laatstbedoelde oplossing voeren. Daarmede in verband wordt de wensclielijkheid overwogen tot
ophooging van den Aardappeldijk en tot loozing, beneden zeker peil, van het voor de streek
bezuiden dien dijk in te laten bevloeiingswater längs het afwateringskanaal naar D ro n g e len .
Hebben de plannen voor de längs de Dieze uit te voeren werken derhalve, in verband :met de
kwestie der winterbevloeiing van de westwaarts gelegen streek, nog geen vasten vorm aangenomen,
uit het bovenstaande blijkt, dat daarbij in elk geval de volgende beginselen zullen voorzitten:
i°. de bevloeiing der polders längs de Dieze gesehiedt met Maaswater en is geheel onafhan-
kelijk van den afvoer van Dommel en A a ;
2°. het Beersche Maaswater blijft buiten het gebied van Dommel en A a ;
3°. de scheepvaart op de Dieze zal" niet meer hebben te kampen met groote stroomsnel-
heden, als gevolg van groote afvoeren van Dommel en A a , en
4°. de beeindiging van eene periode van hooge waterstanden nabij ’s H e r to g e n b o s ch zal
spoediger in haar werk gaan dan voormaals, omdat, zoodra de val op de Maas wederom
uitstrooming te C r e v e c o e u r toelaat, het gebied van Dommel en A a gelijktijdig längs het
afwateringskanaal en längs de Dieze zal worden ontlast.
DE UIT G EV OERDE WERKEN.
Thans overgaande tot de beschrijving der werken, welke reeds ten deele zijn voltooid en
ten deele nog in uitvoering zijn, moeten worden onderscheiden: J)
a. de werken tot vorming van het afwateringskanaal ’s-Hertogenbosch— Drongelen;
b. de werken tot afsluiting van de Dieze beneden ’s H e r to g e n b o s ch ;
- c. de werken voor afwatering en irrigatie van de streek beoosten de Dieze.
a. H E T K A N A A L ’S HERTO GENBOSCH— D R ON G E LEN .
Het kanaal begint bij de doorlaatbrug in den spoorweg naar B o x t e l bezuiden het Station
’s H e r to g e n b o s ch , volgt de westzijde van dien spoorweg tot aan en längs het fort Isabella,
loopt van daar längs den dijk van den dorpspolder van Vucht (de Kampdijk) tot aan den noord-
westhoek der legerplaats aldaar, rieht zieh vervolgens westwaarts längs den dijk van den
Binnenpolder van Cromvoirt door de Helvoirtsche en de Drunensche heide naar den Baardwijk-
schen overlaat, loopt längs den westelijken leidijk tot B a a rdw ijk en vervolgens in noordwestelijke
richting naar de nieuwe Maasmonding in de richting van G an so y e n , alwaar het kanaal door
middel van eene groote uitwateringssluis met vijf openingen in de nieuwe rivier_uitmondt. Het
kanaal, lang ruim 19 kilometer, is voorgesteld op plaat VI. Het zuidwaarts omgelegde Oude
Maasje (het zuiderkanaal, beschreven in hoofdstuk V dezer afdeeling) is door middel van een
met de genoemde uitwateringssluis tot een kunstwerk gecombineerden syphonduiker onder het
afwateringskanaal voor Dommel en A a doorgevoerd.
J) Zie 00k »de Ingenieur” N ° . 52 v a n 1906: J. P. WYTENHORST. H e t afwateringskanaal van ’ s-Hertogenbosch
naar Drongelen en de verdere werken tot h e t verbeteren van den Waterstaatstoestand in het Noord-Oostelijk ge-
deelte van N o o r d -B r a b ä n t .
De bödem in de doorlaatbrug bezuiden het Station ’s H e r to g e n b o s c h E ^ vormende den
bovenmond van het kanaal — Iigt op 2.06 M. + N .A .P ., overeenkomende met het zomerpeil
van de Dieze te ’s H e r to g e n b o s ch . De Dommel nadert die doorlaatbrug tot op een afstand
van 120 M.; het tusschen gelegen terrein wordt tot het peil van 2.06 M. -f- N.A.P. afgegraven.
