Niettegenstaande die kaden zoo na mogclijk de overeengekomen hoogte aanwezen, achtte N.O.
N o o rd -B r a b a n t zieh daardoor niet yolgens de bedoeling der gesloten overeenkomst tegen liet
Waalwater beveiligd. De weigering tot betaling ga f de Regeering aanleiding eene rcchtsvordenng
tegen het waterschapsbestuur in te stellen, doch dit proces werd körten tijd later door de
inmiddels opgetreden nieuwe Regeering gestaakt en de uitbetaling van den eersten termijn had
ecrst in 1892 plaats, toen van Rijkswege een doorgaande beteugelingsdijk door het terrein der
Heerewaardensche overlaten was gelegd, aansluitende aan de bandijken der wederzijds gelegen
polderdistricten. De provincie N o o rd -B ra b an t heeft harerzijds den eersten subsidietcmnjn,
hoewel onder protest, in 1888 betaald.
1 De opening van den Maasmond en de afsluiting van de Heerewaardensche overlaten hebben
eenige jaren later plaats gehad dan aanvankelijk kon worden verwaeht. De oorzaak van die
vertraging moet voornamelijk worden gezöcht in het langdurige overleg, dat omtrent de werken
ter voorziening in de belangen van de doorsneden landstreek moest worden gevocra met het
provinciaal bestuur en met de belanghebbenden. Daar zieh nu, als gevolg van die vertraging,
de voordeelen van de scheiding van Maas en Waal niet zoo spoedig zouden doen gevoelcn als
aanvankelijk mocht worden verwacht, ondervond het bestuur van het waterschap voor N.O,
N o o rd -B ra b a n t moeielijkheden met de regeling van den omslag over de gronden en is het
verplicht geweest de benoodigde fondsen voor een aantal termijnen van de bijdrage aan het
Rijk door leeningen te vinden. In verband hiermede drong het waterschapsbestuur er in 18.99-
bij de Regeering op aan, dat de betaling van de volgende termijnen zou worden opgeschort
tot na de voltooiing van de Maasmondwerken. I)e billijkheid van eenig uitstel van betaling
erkennende, is de Minister daaromtrent met het waterschapsbestuur in overlcg getreden, als
gevolg waarvan de overeenkomst van 30 Augustus 1883 den l9 dt11 Maart 1900 is gewijzigd,
zooals in bijl. VIII is aangegeven. Het waterschapsbestuur bleef evenwel moeielijkheden met
eene doelmatige repartitie van de bijdragen over de betrokken gronden ondervinden en daardoor
tevens met de uitbetaling van de volgende termijnen aan het Rijk. In verband hiermede heeft
de Minister zieh andermaal tot overlcg bereid verklaard en is de overeenkomst, onder dag-
teekening van 19 Januari 1906, op nieuw gewijzigd in dien zin, dat een nicuw uitstel van
betaling werd verleend, evenwel niet dan nadat in den boezem van het waterschap eene regeling
omtrent den omslag der kosten was verkregen. De wijziging der overeenkomst, dd. 19 Januari
1906, is hierachter als bijl. IX afgedrukt.
De uitbetaling van de bijdrage der provincie N o o rd -B ra b a n t heeft, overeenkomstig het
bepaalde in het subsidiebesluit der Staten plaats gehad (zie bijl. V).
DEFENSIEBELAN GEN.
Op 3 November 1882 is tusschen -den Staat der Nederlanden eenerzijds en den Dijlcstoel
van het polderdistrict Bommelerwaard beneden den Meidijk, het bestuur van den Dorpspolder
van Brakei en het bestuur van den Dorpspolder Pouderoijen en Zuilichem beneden den Meidijk
anderzijds, eene overeenkomst aangegaan tot het doen van voorzieningen ten behoeve van „het
„stellen van inondatien in den Bommelerwaard beneden den Meidijk” . Hiernaar zijn de afsluitingsis
vooraf in ovcrleg getreden omtrent sommige werken van, het Ive.zc.svcc,
HET OVERLEG MET GEBEiBTBERBE STATEN VAN NOSRB-BRABANI,
Ingevolge het bepaalde in het subsidie-besluit der Staten van
'belanghebbenden vooraf zouden hooren. Dit overleg betrof de werken ter voorzie 1 g
A . de uitwatering van:
a. de landen längs het Oude Maasje,
• t de TmMe°?’S g e n M het inundatiegebied van de Dommel en de A a , bij ’s Her- '
B. h e / X f s t l i . e h . a l i n g op peil -te>uteft v an .d e d g a n d e n ,
onder A a en b genoemd, alsmede van de Bleek- en Oostkil;
C. het döbrcstoombemaling op peil houden van de gror.de,: 1 A m « , wanne«
BW W w B w l houden, dat de bijdrageI een | H H | ult deH H H
kas aan H H H was verleend onder voorwaarde, dat vo3 | uit te l|e ren wer en a ■ I ^
zou weiten genomen de meergenoemde Nota v a p » n
I Ms blilage I lue. achter afgedrukt. In die nota M R ter zake opgemerkt dat b e h a l f de H N K 9 d6;%a terlossing van de hierboven onder A genoemde landstreken,vnor7 eninff in oe w-aieiiubsiuö vau tei /T.y)n„e,ik ntinjdf
no|f drie belan^r^ e aang ele^ | ^ e^ ^ ^ h^enpolders^d«sbheepvaartrrvier
en de H om de gemeenschap
« ¿ e n de wederzijds gelegen landstreken t« »nderfipuden.
^ d e ^ a t o w a n h a n g i g gemaakt, waarna belanghebbenden d o o A H H H | H
vehoord Langdurige onderhandelingen en gedachtenwisselmgen, zoomede uitvoerige D D
opnemingen plannen en daa™ n B B D B B H H H B H
m m g m der . * » * b e z * » * m m * * m b f l
— Van de läge Dongepolders, die van de Bleek- en H R H B D de
het inundatiegebied van Dommel en Aa. In de betrokken hoefdstukken v a n de.Merde afdeelmg
H B B B i dier onderhandelingen, ■W— — overzicht van de v e r g i n g e n H H B ■ B B ^ B
van polderregiementen enz. rubrieksgewijze de veornäBnSte H D D D I
Ten aanzien van het inundatiegebied van Dommel en A a ^ n hoofdstuk X dm derde