
 
        
         
		in  hetzelfde  jaar  een  wetsontwerp  ontving,  strekkende  om  in  de  kosten  van  aanleg,  geraamd  op  
 f  2,900,000.-^,  van  Rijkswege  met  f  1.,000,000.—   bij  te  dragen.  Dit  wetsontwerp  was  evenwel  
 nog  niet  afgedaan,  toen  in  1853  de  sluiting  van  het  kanaal  van  S t .-A n d r ie s   ter  hand  werd  
 genomen  en  het  is  later  aangehouden,  omdat  N o o rd -B r a b a n t   nä  die  sluiting  en  nädat  in  verband  
 daarmede  de  sluizen  aan  den  mond  der  Dieze  waren  gesticht,  vermeende  op  minder  om-  
 vangrijke  wijze  en  meer  partieel  in  de  waterlossing  te  kunnen  voorzien.  Het  genoemde  Water-  
 schap  werd  dan  00k opgeheven.  Verschillende polders längs de Dieze hebben toen stoombemalingen  
 gesticht  en  herhaaldelijk  werd  vergunning  verzocht  om  tot  sluiting  der Noord-Brabantsche  over-  
 laten  te  mögen  overgaän,  doch  de  Hooge  Regeering  heeft  daarop  telkens  afwijzend  beschikt,  
 omdat  de  Maas  bij  hoog  opperwater  en  ijsgang  niet  in  Staat  was  zieh  zelve  te  redden. 
 K A N A A L P L A N   LEEMANS. 
 In  18 6 9   eindelijk  werd  door  den  Ingenieur  van  den  Waterstaat  W.  F .   LEEMANS  te  
 ’s -H e r to g e n b o s ch   een  ontwerp  tot  watervrijmaking  van  het  inundatiegebied  om  die  vesting  
 opgemaakt,  hetwelk,  hoewel  niet  uitgevoerd,  in  de  volgende  afdeeling  herhaaldelijk  ter  sprake  
 zal  komen  en  daarom  hier  een  körte  behandeling  möge  vinden.  *)' 
 Dit  ontwerp,  op  plaat  I  aangeduid,  omvatte  de  navolgende  werken: 
 De  linker-Maasoever  boven  H ed ik h u iz en   wordt  doorgaande  bedijkt  en  de  linker-Diezedijk  
 watervrij  opgehoogd.  ’ 
 De  L e y   wordt  bekaad,  längs  den  rechteroever  van  C rom v o ir t   tot  aan  den  Hollandsehen  
 dijk  en  längs  den  linkeroever,  van  de  genoemde  gemeente  tot  aan  den  Boschdijk.  De  Bossche  
 sloot  zal  dan  uitsluitend  het  water  ontvangen  van  de  L e y   en  dit  op  de  Dieze  loozen.  Zuinig-  
 heidshalve  wordt  de  bekading  van  de  L e y   echter  niet  hooger  opgetrokken,  dan  noodig  is  om  
 het  water  nog  bij  een  stand  van  4.70  M.  -|- A.P.  op  de  Dieze  te  kunnen  brengen.  Stijgt  deze  
 rivier  bij  uitzondering  hooger,  dan  wordt  het  L e y  water  door  een  overlaat  in  de  linkerkade  bij  
 V lijm en   op  het  na  te  noemen  uitwateringskanaal  gebracht. 
 Dit  kanaal  bestaat  uit  drie  gedeelten.  Het  eene  is  bestemd  voor  de  uitwatering der  polders  
 bezuiden  en  beoosten  de  L e y   en  begint  bij  de  Aalsloot  in  het  Bossche  veld, loopt  längs  de 
 rechter  Leykade  tot  aan  de  bocht  bij  V lijm en   en  gaat  hier  vervolgens  met een grondduiker 
 onder  de  Ley  door. 
 Het  tweede  gedeelte  dient  om  00k  de  gronden  benoorden  de  Bossche  sloot  eene  geregelde  
 uitwatering  te  verzekeren;  daartoe  wordt  längs  den  buitenteen  der  bedijking  van  het  land  van  
 Heusden  een  kanaal  gegraven,  loopende  van  de  Hedikhuizensche  Maas  tot  in  het  eerstge-  
 noemde  kanaalpand  beneden  de  kruising  met  de  Ley.  Dit  kanaalpand  komt  eerst  in  werking,  
 zoodra  de  loozing  der  betrokken  streek  aan  het  Hedikhuizensche  Sas  niet  meer  kan  plaats  
 hebben,  waartoe  dan  eene  in  den  Provincialen  weg  van  ’s -H e r to g e n b o s ch   naar  V lijm en   
 ontworpen  schuif  wordt  opgehaald. 
