
 
        
         
		In  de  Maas  bij  W e ll  wordt  een  leidam  gelegd  met  de  kruin  op  1  M.  -J-  M.E.  en  latende  
 eene  opening  van  50  M.  voor  de  scheepvaart  van  de  Maas  op  G o r in ch em .  In  de  toekomst  
 kan  hier  echter  een  afsluitdam  worden  gelegd  en  de  scheepvaart  geleid  door  het  alsdan  te  
 verruimen  Heusdensch  kanaal.  Ook  bestaat  er  geen  bezwaar  om  dit  kanaal  dan  af  te  sluiten  en  
 de  scheepvaart  aan  eene  tweede  schutting  te  onderwerpen;  de  kosten  hiervoor  zullen  echter  door  
 de  aangelegen  polders,  die  daardoor  in  nog  günstiger  omstandigheden  van  afwatering  en  dijks-  
 verdediging  komen,  moeten  worden  gedrägen. 
 HEEREWAARDENSCHE  OVERLATEN. 
 Bij  de  samenstelling  van  het  ontwerp  is  uitgegaan  van  het  denkbeeid  dat  de  Heerewaar-  
 densche  overlaten  watervrij  zullen  zijn  afgesloten  alvorens  tot  de  opening  van  den  Nieuwen  
 Maasmond wordt overgegaan. De  kosten voor  die  afsluiting  zijn  evenwel  niet  in de raming begrepen. 
 INUNDATIEGEBIED  VAN  DOMMEL  EN  AA. 
 Ten  einde  de  landen  om  ’s -H e r to g e n b o s ch   en  bewesten  de  Dieze  dadelijk  te  gerieven,  
 wordt  in  overweging  gegeven  de  werken  tot  verlegging  van  den  Maasmond  te  doen  beginnen  
 met  het  graven  van  het  zuider  afwateringskanaal,  en  de  Langstraatsche  velden  al  vast daarop  te  
 doen  loozen  in  plaats  van  op  het  Oude  Maasje.  Alsdan  zou  dit.  riviertje  zonder  bezwaar  kunnen  
 worden  belast  met  de  afwatering  van  het  ongeveer  5000  H.A.  groote  inundatiegebied  van 
 Dommel  en  A a ,  waartoe  de  onmiddellijk  belanghebbenden  het  kanaal-ontwerp  LEEMANS van 
 1869  (zie  blz.  18)  zouden  moeten  uitvoeren.  Voor  den tijd,  dien  de  vorming  van  den  Nieuwen 
 Maasmond  zoude  eischen  —   naar  schatting  ongeveer 11  jaar  ■—   zou  dat  inundatiegebied dan 
 op  weinig  kostbare  wijze  in  het  genot  van  eene  goede  waterlossing  zijn  gesteld.  Na  opening  
 van  den  Maasmond  zou  het  kanaal  weer  moeten  vervallen,  en  ook  kunnen,  omdat  de  alsdan  
 verlaagde  ebbestanden  te  G r e v e c o e u r   eene  voldoende  afwatering  zullen  waarborgen.  Voor  het  
 Rijk  zou  deze  wijze  van  handelen  geen  bijzondere  uitgaven  medebrengen,  aangezien  het  zuider-  
 kanaal  niet  behoeft  te  worden  bemalen  zoolang  de  Maasmond  niet  is  geopend. 
 RAMING  VAN  KOSTEN. 
 Wegens  de  ruimere  opvatting  van  de  nieuwe  rivier,  de  opname  der  normaliseering  van  den  
 Amer,  eene  meer  uitgebreide  onteigening  en  eenigszins  verhoogde  eenheidsprijzen  voor  arbeids-  
 loonen  en  materialen  is  de  begrooting  belangrijk  hooger  dan  die  van  het  ontwerp-LEEMANS. 
 Zij  sluit  met  ruim  14.5  millioen  gülden,  als  volgt  verdeeld. 
 Onteigening.......................................................................................... f   5>436,5°°-— 
 Grondwerken    „  6,108,780.— 
 Kunstwerken......................................................................................  „  1,277,800.— 
 Normaliseering  van den  Am e r         „   925,000.— 
 Algemeene  onkosten  en onvoorzien............................................  „  775,000.— 
 Totaal... . .   f  14,5 23,080.— 
 De  onteigening  is  uitgebreid  met  de  oppervlakten  uiterwaard,  welke  voor ophooging in aan-  
 merking  komen.  De  aangekochte  terreinen,  die  niet  worden  vergraven  of  door  werken  inge-  
 nomen,  worden  geacht  na  voltooiing  van  den  Maasmond  eene verkoopwaarde van  f  1,500,000.  -  
 te  bezitten.  Bovendien  wordt  eene  besparing  van  na.genoeg  twee  millioen  gülden  in  uitzicht  
 gesteld  door  den  o’vertolligen,  te  ontgraven  grond  te  verwerken  in  de  ontworpen  spoorbaan van  
 ’s -H e r to g e n b o s ch   naar  L a g e   Zw a luw e . 