De kanaalbodem, breed 18 M. Iigt bij den bovenmond op het peil van 0.36 M. -¡- N.A.P. en
daalt van daar gelijkmatig tot op 0.50 M. -4- N.A.P. bij de uitwateringssluis te G an so y en . De
wederzijdsche beloopen hebben, met het 00g op de losse geaardheid van den grond, eene heb
ling van 4 op' 1 tot 1.60 M. boven den kanaalbodem, alwaar een berm, breed 1.60 M. wordt
-gevormd. Van dezen berm tot 3.60 M. boven den kanaalbodem hellen de taluds onder 3 op 1
en eindigen aldaar in .een hoogen berm, die aan de rechterzijde 1.50 M. breed is en aan de
linkerzijde 8.50 M. Van den hoogen berm tot de' dijkskruin hebben de beloopen ter weerszijden
van het kanaal eene helling van 2\ op 1. Het buitenbeloop van den linkerkanaaldijk heeft eene
helling- van 2\ dp 1 , behalve in de Langstraatsche buitenvelden, alwaar die helling, met het 00g
op overstorting bij rampen, beneden het - peil van 4.40 M. '.jjjg N.A.P. tot 4 op 1 is fserflauwd.
Het aan den golfslag van het voor de winterbemesting der landstreek bewesten de Dieze in te
laten water blöotgestelde buitenbeloop van den rechter-kanaaldijk heeft beneden het peil van
3.50 M. -|- N.A.P. eene helling van 3 op 1 , daarboven, tot 4.50 M. -j- N.A.P., van 5 Pp 1 en
verder tot de dijkskruin wederom van 3 op 1. J)
De kruinsbreedte bedraagt voor de beide dijken 5 M., behalve waar deze maat wegens
behoefte aan grondberging is overschreden (tot een maximum van 10 M.); in den Baardwijk-
schen overlaat bedraagt de kruinsbreedte plaatselijk maar 3.50 M. Het peil der kruin is 6.25 M. -j-
N.A.P., boven de zomersluiting in den Baardwijkschen overlaat en 5.40 M. -|- N.A.P. beneden
de spoorwegbrug aldaar, met een gelijdelijken overgang tusschen die twee hoogten.
De afmetingen van het dwarsprofiel zijn zoo ruim genomen, dat eene stroomsnelheid van
0.60 M. per secunde niet behoeft te worden overschreden, terwijl de .inrichting van de sluis te
G an s o y e n zoodanig is getroffen, dat de sluiswachter het in de hand heeft die snelheid, in verband
met den afvoer van het kanaal en de hoogte van het getij in de Bergsche Maas, naar
behoefte te regelen. De breede hooge berm längs den linkerkanaaldijk laat eene kanaalverbreeding
tot 25 M. in den bodem, indien de behoefte daaraan zieh in eene verre toekomst mocht doen
gevoelen, toe. Twee normale dwarsprofielen van het kanaal zijn afgebeeld in fig. 79.
Alle bermen en beloopen — met uitzondering van de benedenste, omdat daartoe eene vrij
kostbare bemaling zou worden vereischt ■— worden met eene kleibekleeding verdedigd, terwijl
bovendien op de läge bermen rietbepotingen worden aangebracht. Om de kracht van den golfslag
tegen het buitenbeloop van den rechterdijk te breken, zal längs den dijksteen hakhout worden
geplant.
Nabij den bovenmond van het kanaal en in den Baardwijkschen overlaat wordt de linkerkanaaldijk
plaatselijk door bestaande. waterkeeringen gevormd. Längs de oostzijde van de
Broekley wordt de bedijking van den Binnenpolder van C rom v o ir t in watervrije verbinding
gebracht met den linkerkanaaldijk.
f j : D e gewone jaarlijksche winterinimdatie van de polders bewesten de Dieze bereikt een peil v a n 3.90 M. + N .A .P .