
 
        
         
		Onder  dit  bedrag  zijn  niet  begrepen  de  kosten  van  de  waterleidingen  en  de  kirnst werken  
 ten  Oosten  en  ten  Westen  van  de  K il;  deze  werken  waren  opgenomen  in  bestek N°,  161 ,  dienst  
 1887— 1889  wegens  het  maken  van  den  zuiderveerdam,  c.a.  te  K e iz e r s v e e r . 
 HET  POLDERGEBIED  TUSSCHEN  H E T   OUDE MAASJE  EN  DEN  ZUIDERRIVIERDIJK. 
 Het  poldergebied  tusschen  het  Oude  Maasje  en  den  zuiderrivierdijk  (gebied  VII)  bestaat  
 uit  een  zeer  klein  westelijk  deel  en  een  groot  oostelijk  deel.  Het  westelijk  deet  wordt  gevormd  
 door  de  zuidelijke  punt  van  het  voormalige  waterschap  „de  Hooge  en  Lage  Inlagen” ,  begrensd  
 door  den  zuiderrivierdijk,  het  Oude  Maasje  en  de  Meeuwensche  Gantel.  Dit  poldertje  loost  vrij  
 op  de  genoemde  Gantel  door  een  ijzeren  duiker,  wijd  0.75  M.,  met  vloeddeur  en  schuif  en  
 wordt  niet  bemalen. 
 Het  westelijk  van  de  Meeuwensche  Gantel  gelegen  gebied  bestaat  uit  de  bezuiden  den  
 linker  rivierdijk  gevallen  deelen  van  de  waterschappen  „Ten  Westen  van  den  Nieuwendijk  met  
 de  Aanwassen” ,  „Ten  Westen  der  Capelsche  Vaart  en  het  Veerpad”   en  „Klein  Waspik” .  Dit  
 gebied  loost  vrij  door  de  bestaande  en  door  nieuwe  waterleidingen  en  duikers  op  het  Oude  
 Maasje  en  op  de  Dussensche  Gantel,  en  kan  zoo  noodig  worden  bemalen  door  een op die Gantel  
 gestichten  stoomwatermolen,  genaamd  het  Overdiepsche  stoomgemaal. 
 Voor  de  afwatering  van  dit  gebied  is  een  kanaal  gegraven,  lang  i960  M.,  breed  in  den  
 bodem  1  M.  en  diep  1  M.  N.A.P.,  met  wederzijdsche  taluds  van  2  op  1 ,  loopende  längs  de  
 zuidzijde  van  den  zuiderrivierdijk  van  de  Dussensche  Gantel  tot  aan  den  Capelschen  Veerweg.  
 Aan  het  oostelijk  uiteinde  van  het  kanaal  is  onder  dien  weg  een  steenen  duiker  gebouwd,  wijd  
 0.60  M.  met  houten  schuif,  ten  behoeve  van  de  afwatering  van  het  waterschap  „Ten  Westen  
 van  den  Nieuwendijk  met  de  Aanwassen” .  Langs  de  zuidzijde  van  het  kanaal  is  eene  water-  
 scheiding  gemaakt  tot  de  hoogte  van  0.70  ä  1.25  M.  -j-  N.A.P.,  längs  den  binnenteen  waarvan  
 in  de  Waterschappen  „Ten  Westen  der  Capelsche  Vaart  en  het  veerpad”   en  „Klein  Waspik”   
 (afdeeling  „polder  Over  de  Gantel” )  enkele  waterleidingen  zijn  gemaakt,  welke  het  water  van  
 de  polderslooten  verzamelen  en  door  middel  van  ijzeren  duikers, ‘ wijd  0.50  M.,  met  schuif,  op  
 het  kanaal  brengen.  Op  de  grens  der  gemeenten  C a p e lle   en  W a sp ik   is  een  steenen  beer  
 gebouwd  ter  afscheiding  van  de  twee  laatstgenoemde  waterschappen.  Ten  Westen  van  de  Dussensche  
 Gantel  is  längs  den  teen  van  den  zuiderrivierdijk eene waterleiding gegraven  ten behoeve  
 van  de  afdeeling  „polder  Overdiep”   van  het  waterschap  „Klein  Waspik” ,  welke  waterleiding  op  
 de  Dussensche  Gantel  loost  door  een  ijzeren  duiker,  wijd  1.25  M.,  met  steenen  schuifkoker,  
 vloeddeur,  ebdeur  en  schuif. 
 Op  ongeveer  700  M.  benoorden  het  Oude  Maasje  is  de  Dussensche  Gantel  afgesloten  door  
 eene  steenen  uitwaterings-  en  inlaatsluis,  waarnaast een centrifugaalpomp-stoomgemaal is gebouwd  
 voor  de  kunstmatige  loozing.  De  sluis  rust  op  eene  houten  paalfundeering  en  heeft  eene  dag-  
 wijdte  van  1.50  M.;  de  drempel  ligt  op  0.85 M.  h-  N.A .P.,  de  ebdeur reikttot  1.50M. +  N.A.P.,  
 de  vloeddeur  tot  2.50  M.  -f-  N.A.P.  De  sluis  is  gebouwd  aan  de  westzijde  van  de  Dussensche  
 Gantel  en  deze  is  naar  de  sluis  omgelegd  en  daarnaast  afgedamd.  De  sluisopening  is  aan  de  
 noordzijde  overbrugd  door  eene  ijzeren  brug  met  houten  dek,  breed  tusschen  de  leuningen  3 M. 