 Het  water  van  die  twee  kanaalgedeelten  wordt  opgevangen  door  het  derde  pand,  hetwelk 
 ’)  Zie  het  op  de  vorige  bladzijde  aangehaalde  werk. 
 door  het  Vlijmensche  Vin,  volgens  de  richting  der  Oude  Loonsche vaart westwaarts loopt tot aan  
 de  zomersluiting  in  den  Baardwijkschen  overlaat.  Hier  buigt  het  zieh  noordwaarts  om  en  loost  
 het  water  ten  slotte  door  het  Drunensche  Loopke  op  het  Oude  Maasje  bij  D o e v e r e n .   Naast  
 het  bestaande  sluisje  aan  den  mond  van  het  Loopke  wordt  daartoe  eene nieuwe uitwateringssluis  
 gebouwd. 
 Het  kanaal  in  zijn  geheel  mag  de  bestaande  uitwatering  op  het  Oude  Maasje  niet  hinderen  
 en  wordt  dan  ook  buiten  werking  gesteld,  zoodra  de  sluizen  van  het  bovenland  van  H eu sd en   
 bij  eb  niet  geregeld  kunnen  loozen.  Om  het  kanaal  alscian  te  kunnen! afsluiten  is  in  de  zomer-  
 .sluiting  van  den  Baardwijkschen  overlaat  eene  schötbalksluis  ontworpen. 
 Het  tweede  kanaalpad  is  tevens  ingericht  voor  de  scheepvaart  ter  verbinding  van  V lijm e n   
 met  de  Maas. 
 B EHOE FT E  AAN  DE   SCHEIDING  VAN  MAAS  EN  W AA L. 
 Aar.  de  hand  der  geschiedkundige  ontwikkeling  van  de  ongunstige  gesteldheid  der  Bra-  
 bantschc  Maas,  in  de  voorgaande  bladzijden  geschetst,  zal  de  behoefté  aan  haré  afscheiding van  
 de  Waal,  zoo  in  het  algemeen  rivierbelang,  als  ter  verbetering  van  den  waterstaatstoestand  van  
 N o o rd -B ra b a n t ,  ook  nä  de  sluiting  van  het  Schansegat,  duidelijk  worden  gevoeld.  Niettemin  
 schijnt  het  gewenseht  de  nadeelen,  welke  met  de  gemeenschap  der  rivieren  samenhingen,  zoo  
 mogelijk  aan  de  hand  van  enkele  waargenomen  feiten  en  waterstanden  eenigszins  scherper  te  
 omlijnen. 
 IJSGAN G. 
 Met  betrekking  tot  den  afvoer  van  ijs  is  het  onvermijdelijk  daarbij  de  algemeene  opmerking  
 te  herhalen,  dat  elke  zijdelingsche  gemeenschap  of  afleiding  plaatselijk  een  nadeeligen  invloed  
 uitoefent  op  den  vorm  der  bedding  en  het  verhäng  der  rivier  en  dat  zieh  in  ¡Ion  loop  der  ecuwen  
 dan  ook  nagenoeg  bij  elken  zwaren  ijsgang  verstoppingen  nabij  de  punten  van  gemeenschap  op  
 de  Waal  en  op  de  Maas  hebben  voorgedaan.  Ook  had  de  geschiedenis  telkens  een  ijsdam  op  
 de  Merwede  bij  W e rk en d am   aan  te  teekenen,  omdat  de  in  tréchtervorm  toeloopende  bedijking  
 dezer  rivier  geen  ruimte  genoeg  bood  om  de  groote  massa’s  ijs,  welke  tegelijk  van  de Waal  en  
 de  Maas  kwamen  aansnellen  en  tegen  elkander  botsten,  a f  te  voeren. 
 De  eerste  zware  ijsgang  nä  de  sluiting  van  het  kanaal  vän  St.-Andries  reeds,  die  van  
 Januari  1S 6 1 ,  geeft  een  treurig  beeid  van  hetgeen  bij  dergelijke  ijsbezettingen  kon  gebeuren.  
 Bij  V u r e n   was  de  Waal  verstopt  en  ook  te  W e rk en d am   had  zieh  een  ijsdam gezet.  D e  Waal  
 en  de  Maas  Stegen  beide, tot  boven  de  kruin  der  dijken,  de  Heerewaardensche  overlaten  waren  
 werkeloos  en  de  Baardwijksche  overlaat,  die  redding  moest  brengen,  geraakte  onmiddellijk  door  
 het  zware  ijs  verstopt,  Het  gevolg  was  dan  ook,  dat  eerst  de  Bommelerwaard  beneden  den  
 Meidijk  van  de  zijde  der  Waal  inbrak,  spoedig  daarna  ook  de Bommelerwaard  boven  den Meidijk  
 overstroomde  en  dat  eindelijk  de  Maasdijk  bij  P o u d e ro y e n   bezweek,  waardoor  de  Waal  zieh  
 dwars  door  de  Bommelerwaard  heen  op  de  Maas  ontlastte.  Bovendien  overstroomde  het  land  
 van  Maas  en  Waal  en  viel  er  eene  doorbraak  in  den  Beersche-Maasdijk  onder  He rp em