
 
        
         
		leiding,  waardoor  bij  werking  van  d,e  machine  het  vacuum  aldara  
 wordt  onderhouden.  De  langsdoorsnede  over  eene  pomp  met  de  
 bijbehoorende  hevelleiding  is  voorgesteld  in  fig.  31 - 
 Volgens  de  gehouden  proefmalingv voert  elke  pomp  de  gevor-  
 c  derde  hoeveelheid  water  van  0.55  M3  per  secunde  op,  zoodra  het  
 [H  aantal  omwentelingen  bij  eene  opvoerhoogte  van  respectievelijk  
 ~  0.50  M.,  1.00  M.,  2.00  M.  en  3.00  M.  achtereenvolgens  bedraagt 
 t>  792 >  874,  IOI*  en  113^  per  minuut.  Bij  de  máximum  opvoer-  
 o  hooo-te  van  4.43 M.  mag  het  aantal  omwentelingen  hoogstens  126*¡2  
 |   per  minuut  bedragen,  doch  de  voor  eene  dergelijke  proefmaling  
 ~o  vereischte  buitengewoon  hooge  rivierstand  lieeft  zieh  niet  voor-  
 "5  gedaan. 
 Het  hoofdgebouw  is  opgetrokken  in  metselwerk  en  afgedekt  
 w  met  een  pannendak,  wat  het  ketelhuis  betreft  zonder  bebording.  
 c  De  van  binnen  bepleisterde  muurvlakken  zijn  in  de  machinekamer  
 o,  afgezet  met  een  rand  van  verglaasde  tegels.  De  schoorsteen  staat  
 o  afzonderlijk  achter  het  ketelhuis  en  is  hoog  22.90  M.  boven  den  
 <u  begane  grond. 
 In  1889  uit  hout  samengesteld,  is  de  steenkolenloods  in  1904  
 £  vervangen  door  eene  van 'ijzer  op  steenen  voet,  groot  14  M..  bij  
 ©  10.39  M.,  en  gefundeerd  op  staal.  De  houten  loods  is  toen  ver- 
 73  plaatst  en  tot  magazijn  en  smederij  ingericht.  Achter  de  steenko-  
 |   lenloods  bevindt  zieh  eene  aschbeit. 
 o  Het  woningblok  bevat'  twee  dienstwoningen,  resp.  voor  den 
 ^  -  machinist  en  den  stoker;  het  is  gefundeerd  op  staal  en  vertoont  
 5  ongeveer  het  in  fig.  14  voorgestelde  type. 
 Om  het  polderwater  naar  het  stoomgemaal  te  voeren  zijn  
 enkele  bestaande  polderslooten  verruimd  en  zoowel  onderling  als 
 2  met  het stoomgemaal  door  tw.ee nieuwe waterleidingen  in verbinding 
 3  gebracht.  Ten  einde  het  water  uit  den  noordelijken  hoek  van  den  
 ©  polder  beter  te  doen  toevloeien  zijn  in  het  najaar  van  1891  nog  
 %.  enkele  Werken  aan  de  polderslooten  uitgevoerd. 
 Met  de  stichtirtg  der gebouwen werd  in Mei  1889  aangevangen,  
 de  stoomwerktuigen  konden  nog  grootendeels  in  genoemd  jaar  
 Pi  worden  gemonteerd  en  het  stoomgemaal  werd  in  Maart  1890  in  
 M.  dienst  gesteld.  Het  machinale  gedeelte  is  geleverd  door  de  fabriek  
 „L e   Phoenix”   te Gent.  De  schoorsteenschacht werd  in  1907  volgens  
 bestek  N°.  163  gedeeltelijk  vernieuwd. 
 De  kosten  hebben  bedragen  als  volgt: 
 Plet  maken  van  de  gebouwen  en  de  grondwerken,  volgens  bestek  N°.  36, 
 dienst  1889— 1890..........................................      f   25>3I 7-6o 
 Het  leveren  en  stellen  van  de  stoomwerktuigen,-  de  ketels en de hevelbuizen,  
 volgens  bestek  N°.  37,  dienst  1889^— 1890 . . . . . . . . . . . . .   .  .  . ■ ...  •  •  •  •  •  • • ■  • •  •  •  •  ■  •  »  I9o 2^- 
 Het  verbeteren  van  den  watertoevoer  uit  den  noordelijken  hoek van  den 
 polder ,  met  grondaankoop,  volgens  declaratie  en  contract.      „  2,130.10 
 Het  bouwen  van  eene  ijzeren  steenkolenloods  op  steenen  voet,  met  toebe-  
 hooren,  het  maken  van  eene  steenen  aschbeit  en  het verplaatsen van eene houten 
 loods  volgens  bestek  N°.  191,   dienst  1903.      »»  4>^93- 
 Benoodigdheden  voor  inventaris  en  bedrijf.                ,,  i»224-75 
 Te  zamen.  .  .  f   52,893.4p 
 De  kosten  van  de  onteigening  zijn  begrepen  in  die  voor  de  nieuwe  rivier.  De  verpliehting  
 tot  het  verzwaren  van  den  Hoogen  Maasdijk  bij  de  hevelbuizen  was  opgenomen  in  bestek  
 N°.  151 ,  dienst  1888— 1890  (vorming  riviervak  in  den  polder  van  Herpt  en  Bern),  zoomede het  
 verhoogen  van  den  grondslag  der  gebouwen,  het  graven  en  verruimen  van  waterleidingen,  het  
 bouwen  van  doorlaten  en  het  stellen  van  afrasteringen. 
 H ET  N O O RD ER A FW A T ER IN G SK AN A A L . 
 Het  noorderafwateringskanaal  loopt  binnen  längs  den  noorderrivierdijk van  nabij  G en d e ren   
 tot  in  den  mond  der  Scheisloot  bij  K e iz e r s v e e r ;   bij  D ro n g e le n   breekt  het  door  den Altenasehen  
 zeedijk  heen  en  blijft  dan  verder  benedenwaarts  in  het  voor malige  buitendij ksche  gebied. 
 Het  kanaal  begint  op  230  M.  westwaarts  van  den  Heesbeenschen  Loop  onder  de  gemeente  
 He e sb e en   en  volgt  eerst  den  binnenberm  van  den  noorden'ivierdijk  tot  in  het  Oude  Maasje  
 nabij  D ro n g e le n ,  oni  verder  de  bedding  van  deze  rivier  in  te nemen  tot  H a g o o r t .  Hier begint  
 weder  een  nieuw  gegraven  v ak ,  hetwelk  zieh  zoo  dicht  mogelijk  tegen  den  noorderrivierdijk  
 aansluit  en  uitmondt  in  de  Scheisloot onder  D u s s e n ,  welke waterleiding eindelijk,  zooveel noodig  
 verbreed  en  verdiept,  als  noorderkanaal  dienst  doet  tot  bij  de  uitmonding  in  de  Bergsche Maas.  
 Hier  loost  het  kanaal  door  eene  uitwateringssluis,  geholpen  door  een  schepradstoomgemaal;  de  
 sluis  is  tevens  ingericht  voor  waterinlating,  terwijl  zij,  bij  gelijk water binnen  en buiten, gelegen-  
 heid  geeft  tot  eenige  scheepvaart  op  het  kanaal.  Eene  keersluis  in  den  (omgelegden)  zeedijk  bij  
 D ro n g e len   verdeelt  het  kanaal  in  twee  panden,  waarvan  het  oostelijke  afzonderlijk kan worden  
 opgezet  door  middel  van  een  bij  G en d e ren   gebouwden  inlaatduiker onder den noorderrivierdijk;  
 00k  dit  pand  kan,  ten  behoeve  van  de  meest  oostelijk  gelegen  hoogere  polders,  wederom  in  
 twee  deelen  worden  gescheiden  door  middel  van  eene  schotbalkafsluiting  in  de  Doeverensehe  
 Molensteeg.  Bij  D ro n g e le n   loopt  het  kanaal  over  115  M.'lengte  door  eene  wiel. 
 De  hoofdafmetingen  van  het  kanaal  zijn  als  volgt: