
 
        
         
		1.69  M.  N .A .P .,  de  geboorte  van het gewelf op  1.36 M.  +  N.A.P. en de top op 2.26 M.  +  N.A.P.  
 De  sluis  is  gefundeerd  op  een  houten  paalfundeering;  onder  den  buitenslagdrenipel zit een betonkoffer, 
   lang  8.20  M.,'breed  1.40  M.,  reikende  tot  3.27  M .-7-N.A.P.  Onder  den  binnenslag-  
 drempel  en  de  jokdorpels  zijn  damwanden  aangebracht.  De  sluis  ligt  in  een  dwarsdam,  welke  
 de  bedijking  van  het  land  van  Altena  met  den  noorderrjvierdijk  verbindt  en  moest,  ingevolge  
 een  besluit  van  het  bestuur  van  het  Waterschap  de  Hooge  Maasdijk  van  Stad  en  Lande  van  
 H eusden   c.  a.,  zijn  voltooid  alvorens  de  Drongelensche  zeedijk  moeht  worden  doorgegraven. 
 F ig .  37,  B u i t e n a a n z i c h t   v a n   d e   a f s l u i t i n g s -   e n   b em a l in g s w e r k e n   a a n   d e n   
 b e n e d e n m o n d   v a n   h e t   n o o r d e r k a n a a l . 
 De  situatie  van  de  afsluitings-  en  bemalingswerken  aan  den  benedenmond  van  het  kanaal  
 is  afgebeeld  in  fig.  36,  het  buitenaanzicht  in  flg.-  37.  De  uitwaterings-  en  inlaatsluis  ligt  aan  het  
 zuidelijk'  uiteinde  van  den  afsluitdijk  door  de  Scheisloot,  die  haaks  tegen  den  bandijk  van  het  
 land  van  A l t e n a   aansluit.  Het  stoomgemaal  is  naast  den  noorderrivierdijk  tegen  de  sluis  aan-  
 gebouwd,  de  bijgebouwen  staan  afgezonderd  van  het  hoofdgebouw.  De  toegangsweg  naar  het  
 stoomgemaal  loopt  over  de  kruin  van  den  afsluitdijk  door  de  Scheisloot,  van  waar  tevens  een  
 afrit  voert  naar  eene  los-  en  laadplaats  aan  de  buitenzijde  van  dien  dijk.  Door  dezen  dijk  ligt  
 de  reeds  vermelde  ijzeren  duiker  van  den  Peereboompolder. 
 De  uitwaterings-  en  inlaatsluis  heeft  eene  wijdte  in  den  dag  van  5  M.,  en  is  voorzien  van 
 een  paar  houten  vloed-  en  een  paar  houten  ebbedeuren;  de  beide  slagdrempels  liggen  op  
 2.14  M.  -H-N.A.P.,  de  dekzerken  op  3.61  M.  +  N.A.P.  Met  bet  00g  op  de  scheepvaart,  die  bij  
 gelijk  water  binnen  en  builcn  kan  plaats  hebben,  is  de  sluis  van  boven  open,  doch  voor  den  
 toegang  naar  het  stoomgemaal  is  er  eene  voetbrug  overhocn  ge'.egd.  De  sluis  is  gefundeerd  op  
 eene  houten  paalfundeering  en  voorzien  van  betonkoifers,  waarvan  de  afmctingcn  blijken  uit fig.  
 3S ;  -.¡ML  opgetrokken  in  baksteen,  met  toepassing  van  hardsteen  voor  d e   dekzerken,  hoek- 
 38.  U i tw a t e r in g s -   en   in l a a t s l u i s   v a n   d e   a f s l u i t i n g s -   e n   b em a l in g s w e r k e n   a a n   d e n   
 b e n e d e n m o n d   v a n   h e t   n o o r d e r k a n a a l . 
 blokken  enz.  Elke  deur  heeft  eene  ijzeren  schuif  met  windwerk.  Voor  het  inbrengen  en uithalen  
 cler  schotbalken  zijn  vier  kraantjes  op  de  sluis  aangebracht.  De  aansluitende  beloopen  zijn  ver-  
 dedigd  met  glooiing  van  zuilenbasalt.  De  stortebedden  binnen  en  buiten  zijn  17  M.  lang  en  
 gemiddeld  20  M.  breed.  Tijdens  den  bouw  der  sluis  bestond  110g  geen  zekerheid  dat  een stoom-  
 gemaäl  er  naast  zou  worden  gebouwd;  uit  voorzorg  zijn  bij  de  fundeering  evenwel  eenige  palen  
 längs  de  zuidzijde  van  de  sluis  geslagen,  ten  einde  later  trillingen  in  de  nabijheid door het heien  
 te  voorkomen.