dat de Bokhovensehë overlaat lig't op gemiddeld 4.46 M. -j- N.A.P. en de Vlijmensche overlaat
op 4.26 M. l g N.A.P.
Bij hooge zomerstanden veroorzaakt de gèstremde loozing te C r è v e c o e u r eveneens eene
rijzing op de Dieze, de Dommel en de A a , afhankelijk van den duur der hooge Maasstanden,
doch de zijdelingsche afleidingen en overstortingen längs de Dieze komen dan niet v oo r, zoowel
omdat het waterbezwaar in den regel kleiner is , als omdat allerwege door zomersluitingen en
kistingen tegen overstrooming van de benedenwaarts gelegen landen wordt gewaakt. Reeds bij
een peil van 3.86 M. -f- N.A.P. worden de bekade hooilanden längs de Beneden-Dommel en de
Beneden-Aa met overstrooming bedreigd en alleen door het opkisten der bekadingen kan zulks
worden voorkomen of verschoven. Meermalen gebeurt het dat tegen het stijgende water geen
keering meer mogelijk is en dat uitgestrekte beemden tijdens den hooibouw door de ramp der
overstrooming worden geteisterd. Doch 00k al kon die overstrooming worden voorkomen, dan zou
toch het groote nadeel der gestremde uitwatering voor de benedenpolders in dien tijd vàn het
jaar, althans bij eenigen duur der hooge watérstanden, blijven bestaan.
In den nieuwen toestand zal het afwateringskanaal van ’s -H e r to g en b o s ch naar D ro n g e len
het gebied van Dommel en A a te ’s -H e r to g en b o s ch ontlasten, zoodanig; dat:
i°. het kanaal telkens eerst in werking komt bij een waterstand boven 2.06 M.-j- N.A.P.,
zijnde het Diezepeil te ’s -H e r to g en b o s ch , omdat het water van Dommel en A a beneden
genoemde hoogte wordt benoodigd voor het op peil houden van de Dieze ;
2°. de afvoer längs het kanaal een maximum van 5 5 M3 per secunde kan bereiken, zonder
dat het voor de overstrooming der hooilanden critische peil van 3.86 M. -|- N.A.P. te ’s-Her-
to g e n b o s ch wordt overschreden; :
30. de afvoer längs het kanaal een maximum van 95 M3 per secunde kan bereiken , zonder
dat het voor de overstrooming van den linker-Diezedijk critische peil van 4.96 M. -j- N.A.P. te
’s -H e r to g en b o s ch wordt overschreden.
De genoemde afvoercijfers van 55 M3 en 95 M3 per secunde vertegenwoordigen resp. den
maximum zomer- en winterafvoer van Dommel, A a en L e y , mede in aanmerking gênomen het
eventueel van de Belgische bevloeiingen afkomstige Maaswater.
Het eenvoudigste geval -Sshetwelk in den regel bij hooge zomerstanden zal optreden — is nu,
dat het kanaal bij gestremde loozing en gesloten sluizen te C r è v e c o e u r in werking komt bij
een waterstand boven 2.06 M. - f N.A.P. te ’s -H e r to g en b o s ch en in werking blijft, totdat de
waterstand aldaar tot beneden genoemd peil is gedaald. Zoodra in die période de Maas zoodanig
is gevallen, dat uitwatering te C r è v e c o e u r .wederom mogelijk is, kan de afloop van het water
van Dommel en A a uit het gemeenschappelijke gebied zieh verdeelen en zoowel längs de Dieze
als längs het afwateringskanaal naar de Maas plaats hebben.
In den winter is de toestand niet zoo eenvoudig, ten eerste omdat bij gestremde loozing te
C r è v e c o e u r de sluizen aldaar worden, geopend, teneinde het voor de winterbemesting van de
polders längs de Dieze benoodigde Maaswater binnen te laten, en ten tweede, omdat in lamg-
durige périodes van hooge rivierstanden water van de Beersche Maas op de Dieze komt. Bij
gewone werkingen namelijk blijft het Beersche Maaswater in de polders beoosten de Dieze,
totdat de sluizen kunnen loozen, doch bij hevige o f langdurige werkingen wordt het water door
de polderoverlaten op de Dieze en daarmede naar de omstreken van ’s -H e r to g en b o s ch gebracht.
