de polderkaden bij de bouwpütten van de pompstations Nos 14 en 23, eene vrij aarimerkelijke
stormschade geleden (zie de kostenopgave).
De levering van het volledige mechanische en electrische gedeelte der installatie werd bij
onderhandsche overeenkomst opgedragen aande „Allgemeine Electricitäts Gesellschaft” te Ber lijn.
Deze firma verplichtte zieh daarbij de stoomwerktuigen en de ketels. voor het centraalstation te
betrekken van de firma Gebr. Stork EN Co., machinefabriek te H en g e lo en depompenvoor
de pompstations van de firma L. W. BESTENBOSTEL UND SOHN, Machinenfabrik, Eisengiesserei
und Kesselschmiede te Bremen.
KOSTEN.
De kosten hebben bedragen als volgt :
Grondaankoop f 8,524.20
Bestek Nn. 176, dienst 1901— 1903, wegens het. stichten
van gebouwen en het maken van grondwerken voor het centraalstation
aan de Vierbansche sluis................................................................. f 5 CS 59-87
Bestekswijziging voor het aanbrengen van paalfundeeringen. „ 9,870.—
Overeenkomst voor het maken van de paalfundeering v an .
het hoofdgebouw........................................................................................... „ 12,780.—
Bestek N°. 120, dienst 1902— 1903, wegens het stichten van
het centraalstation......................................................................................... „ 52,463.63
Bestek N°. 145 , dienst 1902— 1903 , wegens het stichten van
de gebouwen voor 12. pompstations, met de bij körnende werken „ . 56,297.54
Bestek N°. 162, dienst 1902— 19Ö3, wegens het stichten van
de gebouwen voor 9 pompstations................................... „ - 26,396.6c)5
Herstel van stormschade . . „ 10,026.81
— | 219,394.455
Overeenkomst wegens het leveren en stellen van'het mechanische en het
electrische gedeelte der installatie............................................................................................. „ 189,550.—
Benoodigdheden voor reserve, inventaris en bedrijf. „ 3,342.02
Te zamen.. . . f 420,810.67s
H E T NIEUWENDIJKSCHE STOOMGEMAAL.
Het uitgestrekte noordwestelijke deel van het land van Altena, in fig. 30 aangeduid met
het cijfer X , watert af längs den Almboezem, den Zevenbanschen boezem en den Werkenschen
boezem, welke drie onderling volledig gescheiden waterleidingen zieh door de drie sluizen in den
Altenaschen bandijk te N ieuw en d ijk (gemeente A lm k e rk ) ontlasten. Op die boezems loozen
de volgende polders.
A lm b o e z em .
• Polder van Veen.
De Slagen en Zwaansheuvel.
Polder van Wijk. •
„ den Biesheuvel.
| het Pompveld.
Opperste polder van Andel.
Andelsche en Giessensche Weide.
Polder het Eendeveld.
Romboutspolder.
Polder den Duil (gedeeltelijk).
Z e v e n b an s c h e boezem.
De Sleeuwijksche polder.
Het Johannisseland.
De Nieuwe Ban.
| Oude
„ Ban van Rijswijk met den polder van Uitwijk.
„ Hanswijksche polder.
„ Uppelsche polder met den Zandwijkschen polder.
| Oude Doorn.
„ Nieuw Doornsche polder.
W e rk e n s c h e boezem.
De Uppelsche polder.
„ Vervoorne polder.
„ Werkensche polder.
Het gebied van den Almboezem is ongeveer 2700 H.A. groot, dat van den Zevenbanschen
boezem eveneens, terwijl op den Werkenschen boezem slechts ongeveer 900 H.A. loozen. Behalve
voor de hooge polderlanden onder W ijk , V e e n en A n d e l , geschiedt de waterlossing op de
drie boezems door opmaling met windmolens, waarvan er enkele tevens van stoomvermogen zijn
voorzien. De drie sluizen te N ieuw en d ijk zijn in de bebouwde köm van het dorp gelegen; de
Altenasche bandijk is aldaar vrij dicht bebouwd, terwijl de rijweg over de kruin, deel uitmakende
van den grooten Rijksweg van B r ed a naar G o r in ch em , in een zeer druk plaätselijk verkeer
voorziet. Tijd'ens den houw van het stoomgemaal mocht het verkeer över den dijk niet worden
belemmerd, evenmin als de waterlossing door de drie sluizen. Voorts wasrte. letten op de belangen
van de scheepvaaft, die, bij gelijk water binnen en buiten, door de sluizen van den Almboezem
en den Zevenbanschen boezem pläats heeft en, hoewel overigens van weinig belang, in den
bietentijd uiterst druk kan. zijn.