 PLAN  LELY  1879. 
 Zie  plaat  IV. 
 Niet  lang  na  de  inzending  van  het  ontwerp  S CH N E B B E L IE— N O L TH E N IU S   heeft  de  Hoofd-  
 Ingenieur  Ro se  den  dienst  der  Groote  Rivieren  verwisseld  met  dien  van  N o o rd -B rab an t  en  
 het  werd  de  taak  van  zijn  opvolger  om  de ‘ voorgestelde  bedding  tegen  enkeie  van  hooger  hand  
 geopperde  bedenkingen  te  verdedigen.  Deze,  de  Hoofd-Ingenieur  V a n   D E R   T O O R N ,  was  echter  
 van  gevoelen  dat  de  voordeelen  van  den  nieuwen  Maasmond,  opgevat  als  tij rivier,  niet  konden  
 op wegen  tegen  het  nadeel  der  grodtere  kosten  van  aanleg  en  hij  ontving  als  gevolg  daarvan  de  
 opdracht  een  nieuw  ontwerp  samen  te  stellen  waarbij  voor  het  zomerbed  van  de  nieuwe  rivier  
 zou  worden,  uitgegaan  van  de  normaalbreedte  van  de  Maas.  De  uitwerking  van  dit  beginsel  
 vertrouwde  de  Hoofd-Ingenieur  toe  aan  den  heer  C.  L e l y ,   toenmaals  adjunct-ingenieur  van  den  
 Waterstaat,  die  hem  reeds  in  Juni  1879  tot  inzending  van  een  volledig  ontwerp  in  Staat  stelde. 
 Dit  ontwerp  ligt  derhalve,  wat  de  breedte  van  het  zomerbed  betreft, tusschen de ontwerpen  
 L e e m a n s   en  S c h n e b b e l i e — N o l t h e n i u s   in.  Aan  de  hand  der  vastgestelde  normaalbreedte voor  
 de  Maas,  bedragende  150  M.  te  C r e v e c o e u r   en  170  M.  te  L o e v e s t e in ,  in  de  nieuwe  rivier  
 ontworpen  op  150  M.  aan  ’t Heleind  en  170  M.  bij  K e iz e r s v e e r .  In  afwijking  van  het  plan  
 S c h n e b b e l i e— N o l t h e n i u s   is  in  dit  ontwerp  voorts  elk  denkbeeid  tot  normaliseering  van  den  
 Amer  geweerd. 
 Beneden  het  Spijkerboor  is  de  getijbeweging  maatgevend,  d e 'Amer  is  daar  als  een  zeegat  
 te  beschouwen  en  de  nieuwe  rivier  dient  dan  ook  betracht  als  daar  te  eindigen.  Eene  normaliseering  
 van  den  Amer  door  hooge  dämmen,  gepaard  met  de  afsluiting  van  sommige  Killen,  
 wordt  schadelijk  geacht  voor  de  afstrooming  van  de  nieuwe  rivier,  omdat  de  bergruimte  voor  
 het  längs  K e iz e r s v e e r   afkomende  opperwater  daardoor  zou  worden  verkleind.  Eene  normaliseering  
 door  middel  van  läge  dämmen  zou  de  afwatering  niet  schaden,  doch  evenmin  voordeel  
 brengen,  omdat  het  verhäng  tusschen  den  Dongemond  en  M o e rd ijk   niet  noemenswaard  kan  
 worden  verminderd.  Wel  wäre  eene  zoodanige  normaliseering  bevorderlijk  aan  de  uitschuring  
 eener  vaargeul,  doch  voor  de  belangen  der  schipperij  wordt  het  werk  der  Maasmondverlegging  
 niet -  ondernomen.  De  riviervorming  bewesten  K e iz e r s v e e r   beperkt  zieh  dan  ook  tot  eenig  
 baggerwerk  boven  het  Spijkerboor. 
 De  ligging  van  het  winterbed  komt  met  het  plan  L e e m a n s   overeen,  ook  wat  betreft  de  
 groote  breedte  beneden  D ro n g e len   door  het  benutten  van  de  bedijking  van  het  land  van  
 Altena  als  noorderbandijk  voor  de  nieuwe  rivier.  Boven  D ro n g e le n   bedraagt  de  breedte  van  
 het  winterbed  evenwel  doorgaande  600  M .,  derhalve  100  M.  meer  dan  volgens  de twee vroegere