De opzetting van de Dieze nu, door het binnenlaten van vet Maaswater te C r& v e cö eu r ,
mag door de werking van het afwateringskanaal naar D ro n g e le n niet worden belemmerd,
terwijl het kanaal voor den afvoer van water van de Beersche Maas niet is bestemd. Uit een
en ander v o lg t, dat ter voörziening in den toestand een middel noodig was om de Dieze beneden
’s -H e r to g en b o s ch te kunnen afsluiten, zoodanig dat:
L°. de Dommel en de A a boven die afsluiting in gemeenschap blijven met het afwateringskanaal
;
2°. de polders längs de Dieze het voor de winterbemesting noodige Maaswater beneden
die afsluiting kunnen inlaten;
3°. het op de Dieze körnende Beersche Maaswater beneden die afsluiting blijft;
40. de afwatering van de Dieze bij een peil beneden 2.06 M. -j- N.A.P. te ’s -Hertogen-
b o s ch behoorlijk door de afsluitingswerken heen kan plaats hebben en
5°. de scheepvaart van de Maas op ’s -H e r to g en b o s ch door die werken zoo weinig mogelijk
wordt belemmerd.
Ter voldoening aan al die eischen zal de Dieze beneden de spoorweghaven te ’s -H e r to g en -
b o s ch worden afgedamd en zullen, naast die afdamming de bereids voltooide sluizen eene
keersluis en eene schutsluis — keerende naar de Maas- of noordzijde, in gebruik worden gesteld.
In normalen toestand staan beide sluizen open en hebben de afwatering en de scheepvaart
daardoor heen plaats. Alleen wanneer instrooming naar de zijde van ’s -H e r to g en b o s ch moet
worden belet, d. i., blijkens het bovenstaande, in hoogst zeldzame gevallen, worden de sluizen
gesloten. Ook bij eene eventueele doorbraak van den linker Maasdijk zal zulks het geval zijn.
Volgens den gedachtengang, die bij het ontwerpen der afsluitingswerken van de Dieze werd
gevölgd, zou de verdere keering van Maaswater uit het gebied yan Dommel en A a worden
verkregen door eene watervrije ophooging van de Diezedijken, namelijk van den rechter Diezedijk
tusschen de afdamming en den spoorwegdijk van de lijn ’s-Hertogenbosch-—Nijmegen, en van den
linker Diezedijk tusschen de afdamming en de Maas. Het Beersche Maaswater zou dan niet meer
bewesten de Dieze kunnen komen, doch te C r e v e c o e u r worden geloosd en de water inlating voor
de winterbemesting van de streek bewesten de Dieze zou geschieden door eene van Rijkswege
bij B o k h o v en te bouwen inlaatsluis, nadat de overlaat door belanghebbenden zou zijn gesloten.
De watervrije ophooging van het bedoelde gedeelte rechter-Diezedijk is reeds uitgevoerd
en ook de linkerdijk van het kanaal Engelen-— Henriettewaard ligt watervrij, doch overigens
is de ontworpen doorgaande waterkeering längs de Dieze nog niet tot stand gebracht en zal de
ophooging van den linker-Diezedijk zelfs vermoedelijk achterwege blijven. Aangezien nml.
bij geopenden stand der sluizen te C r e v e c o e u r de waterstand op de Dieze hooger is dan die
te B o k h o v e n , en door belanghebbenden bewesten de Dieze met minder kosten de werken
kunnen worden gemaakt, vereischt om het water van eene van Rijkswege in den linker-Diezedijk
te bouwen inlaatsluis over het gebied te verspreiden, dan vanaf de ontworpen sluis te B o k h
o v e n , zal het met belanghebbenden nog loopende overleg wellicht tot de keuze van de