as geplaatst, die in het verticale vlak een kleinen hoek met de drijfas maakt, zoodanig, dat de
trekkabel vrij om beide schijven loopt. Aan elk der uiteinden van de pont heeft die kabel nog
eene geleiding tusschen losse rollen, ten einde vrij te loopen van den benedenleikabel. De twee
leikabels brengen hunne krachten op het pontlichaam over door tusschenkomst van schijven
met 60 c.M. middellijn. Die voor den bovenleikabel zijn verstelbaar om eene horizontale as in
verband met het groote verschil in intensiteit van de benedenwaarts gerichte stroomsnelheden;
die voor den benedenleikabel zijn vast en verticaal geplaatst. Aan de uiteinden der pont wordt
laatstgenoemde kabel bovendien door looprollen geleid, ten einde vrij te blijven van den trekkabel.
De leischijven voor den bovenleikabel zijn vervaardigd uit gietstaal en opgevuld met een
alliage van tin en lood, waardoor de vrij kostbare kabel een zacht loopvlak vindt en hij zelfs
bij de grootste stroomsnelheden voor splinteren wordt behoed; het alliage moet periodiek worden
vernieuwd. De leischijven voor den benedenleikabel zijn van gietijzer en hebben eene vulling
van kopseikenhout. Ook de trekwielen en de grootere leirollen bieden den kabels een loopvlak
van die houtsoort, de kleinere rollen en schijven daarentegen zijn met groenharthout gevuld.
De ruimten, waarin zieh de stoomketel en het stoomwerktuig bevinden, zijn langsscheeps
overdekt met plaatijzeren kappen, die tot 1 M. boven het dek reiken en van geluid- en warmte-
keerende bekleedingen zijn voorzien. Naast de stookplaats ligt onder het dek eene steenkolen-
ruimte. De stoomleidingen loopen onder het dek door. De pont is voorzien van eene extra
stoompomp voor het schoönspuiten van het dek en van stoomleidingen voor het ontdooien van
de kabelschijven en -rollen en van andere aan aanvriezing blootgestelde bewegende deelen.
De kabels zijn aan zeer stevige paalwerken op de oevers bevestigd; de trekkabel is 20 m.M.
zwaar, de leikabels hebben 25 m.M. middellijn.
De veerdienst gaat dag en nacht door en de pont vaart over telkens als er zieh publiek
aanmeldt. De bediening is opgedragen aan vijf personen, t. w.: een gezagvoerder, twee pont-
wachters en twee machinist-stokers. Voor huisvesting van dat personeel zijn op de bandijken
vijf woningen gebouwd, namelijk eene dubbele woning op den zuiderdijk en eene dubbele,
benevens eene enkelvoudige woning op den noorderdijk. De dubbele woningen zijn van het in
fig. 14 voorgestelde ty p e ; de enkelvoudige, een tiental jaren later gebouwd, vertoont daarmede
onderscheidene punten van verschil. De woning op den zuiderdijk is telephonisch verbonden
met den opzichter te H eu sd en en met het Capelsche veer.
Aan de noordzijde der rivier zijn voorts gebouwd een magazijn voor de berging van reserve
veermaterieel, lantaarns enz., eene steenkolenloods en een wachtlokaal voor het bedienend personeel,
') terwijl op beide oevers verplaatsbare schuilplaatsen voor het publiek zijn opgesteld.
De schuilplaats op den zuideroever is doör- eene electrische bei verbonden met het wachtlokaal
voor het bedienend personeel aan de noordzijde der rivier.
De steenkolenloods, voorgesteld in fig. 17 , is van ijzer op steenen voet. De spanten zijn
geconstrueerd uit getrokken ijzer, de afdekking bestaat, zoowel voor de zijwanden en de deuren
als voor de kap, uit gegalvaniseerd gegolfd plaatijzer. De ventilatie wordt verzekerd door
' ) Dit is het gebouwtje van den voormaligen registreerenden getijmeter te K e iz e r s v e e r .
I
F ig . 17. S t e e n k o l e n l o o d s .
eene luchtkap met j a lo u z i e e n , de verlichting door met hartleyglas afgedekte openingen in de
kap. De gegolfde platen zijn bevestigd door koperen en gegalvaniseerd ijzeren bouten, nagels en
moeren. De vloer der loods is bestraat met klinkers. Achter de loods is eene aschbeit gevormd.