gebruikt, daar het roer, dat zieh bij het varen vooruit bevindt, vastgezet wordt door eene
kleminrichting, welke vanaf het dek behandeld wordt.
Het stoomwerktuig bestaat uit twee eenlingmachines met een gezamenlijk vermögen van
120 I. P. K ., waardoor het vaartuig in vol geladen toestand nog eene snelheid van 13 Kilometer
per uur kan bereiken, zoodat de overtocht van de eene aanlegplaats tot de andere in 4*/., minuut
kan geschieden en de geheele reis, met inbegrip van het vastmeeren, enz. niet meer tijd vordert
dan de korte overtocht met de voormalige veerpont over het Oude Maasje. De benoodigde
stoom wordt ontwikkeld door twee stoomketels, waarvan er beurtelings een buiten dienst is;
zij zijn berekend op eene werkspanning van 4 1/.» atmospheer overdruk.
Het vaartuig is vervaardigd uit staak
De stoompont „Keizersveer II” is enkele jaren later gebouwd. De hoofdafmetingen zijn
dezelfde als die v a n -de „Keizersveer I” ; slechts wijzigingen van ondergeschikt belang, hoofd-
zakelijk tot versterking van het langscheepsverband zijn aangebracht, terwijl het vaartuig voorts
is voorzien van eene compound-machine en een stoomketel, met eene werkspanning van 6 atmospheer.
Het plateau, dat tot de pontonbrug toegang geeft, ligt op 2.51 M. -f-N .A .P.; het gladdek
van de stoompont in onbeladen toestand ligt aan de boegen op 1.85 M. boven den waterspiegel,
welke hoogte 00k door het dek van de ponton wordt aangewezen, wanneer deze onbelast is en
enkel de brug draagt. Ten einde nooit eene te steile helling te vertoonen, heeft de pontonbrug,
in verband met de genoemde hoogtematen, eene lengte van 23 M. gekregen.
De brug bestaat uit twee hoofdliggers, waartusschen het dek. Ten einde koppeling dier
liggers mogelijk te maken, hetgeen vooral hier noodig was uit vrees voor sch ranking tengevolge
van de oplegging op een ponton en tevens te zorgen dat bij gewone omstandigheden geen deel
der brug onder water zou komen, zijn de hoofdliggers geconstrueerd als vakwerkliggers, systeem
PAULI. Hunne hoogte bedraagt in het midden ongeveer ‘/a van de spanning, de velden zijn
2.50 M. lang. De dwarsdragers zijn ongeveer in het midden van de hoogte der hoofdliggers
aan de verticalen vastgebout en dragen 5 balkijzeren langsliggers, waarop het eikenhouten
onderdek en het dennenhouten bovendek zijn aangebracht. De vrije breedte van de brug bedraagt
3.32 M., de grootste hoogte van de liggers boven het dek 1.33 M. Bij de berekening
der bruggen zijn als grootste toe te laten spanningen per c.M.2 aangenomen 656 Kilogram in de
hoofdliggers, 560 Kilogram in de dwarsdragers en 510 Kilogram in de langsdragers. Het gewicht
van eene brug bedraagt 26,500 Kilogram, of ongeveer 1180 Kilogram per M1.
De pontons zijn breed 5.70 M. en lang 9.50 M., met welke afmetingen is bereikt dat zelfs
bij het overtrekken van zware lasten geen- hinderlijke schommelingen ontstaan. De oplegging
van de brug vindt niet juist in de lengteas van de ponton plaats, doch een weinig meer landwaarts.
Ten einde geen ongewenschte spanningen in de hoofdliggers der brug op te wekken, bestaat
geenerlei verbinding tusschen de brug en de ponton. De brug draagt door middel van wielen,
welke op rails loopen, op de ponton, terwijl deze zieh uitsluitend in verticale richting kan bewegen,
daartoe gedwongen door twee houten jukken, welke zieh ter weerszijden van de ponton
in hare lengteas bevinden. Ten overvloede is de ponton nog met twee kettingen aan den wal
bevestigd, zoodat ook bij het onverhoopt breken van de geleiding in
de jukken, de ponton zieh nimmer van de brug kan verwijderen.
Met het oog op de noodzakelijkheid dat de ponton wegens onder-
houd of herstel periodiek tijdelijk moet worden verwijderd, is ter
weerszijden van de pontonbrug een juk aangebracht, bestaande uit
twee palen, door een koppelbalk verbonden. Moet nu de ponton
verwijderd worden, dan wordt onder de brug een balk gelegd waarvan
de uiteinden in de genoemde jukken steun kunnen vinden. Zoolang
de ponton weg is, -geschiedt de overtocht niet met de stoompont doch
-met eene der bij de beschrijving van het Bernsche veer genoemde
kabelponten, getrokken door eene sleepboot, van de noorderhaven
dwars over de rivier naar den veerweg door het winterbed op den
zuideroever. Daartoe zijn de gevorderde veerstoepen en kabelpalen
aanwezig. In de jaren 1904 en 1905 zijn zelfs tijdelijk proeven ge-
nomen om op Zöndagen geregeld aldus met de handpont in het ver-
keer te voorzien.
De bodems der veerhavens liggen op 2.44 M. N.A.P. In de
zuiderhaven heeft tevens de veerstoomsloep hare ligplaats. Voor de in
reserve zijnde stoompont is beoosten de zuiderveerhaven eene zate
gemaakt. De veerdammen zijn aangelegd met eene kruinsbreedte van
10 M., eene verharde baan van 4 M. en beloopen aan de rivierzijde
van; | op 1.
Ter nadere toelichting is in fig. 19 de stoompont „Keizersveer I P
voorgesteld, aanleggende in de zuiderhaven.
Aanvankelijk uit vijf personen bestaande, is het bedienende per-
soneel, hand aan hand met de toename van het verkeer en de uitbrei-
ding van den veerdienst, versterkt tot negen man, te weten: een
gezagvoerend pontwachter, een plaatsvervangend gezagvoerend pont-
wachter,'3 pontwachters, 1 machinist, 1 machinist-stoker en 2 stokers..
Normaal zijn vijf personen gelijktijdig in dienst, waarvan drie aan
dek en twee in de machinekamer. De overvaarten hebben plaats op
de heele en halve uren van de zuiderhaven en op de kwartieren van
de noorderhaven, met längere tusschenpoozen tijdens het middaguur,
des nachts en op Zondagen. Vergeleken met het mede in dezen
grooten weg gelegen gemeentelijke veer van G o r in ch em op
S le e u w ijk , hetwelk met kleinere stoomponten slechts om het
uur eene overvaart doet, is de dienstregeling van het Keizersveer
vrij ruim.
I I
I