voudig type I) wegens de minder geisoleerde ligging; bij al de overige stations heeft de scha-
keling automatisch plaats. Dit geschiedt door de werking van een plaatijzeren vlotter, die in den
pompkelder op het polderwater drijft en een driepoligen schakelaar in de van den transformator
naar den motor gaande electrische leiding beweegt. De motoren van 24 P.K. zijn van aanloop-
weerstanden voorzien, de kleinere van eene automatische tegenstelling. De automatische inscha-
keling geschiedt voorshands zoodra het polderpeil met 0.20 M. is overschreden, de uitschakeling
zoodra tot 0.20 M. beneden peil is afgemalen. De inrichting is zoodanig getroffen dat deze peilen
door het verstellen van klemmen ten allen tijde kunnen worden gewijzigd.
De pompstations Nos. 14 en 24, resp. volgens enkel type II en dubbel type IV , zijn afge-
beeld in de fig. 52 en 53. Laatstgenoemd Station, gebouwd voor 812 H.A. polderland op een
zeer klein, nog open terrein in de bebouwde kom van D r im m e len , naast de schutsluis, geeft
een merkwaardig voorbeeld van de geringe ruimte, waarmede bij electrische bemaling kan
worden volstaan.
F ig . 53. E l e c t r i s c h e b em a l in g v a n d e D o n g e p o ld e r s . P o m p s t a t io n N°. 24.
Het leidingnet bestaat in hoo fd zaak uit luchtleidirigen op tegen bederf bereide houten palen.
Slechts bij de kruisingen met de Donge en hare takken en met telegraaf- of telephoonlijnen
zijn de blanke draden plaatselijk door water- of aardkabels vervangen. Op de punten van overgang
zijn ijzeren traliepalen geplaatst, in den top waarvan de kab el met de luchtleiding is
verbonden. Van de vijf lijnen, die het centraal-station verlaten, gaat er ééne naar ’s Gra ve -
m o e r , ééne naar O o s te rh o u t en ééne naar station N°. 15, terwijl de twee overige naar Drimmelen
gaan. De groote pompstations Nos. 24 en 25 zijn elk met deze twee leidingen verbonden,
doch overigens kan elk station slechts van ééne leiding stroom ontvangen. De leidingen verlaten
het centraal-station ondergronds, de invoering in de pompstations geschiedt door het dak. Voor
alle draden is blank koperdraad van IO m.M. doorsnede genomen. In het centraal-station, op
de plaatsen van overgang van luchtleidingen in kabel en bij de invoering in de pompstations
is het net door verstelbare horenbliksemafleiders tegen atmospherische ontladingen beschut. Ter
voorkoming van ongelukken voor menschen en vee bij het breken van een draad onder spanning,
zijn aan elken paal vangarmen met aardcontact aangebracht, en bij de kruising van wegen en
vöetpaden bovendien sehutnetten. Alle machines en toestellen zijn voorts zooveel mogelijk door
zekeringen en aardcontacten beveiligd. De palen staan grootendeels aan de-binnenzijde van de
polder kaden.
De stations Nos. 1 , 9 , 24, 25 en 27 zijn telephonisch met het centraal-station verbonden ;
daarvoor is gebruik gemaakt van de palen van het arbeidsnet. De telephoontoestellen zijn
tegen hooge spanning beveiligd.
DE UITVOERING DER WERKEN:
Het terrein voor het centraal-station en de smalle strookjes van de polderkaden voor de
pompstations c.a. zijn ondershands aangekocht: -Ten behoeve v a n het jgidingnet zijn contracten
gesloten met de gebruikers van den grond, waarbij eene schadevergoeding werd betaald van
f. 5.— per paal en f 1.— per meter kabel. ’)
De grondverbetering c.a. van het terrein voor het centraal-station werd aangebracht in
1900. A l de overige werken waren voor het einde van 1901 nagenoeg voltooid. Van 10 Februari
tot en met 9 Mei 1902 werd een proefbedrijf met de installatie gehouden, waarbij alles aan
de gestelde eischen bleek te voldoen. De bemaling werd daarna, zoolang de Maasmond nog
niet was geopend, slechts te werk gesteld voor zooVer zulks tot onderhoud en onderzoek van
de machines noodig was.
De stoomwerktuigen en de ketels c. a. zijn geleverd door de fabriek voor scheeps- en werk-
tuigbouw „Fijenoord” te R o tte rd am . De firma SIEMENS EN HALSKE te C h a r lo t te n b u r g heeft
de volledige electrische inrichting geleverd en gemonteerd, met inbegrip van de pompen, welke
zijn vervaardigd doof de flrma L . W . B e s t e n b o s t e l UND S ö h n te Bremen.
KOSTEN.
De kosten hebben bedragen als volgt:
Grondaankoop.................. f 6,8i#i^S|
Vergoedingen voor het plaatsen van palen en het leggen
van kabels en buizen „ 4.170.—
— / 10,980.—
Bestek N°. 174, dienst 1899, wegens het bouwen van duikers
eri het gereedmaken van het terrein voor het centraälstation f 21,579.47
Bestek N°. 160, dienst 1900— 1901, wegens het stichten
van de gebouwen c.'a. der p o m p s t a t i o n s . .......... „ 90,038:56
Bestek N°. 191 , dienst 1900— 1902, wegens het stichten
van de gebouwen, c. a. van het centraalstation ............................ „ 85,601.03s
— „ 197,219.06s
Te transporteeren f 208,199.06s
9 D e wet van 10 November 1900 Staatsblad N° . 176 (ingevoerd bij Koninklijk Besluit van 20 Mei 1902
S taatsblad N p: 75) stond n o g - niet ter beschikking: