B1JLAGE I.
N O T A V A N DEN HOOFD-INGENIEUR ROSE ,
(Ui. 8 JUNI 1880, IN Z A K E B E VER BET ERING V A N B E N W A T E R S T A A T S -
TO E STAN D V A N NOORD-BRABANT.
In den brief van 7 Januari 188.0 N°. 8 geeft de Minister van Waterstaat, Handel en
Nijverheid te kennen, dat aan het in de laatste jaren opnieuw op den voorgrond getreden
ontwerp tot scheiding van Maas en Waal, met daarmede gepaard gaande heropening van het
Oude Maasje de hand zal kunnen worden g eafagf n M Briviervetbeteriag op de Waal, Merwede
en Nieuwe Merwede, is thans zoo ver gevorderd, dat met de uitvaering der volgende werken
kan worden begonnen, namelijk:
1°. heropening van het Oude Maasje;
20. achtereenvolgende opheffing der overlaten;
30. voorziening in de uitwatering der landen:
a. längs het Oude Maasje;
b. van de läge polders op de Donge uitwatereride;
c. gelegen in het inundatiegebied van de Dommel en de A a bij ’s -H e r to g en b o s ch .
Deze werken zijn hier opgenoemd in de volgorde hunner algemeene belangrijkheid, zonder
eenig verband met den tijd van uitvoering.
De bedoeling is dat zij aangevangen worden en tot stand komen, naarmate de omstandig-
heden dit toelaten, en hunne betrekking tot het geheel dit vordert.
Eene körte aanwijzing van het doel der verschillende werken en van hetgeen daarvoor tot
stand moet worden gebracht, geeft aan de belanghebbenden een duidelijk overzicht der geheele
verbetering.
Voor de heropening van het Oude Maasje moet:
1°. eene nieuwe rivier worden gegraven, uitgaande van de Maas onder H ed ik h u iz en ,
loopende benoorden Heusden en D o e v e r e n en bezuiden D ro n g e le n , volgende eerst de Gantel
en verder in nagenoeg rechte strekking het Oude Maasje tot het Keizersveer, terwijl deze rivier
de noodige breedte moet verkrijgen om, sluitende aan de aangenomen normaalbreedte der Maas
te H ed ik h u iz en met geleidelijke verwijding aan het Keizersveer tot eene breedte van niet
minder dan 250 Meter te worden gebracht;
2°. de aan deze nieuwe rivier sluitende verbetering van den Amer van het Keizersveer
tot de vereeniging met de Nieuwe Merwede aan de westpunt der Anna Jacominaplaat, waaraan,
zoo wat breedte en diepte betreft, een normaalbed wordt gegeven regelmatig verwijdende tot
minstens 500 Meter breedte aan de evengenoemde vereeniging;
30. de afsluiting van het gedeelte der bestaande rivier van H e d ik h u iz e n tot W o u d r ich em
voor den afvoer van het van boven afkörnende water. De scheepvaart in de richting van Cre