}£t Land-van-de-Vier-Kinderen; 1210 akk. groot; thans aan de V ier-
H in d e r e n getrokken.
KONINGSBERGEN, verl. plant, in Nederlands-Guiana, kol. Suriname.
Zie het vorige art.
KONINGSBOSGH, geh. in de prov. Limburg, arr., kant. en 3 u
van Roermond, gem. en § | u. ten Z. 0 . van Echt; met 4 h.
en 20 inw.
Dit geh. ligt geheel aan de Pruissische greuzen. Er is aldaar een
kantoor van in- en uitgaande regten, het welk nog niet zeer langen tiid
bestaan heeft en onder den naam van het Ka n t o o r - l e -E c h t e r -
b o sch hekend is.
KONINGSBUREN of de K on ingsboc rt , geh. of liever voorstad van
Harlingen, prov. Friesland, kw„ Westergoo, griet. Franekeradeel,
arr. en 3 u. W. \a a Leeuwarden, U nt. en ¿ u. 0 . van Harlingen,
i u. L. W. van Midlum, waartoe het behoort; met 30 h. en 130 inw.
Men heeft er 2 kalkovens, 6 sleenbakkerijen en 2 houtzaagmolens
. KONINGSDIEP (HET,, riviertje, prov. Friesland, onSpringende
in het oostelijke gedeelte van de griet. Opsterland, arr. Heerenveen,
■uit het Mieuwe-Meer, en loopende als eene geringe, des zomers drooge
beek, tot aan de Poosterbrugge; wordende van daar af, westwaarts
voortstroomende, steeds breeder en breeder, en verkrijffende ter
P.Wts(y. waar Beetsterzwaag ten N. en Lippenhuizen ten Z. van de
ri\,ier lig t, beide 40 min. landwaarls in , den naam van de Boomt.
Zie voorts dal woord.
KONINGSDIEP water, prov. Groningen. Het is.eigenlijk dat gedeelte
van het Aduarderdiep , hetwelk van de grenzen der provincie
Drenthe naar Hoogkerk loopt. Zie voorts A d u a r d e r d ie p .
KONINGSDIJK , dijk beneden den Tielerwaard, prov. Gelderland, van
het geh. Vogelswerf, onder Heukelom, in eene oostelijke strekking,
naar Asperen loopende, en dienende om de vereeniging van het inun-
datiewater der Betuwe met de Linge te verhinderen.
Deze dijk is in het jaar 1809, op eenen kwaden derriegrond, aange-
» en ontleent zijnen naam van den toenmaligen Koning van Holland.
Bij den watervloed van Januarij 1820 vielen daarin vier doorbraken. Ook
heeft hij lang door verzinkingen geleden.
KONINGSDUIN, duinontginning in Kennemerland, prov. Noord-
Holland, arr. en 4 u. N. van Haarlem, kant. en £ u. N. van
Beverwijlc, gem. Castricum-en-Backum; palende N. aan de gem. Egmond-
Rmnen, Z. aan den Brabandsche-Landbouw, beslaande eene oppervlakte
van 1049 bund. 68 v. r. 20 v. ell. en bevattende, met het Kom-
mi s s a r i sh u i s , Johanna’s -H o f , het Ze e v e ld en de Schaap-
b e rde r swomng , 12 h. en 80 inw. ;
Deze duinen, welke vroeger twee winstgevende duinmeijerijen uit-
maakten, genaamd het Ze ev e ld en het Z e e d u i n , zijn na de
uitroeijmg van het konijn, in het jaar 1829, in publieke’veiling,
aangekocht door Z. M Koning W illem I (waarvan zij nu hären naam
ontleenen) voor desom vanl2,240 guld., ten einde de uitgestrekte daarin
gelegene vlakten, als daar zijn: het Groote - Vo g e l water , het
K i em e -V o g e l w a t e r , het Z e e v e ld , het H a l v e -G a l g e v l a k ,
den Hoep enz. door ontginning vruchtbaar te maken , waartoe zij,
door verwijding en verdieping van de Hoepbeek, zijn gekanaliseerd en
daarna behoorlijk afgekaveld. De gronden tot das verre in bebouwing
zijnde, en die zieh van de binnenlanden tot omtrent J u. van zee uit-
strekken, beslaan eene oppervlakte, volgens kadastrale meting, van
§29 bund. 47 v. r. 18 v. èli. wei- en bouwland. De schaapskudde,
welke, behalve het rundvee, op deze ontginning wordt aangehouden,
bedraagt doorgaande een getal van 300 koppen, behoorende thans deze
bezitting aan Z. K. H. Prins F h e d e h ik der Nederlanden.
KONINGSHOF, boerenplaats in de Over-Betuwe, prov. Gelderland,
dislr., arr. en 2 u. N.N. W. van Nijmegen, kant. en 11 u. W. Z. W.
van E is t, gem. Valburg, op eene woerd of hoogte, waaruit men
oudheden heeft opgedolven. .
Aan dezen K on ingshof is eene bijzondere bloedtiend uit de meeste
naburige landen verbonden, zoo als, onder anderen, van eenen kockoek,
van eene gans met eenen zilveren penning, énz.
KON1NGSHUIS (HET), voor'm. h. in Kennemerland, prov. Noord-
Holland, in de stad Alkmaar. Zie K om h g -W il l em s - H u is .
KONINGSHUIS (HET 0UDE-), adell. h. in Rijnland, prov. Zuid-
Holland, arr. en l j u. N. van Leyden, kant. 15 u. O. van Noord-
wijli-Vinnen, gem. Sassenheim, aan het dorp.
De daartoe behoorende moes- en broeituinen, boomgaarden, fraai
park, eiland, bosschen, wandelingen en weiland, beslaan eene oppervlakte
van 14 bund. 70 v. r. 10 v. eil., en worden thans in eigendom
bezeten door den Heer Dr. A. W il l l t , woonachtig te Amsterdam.
KONINGS-LEEGTEN, streek lands in Hunsingo, prov. Groningen,
arr. Appingedam, kant. Onderdendam, gem. en ^ u. Z. O. van Adorp.
Het is eene uitgestrekte, zeer bogtige, läge vlakte, ten 0 . van den
straatweg naar Groningen, welke eene oppervlakte beslaat van 9 bund.
en merkwaardig is wegens onde overleveringen van aldaar met hunnen
Koning gelande en verslagene Noormannen,
KONINGSLDST, heerenhuis in het Nederkwartier der prov. Utrecht,
arr., kant. en gem. Utrecht.
Dit h., waarin bevorens herberg gehouden werd, behoorde tot in
het jaar 1830 onder de gem. Maartensdijk, maar is toen onder die
van Utrecht gekomen. ,
KONINGS-OORD, pold. in de heerl. Prinseland, proy. Noord-Bra-
band, Vierde distr., arr. Breda, kant. Oudenbosch, gem. Dinteloord.
en-Prinseland ; palende N. aan den Anna-polder, 0 . aan den Mariapolder,
Z. aan de Steenbergsche-vliet en het Nassau-poldertje, W.
aan de Gorzen.
Deze pold., die in het jaar 1699 of 1700 bedijkt is , beslaat, volgens
het kadaster, eene oppervlakte van 410 bund. 13 v. r. 81 v. eil.,
waaronder 384 bund. 91 v. r. 26 v. eil. schotbaar land , en wordt
door eene steenen sluis, met deur en schuif, wijd 1 eil. 4 palm.
9 duim., hoog 1 eil. 2 palm. 3 duim., op de Steenbergsche-vliet, van
het overtollige water ontlast. Het zomerpeil is 7 palm. 8 duim onder
A. P. Het polderbestuur bestaat uit eenen Dijkgraaf, twee Ge-
zworenen en eenen Secretaris-Penningmeester.
Tegen den noordoosthoek van dezen polder is de diglingsdijk van de
Vliet-, in het jaar 1823, aangesloten geworden.
In het jaar 1709 werd aan de noordwestzijde van dezen polder
eene dijkbreuk veroorzaakt. In het jaar 1838 is de Noorddijk
voor zoover deze namelijk aan de zeevloeden is blootgesleld, van 2 tot
9 of 10 palm. verhoogd geworden; de kruin te vorèn bereden, i s ,
door die verhooging, daartoe niet meer geschikt.
KONINGS-PAD, weg in de Vier-Noorderkoggen, prov. Noord-Hol-
land, onder Hoogwoude en Opmeer, loopende achter of bewesten den
Middenweg dezer beide dorpen, van de Ringsloot te Opmeer af tot
VI. D e e l .