 Tusschen  de  sluis  en  de  afdamming  is  de  stoomwatermolen  gebouwd,  bestaande  uit  een  
 lokaal,  binnenwerks  lang  12.44  M.,  breed  2.80  M.,  waarnaast  eene  bergplaats,  lang  5.50  M.,  
 breed  3  M.  en  een  schoorsteen,  hoog  15.35  Het  gemaal  bevat  eene  hevelcentrifugaalpomp  
 voor  een  opvoer  van  normaal  30  M3.  water  per  minuut ,  0.80  M.  hoog ,  bij  136  omwentelingen.  
 Zij  is  direct  gekoppeld  aan  eene  verticale  stoommachine  met  een  cilinder,  voorzien  van  een  
 Körting’s  straalcondensor.  Het  vermögen  bedraagt  normaal  12  I.P.K.  De  centrifugaalpomp heeft  
 eene  middellijn  van  1.10  M.,  de  aan-  en  afvoerbuizen  zijn  wijd  0.50  M.  De  stoomcilinder  heeft  
 eene  middellijn  van  267  m.M.,  de  slaglengte  bedraagt  230  m.M.  Alle  bewegende  deelen van het  
 stoomwerktuig  zijn  van  gesmeed  staal  vervaardigd.  Voor  de  stoomproductie  is  opgesteld  een  
 Lancashire-ketel,  lang  5.80  M.,  wijd  in  middellijn  1.35  M.,  met  eene  stookbuis,  wijd  0.70  M.  
 De  werkspanning  bedraagt  6  A tm .,  het  verwarmd  oppervlak  25  M2.  De  ketel  is  vervaardigd  
 van  Siemens-Martinstaal. 
 De  machine  met  pomp  en  ketel  rüsten,  evenals  de  ketelbemetseling,  op  eene  paalfundeering,  
 de  gebouwen  er  omheen  op  eene  zandäanplemping.  De  gebouwen  zijn  uit  baksteen  opgetrokken  
 en  gedekt  met  eene  overkapping  van  gegolfd  plaatijzer,  op  hoekijzeren  spanten.  De  schoorsteen  
 is  onderheid. 
 De  pomp  en  het  stoomwerktuig  zijn  vervaardigd  in  de  fabriek  van  D R Y S D A L E   &  Co.  te  
 G la s g ow ;  de  ketel  is  afkomstig  uit  de  fabriek  van  G E B R .  S t o r k   &  Co.  te  H en g e lo .  Voor  
 het  leveren  en  stellen  van  het  geheel  is  een  contract  gesloten  met  de  firma  R e m y   E N   B i e n f a i t   
 te  R o tte rd am .  Dit  stoomgemaal  wordt  bediend  door  den  reserve-machinist  voor  de  veren  en  
 de  bemalingswerken  van  de  Bergsche  Maas,  die  eene  van  de  dienstwoningen  aan  de  zuiderhaven  
 van  het  K e iz e r s v e e r   bewoont. 
 De  onteigening  van  de  benoodigde  gronden  voor  de  uitgevoerde  werken  was  ten  deele  
 opgenomen  in  die  voor  de  rivier  en  ten  deele  in  die  voor  het  zuiderafwateringskanaal. 
 De  uitvoering  der  grond  en  kunstwerken  längs den  zuiderrivierdijk was  ten deele  opgenomen  
 in  bestek  No.  97,  dienst  1889— 1891,  tot  vorming  van  het  aangelegen  riviervak,  doch  voor  
 het  grootste  gedeelte  in  bestek  No.  231,  dienst  1897— 1899,  tot  vorming  van de  buitendijksche  
 vakken  van  het  Zuiderafwateringskanaal.  De  afsluitings-  en  bemalingswerken  van  de Dussensche  
 Gantel  zijn  afzonderlijk  aanbesteed  en  uitgevoerd  in  1898.  De  oplevering  van  het  machinale  
 gedeelte  ondervond  vertraging  wegens  de  eerst  na  de  montage  van  het  stoomwerktuig gebleken  
 behoefte  aan  condensatie,  zoodat  de  proefmaling  eerst  op  21  Mei  1900  met  goed  gevolg  kon  
 worden  gehouden. 
 De  kosten  van  de  afsluitings-  en  bemalingswerken  van  de  Dussensche  Gantel hebben  bedragen  
 als  volgt: 
 Bestek  N°.  35,  dienst  1898— 1899,  wegens  het bouwen van  eene  uitwaterings-  
 sluis  met  stoomwatermolen  en  bij körnende werken  aan  de  Dussensche  Gantel. . .   f   16,940.— - 
 ■  Overeenkomst  wegens  het  leveren  en  stellen van het  machinale  g ed e e lte ... „ 6,500.—- 
 Benoodigdheden  voor  inventaris  en  bedrijf..........................................................   „  141.60 
 Te  zamen.............  f   23,581.60