door dubbele schotbalkrijen worden afgesloten. De deuren en de schotbalken zijn van djattihout;
de schuiven van getrokken- en plaatijzer.
Wanneer het kanaal in den winter veel water moet afvoeren en de Bergsche Maas hooge
standen aanwijst, zal het volle sluisprofiel in werking moeten komen. Bij lagere waterstanden
op de Bergsche Maas heeft men den afvoer van het kanaal door middel van de schuiven in de
zijopeningen of de schotbalken in de middenopening in de hand. Bij ijsgang op het kanaal zal
de breede middenopening in het bijzonder hare diensten bewijzen.
In den zomer zal men het Dommel- en Aawater in den regel met gesloten ebdeuren in
de middenopening kunnen afwachten, in de zijopeningen kunnen de ebdeuren worden opengezet
en de schuiven gesloten. Het kanaalpeil zal dan bij de sluis geleidelijk stijgen tot 1.85 M. -j- N.A.P.,
waarna de ontlasting door de middenopening over de ebdeuren heen begint en men verder den
afvoer kan regel en met behulp van de schuiven in de zijopeningen.
Zoolang de waterstand te ’s -H e r to g en b o s ch het peil van 2.06 M. -j- N.A.P. niet heeft
overschreden voert het kanaal, behoudens het hemelwater van de zuidwaarts gelegen gronden,
niets af en de sluis te D ro n g e len kan dan worden gebruikt om het kanaal door waterinlating
op het gewenschte peil te houden, terwijl door de middenopening kleine landbouwvaartuigen
kunnen worden toegelaten. De kanaalstand kan geleidelijk worden opgevoerd tot het peil van
gewoon hoog water in de rivier. Voeren de vrij op het kanaal loozende gronden veel water
af, dan kan de kanaalstand verhoogen, doch het maximum peil zal daarbij weinig rneer dan
1.85 M. -J- N.A.P. bedragen, aangezien bij dien stand de ontlasting over de ebdeuren heen begint.
Bij hooge rivierstanden en bij stormvloeden kan de sluis, door middel van de vloeddeuren en
de schuiven worden gesloten ; bij ijsgang in de rivier zoo noodig door schotbalken.
Toen de uitwateringssluis c.a. werd gebouwd was het zuiderkanaal reeds voltooid en in wer-
king, in verband waarmede de plaats van het kunstwerk zoodanig moest worden bepaald, dat
de werkput binnen de linkerbekading van het zuiderkanaal zou blijven. Het buitenkanaal is daar-
door betrekkelijk lang (ruim 350 M.) geworden. De zuiderrivierdijk is naar het kunstwerk
toe omgelegd en de grindweg op de kruin is door middel van eene brug over de sluis heen
gevoerd. Op de brug en de aansluitende wegvakken is eene keibestrating aangebracht. De grintweg
naar W a a lw ijk , genaamd „de Putsteeg” , is met de brug in verbinding gebracht.
Zoowel boven als beneden de sluis zijn lange evenwijdige vleugelmuren van zuilenbasalt
gebouwd, waarvan het oorspronkelijk ontworpen profiel nog tijdens den bouw is verzwaard.
Buiten die vleugelmuren zijn de wederzijdsche taluds tot aan het einde der lange stortebedden
met steenglooiing verdedigd.
Met de bediening van de sluis is een persoon belast, tot huisvesting waarvan eene woning
in de nabijheid is gebouwd! Wegens scheuren als gevolg van zettingen in de hooge zandterp,
waarop die woning is geplaatst, is zij eenige jaren later herbouwd.
Als bijkomende werken moeten worden genoemd eene schotbalkloods van gegalvaniseerd
plaatijzer, een ijzeren duiker. voor het afgesneden deel van den buitenpolder van W a a lw ijk ,
een steenen duiker ten behoeve van eene eveneens verbroken afwatering van den binnen- en
den buitenpolder van B a a rdw ijk en een ijzeren duiker ten behoeve van het afgesneden oostelijk
deel van de Gansoyerische uiterwaard. Deze kunstwerken zijn reeds, resp. in de ho,ofdstukken
V en I dezer afdeeling beschreven en op de situatie fig. 40 aangeduid.
: . D E UITVO ER IN G .
De bouw van het kunstwerk aan den benedenmond van het afwateringskanaal ’s-Hertogen-
bosch— Drongelen is uitgevoerd volgens drie bestekken en drie onderhandsche overeenkomsten.
Bestek N°. 214 dienst 1896— 1899 omvatte den bouw van het kunstwerk, met de daartegen aan-
s.luitende uitwateringssluis voor het omgelegde Oude Maasje, het Waalwijksche stoomgemaal, de
dienstwoningen, de loodsen, de duikers voor de binnenpölders van W a a lw ijk en B a a rdw ijk ,
benevens eenige grondwerken binnen de omkading van het werkterrein. In April 1898 werd den
aannemer bovendien bij contract opgedragen het omleggen van het zuiderkanaal (Oude Maasje)
naar den syphonduiker, teneinde de indienststelling van het Waalwijksche stoomgemaal te bespoe-
digen. De uitvoering van de overige grondwerken geschiedde volgens bestek N°. 186, dienst
1898— 1899; hiertoe behoorde 00k de vorming van een 300 M. lang väk van het afwateringskanaal
’s Hertogenbosch— Drongelen, aansluitende tegen het kunstwerk. Bij twee onderhandsche
overeenkomsten werd den aannemer van dit bestek opgedragen de verzwaring van enkele basalt-
vleugelmuren en den bouw van den ijzeren duiker in de Gansoyensche uiterwaard. Eindelijk
zijn, volgens bestek N°. 149, dienst 1900 de oever-en bodemvoorzieningen eenigszins uitgebreid.
Het geheel was in het jaar 1900 voltooid.
O PG A V E V A N K O S TEN .
Onteigening. .......................... f 352,400.87
Bestek N°. 214, dienst 1896— 1899, wegens het bouwen van
eene uitwateringssluis, met grondduiker aan den benedenmond
van het kanaal van ’s H e r to g e n b o s ch naar D ro n g e le n , een
stoomwatermolen, dienstwoningen, duikers enz ....................... f 278,308.—
Overeenkomst wegens het aanbrengen van verdedigingswerken „ 15,720.—
Bestek N°. 186, dienst 1898— 1899, wegens het maken van
grondwerken nabij de uitwateringssluis.................................................... „ 53,133.—
Overeenkomst wegens het maken van een ijzeren duiker ... „ 7,900.—
Overeenkomst wegens het verbreeden van basaltmuren „ 13,890.^ ;“-;
Bestek N°. 149, dienst 1900, wegens het maken van oever-
en bodemvoorzieningen.................................................................................. „
Bestek N°. 126, dienst 1905, wegens het verbouwen van de
sluis wachters woning................................................................. ....................
Bestek N°. 234, dienst 1905, wegens het aanbrengen van
eene bodemvoorziening in den bovenmond van het kanaa l.........
381,395,—