
 
        
         
		plaatijzer.  De  gemetselde  schoorsteen  Staat  aan  de  zuidzijde  van  het  gebouw  en  is  afzonderlijk  
 opgetrokken  op  eene  paalfundeering.  Tegen  het  schepradgebouw  aan  is  eene  schotbalkloods  
 gebouwd  van  gegolfd  verzinkt  plaatijzer  op  steenen  voet. 
 Afgescheiden  van  den  stoomwatermolen  zijn  voorts  gebouwd  eene  steenkolenloods,  groot  
 16  M.  bij  io   M.,  van  de  in  fig.  17  aangeduide  samenstelling,  een  magazijn met  smederij,  groot  
 6  M.  bij  5.10  M.,  van  baksteen  onder  een  pannendak,  en  eene  dubbele  dienstwoning  voor  den  
 machinist  en  den  stoker.  Elke  woning  bevat  eene  keuken,  eene woonkamer met  twee  bedsteden,  
 eene  bovenkamer,  benevens  zolder,  kelder  en  portaal.  Het  woningblok  is  een'gemetseld  gebouw,  
 met  topgevels  en  pannendak,  en  rust  op  een  roosterwerk  van  gecreosoteerd  dennenhout.  De  
 steenkolenloods  Staat  eveneens  op  een  roosterwerk,  het  magazijn  is  gefundeerd  op  staal. 
 Het  scheprad  wordt  bewogen  door  eene  tweeling-machine  met  horizontale  cylinders,  elk  
 voorzien  van  een  stoommantel..  De  middellijn  van  elken  cylinder  bedraagt  470  mM.,  de  slag-  
 lengte  600  mM.  De  beide  drijfstangen  werken  op  eene  as,  waaraan  een  getand  rondsel  is  Verbünden  
 ,  dat  grijpt  in  den  omtrek  van  een  kamrad,  bevestigd  op  de  schepradas.  De  middellijn  
 van  het  rondsel  bedraagt  op  den  steekcirkel  0.423  M .,  die  van  het  kamrad  ongeveer  6 M.  Het  
 vermögen  bedraagt  normaal  110  I.P.K.  bij  56  omwentelingen  per  minuut.  De  twee  cylindrische  
 ketels  zijn  van  het  gewijzigde  Lancashire-systeem,  met  eene  excentrische  stookbuis  van  gegolfd  
 ijzer,  wijd  1.25  M.  Elke  ketel  is  lang  10  M.,  breed  2.20  M.,  en  bezit  een verwarmd  oppervlak  
 van  86  M2;  de  werkspanning  bedraagt  Atm.  Een  der  ketels  dient  tot  reserve.  De  assen  en  
 stangen  van  het  stoomwerktuig  zijn  vervaardigd  van  gesmeed  staal,  het  rondsel  en  de  rand  
 van  het  kamrad  van  gegoten  staal,  de  ketels  van  Siemens-Martin-staal. 
 Het  scheprad  heeft  eene  middellijn  van  7.50  M.,  bij  eene  breedte  van  2.50  M.,  er  zijn  22  
 rechte  schoepen,  bevestigd  aan  drie  gegoten  ijzeren  sterren  van  3.40  M.  middellijn;  de  gesmeed  
 stalen  wateras  heeft  eene  middellijn  van  0.-40  M.  in  de  halzen.  De  middellijn  van  den  afscliot-  
 cirkel  bedraagt  1.720  M.  Het  rad  is  samengesteld  uit  gegoten  en  gesmeed  ijzer.  Buiten  het  rad  
 is  een  beweegbare  houten  opleider  aangebracht.  Het  waterverzet  bedraagt  normaal  250  M3.  bij  
 4  omwentelingen  per  minuut  en  een  kanaalstand  van  0.20  M.  -^N .A .P .  3) 
 Het  scheprad  met  gebouw  is  voorgesteld  in  fig.  49.  Het  machinale  gedeelte  van het  zuider-  
 stoomgemaal  is  geleverd  door  de  Maatschappij  van  scheeps-  en  werktuigbouw  „Feyenoord”  
 (toenmaals  de  Nederlandsche  Stoomboot-maatsehappij)  te  Rotterdam. 
 D E   O N TE IGEN IN G . 
 De  eerste  ter-visielegging  van  de  onteigenings-bescheiden  ten  behoeve  van  de  werken  tot  
 voorziening  in  de  afwatering  der  landen  tusschen  Vlijmen  en  de  Donge,  had  in  1894  plaats  
 binnen  de  gemeenten  W a a lw ijk ,  B e s o y e n ,  V r ijh o e v e n— C a p e lle ,  C a p e lle ,  W a sp ik   en  
 R a am sd on k .  Ingevolge  de  alstoen  ingebrachte  bezwaren,  hoofdzakelijk  gericht  tegen  de  ont-  
 worpen  afsluiting  van  het  Oude  Maasje,  werd  het  plan  gewijzigd,  zooals  in  de  inleiding  van dit  
 hoofdstuk  is  omschreven,  als  gevolg  waarvan  de  onteigening  binnen  de  gemeente  W a a lw ijk 
 *)  Zie  de  noot  op  blz.  162.