
 
        
         
		De  brug  in  de  Aalsteeg  heeft  ijzeren  liggers  op  houten  landjukken  en  een  houten  d ck ;  de  wijdte  
 in  den  dag  is  9.20  M .,  de  breedte  tusschen  de  leuningen  4  M.  De  sub  4°  en  5°  genoemde  
 bruggen  hebben  elk  een  tusschenjuk  met  ijzeren  kolommen  en  twee  gelijke  doorstroomings-  
 opentngen  van  respectievelijk  5.37  Ä   en  8.22  M.  dagwijdte,  terwijl  de  breedte  tusschen  de  
 leuningen  resp.  4  M.  en  5  M.  bedraagt;  zij  zijn  overigeiis geconstrueerd  als  de  brug  in  de Aalsteeg.  
 De  bruggen  nabij  H a g o o r t ,  C a p e lle   en  Dus sen   eindelijk  hebben  elk  2  middenjukken,  met  
 eene  doorvaartopening  in  het  midden  van  10  M .,  twee  even  groote  zijopeningen  en  een  breedte  
 tusschen  de  leuningen  van  3.50  M. 
 J fo o r ic c lt. 
 F ig .  35.  B r u g   in   d e n   t o e g a n g s w e g   n a a r   h e t   C a p e i s e h e   v e e r . 
 De  kanaalgedeelten,  waarin  de  laatstgenoemde  drie  bruggen  zijn  gelegen,  moesten  tijdens  
 de  vorming  van  het  riviervak  Hagoort— Dussensche  Gantcl,  zoolang  de  loswallen  längs  de  
 nieuwe  rivier  niet  in  gebruik  waren  gesteld,  door  hooischepen  bevaren  kunnen  worden,  ten  
 behoeve  waarvan  eene  doorvaartwijdte  van  8  M.  volgens  de  as  van  het  kanaal  werd  vereischt.  
 De  tijdelijke  inpoldering  van  het  werkterrein  voor  dat  riviervak  kon  niet  geschieden  alvorens  de  
 Gantels  van  Meeuwen  en  Dussen  waren  afgesloten,  welke  afsluitingen  evenwel,  met  het  oog  
 op  de  belangen  van  afwatering  en  scheepvaart  moesten  wachten  op  de  opcnstelling  van  de  
 betrokken  vakken  van  het  noorderkanaal,  terwijl  eindelijk  de  drie  bruggen  voör  die  opcnstelling 
 voliooid  moesten  zijn,  ten  einde  de  scheepvaart  door  den  bouw  der  bruggen  met  te  hinderen.  
 Daarbij  kwam  nog  dat  de  tijdelijk  op  het  kanaal  toe  te  laten  hooischepen  zoo  hoog  geladen  
 waren,  dat  de  bruggen  daarvoor-  geen  voldoendc  doorvaarthoogtekonden  bicdcn.  _pm  deze  
 redenen  zijn  de  bruggen  ontworpen  met  twee  landjukken  en  twee  middenjukken;  hierdoor  werd  
 de  tijdroovcndc  bouw  van  gemetselce  lanrihoofrier.  vermeden,  terwijl  door  de  overspanning  
 tusschen  de  middenjukken  voorloopig  weg  tc  laten,  van  zelf  de  gioote  doorvaarthoogte  werd  
 verkregen;  vooits  werd  spoedshalve  geen  gegoten  ijzcr  toegepast,  doch  alles  van  gangbaar 
 jfrjo-  36.  S i t u a t i e   v a n   d e   a f s l u i t i n g s -   e n   b e m a l in g s w e r k e n   a a n   d e n   b e n e d e n m o n d   
 v a n   h e t   n o o r d e r k a n a a l . 
 handelsijzer,  zooveel  mogelijk  balkijzer,  samengesteld.  Daar  zieh  in  de  eerste  jaren  de  getij-  
 beweging  op  de  kanaalvakken  zou  doen  gevoelen  werden  de  brugjukken  door  tijdelijke  schamp-  
 palen  tegen  aanvaring  beschermd.  De  bruggen  nabij  H a g o o r t   en  Dus sen   zijn  berekend  op  
 het  vervoer  van  zware  lasten,  met  het  oog  op  den  aanvoer  van  landbouwwerktuigen  aan  die  
 loswallen.  Het  type  der  ijzeren  jukbruggen  is  voorgesteld  in  fig.  35. 
 De  keersluis  in  het  kanaal  bij  D ro n g e len   is  eene  steenen  duikersluis  met  vloeddeur  en  
 ebdeur  en  voorzien  van  schotbalken.  De  wijdte  in  den  dag  bedraagt  1.80 M.,  de  beide  slag-  
 drempels  liggen  op  1.14  M.  -|- N .A .P .,  de  bovenkant  van  den  houten  fundeeringsvloer  ligt  op