i a n a
C a t r a r i n a V o s m a e r , in leven weduwe van den Wel-Eerwaarden Heer
R e i n i e r S w e i g h o l t , woonachtig te Loenen.
Het d. K o d d e k e r k , bij de landlieden meestal K o d k e r k geheeten, ligt
1J u. O. van Leyden , 1£ u. Z. W. van Woubrugge, 1J u. W. van
Alphen , aan den noordelijken oever van den Rijn , in e e D e zeer ver-
makelijke landstreek, zoodat zij in schilderachtige water- en landge-
zigten, haars gelijken weinig aan die rivier heeft; hebbende het gezig
op de gebouwen en lüstplaatsen , längs den zuidelijkea oevei van en
Rijn, op den grond van Hazerswoude gelegen.
Men vindt er die gissen, dat dit d. den naam heeft naar de Rauchen
, naburen der oude Friesen , die noordelijk aan den regter oever
der Eems woonden, en hier eene volkplanting zouden gehad he en.
Dit wordt echter door anderen wedersproken,
Het strekt zieh ter lengte van omtrent een half uur gaans . längs
den ooslelijken oever van den Rijn uit , en is tamelijk wel be ouw .
De doorvaart der trekschuiten naar alle steden van Holland , is een
groot voordeel voor K oddekerk , om dagelijks overal henen te kunnen