groote baggermolens te werk gesteld. Naarmate de afvoer van den overlaat beneden H eu s d en
toenam, verminderde de ebstroom te A n d e l zeer aanmerkelijk, doch er ging uit den aard der
zaak bij elk getijde een vrij sterke vloedstroom. In den middag van 22 Juni schenen alle om-
standigheden — de verlaging van de waterstanden te H eu sd en , de vernauwing van het rivier-
profiel bij A n d e ls enz. — günstig om de volledige afsluiting in den volgenden nacht door te
zetten, hetgeen dan 00k zonder veel moeite gelukte. Op 23 Juni 1904 des ochtends te half
acht, werd de sluiting van den dam op het peil van 1.80 M. -|- N.A.P. verkregen; de waterstanden
waren op dat oogenblik 1.10M. - f N.A.P. aan de Maaszijde en 1.00 M. -|- N.A.P. aan
de Waalzijde. Behoudens eenig baardwerk om het zand in het sluitingsgat vast te houden, is
de dam door opspuiting van zand, zonder rijshöut gevormd. In de volgende dagen werd de dam
geleidelijk door verdere oppersing van zand verhoogd en v e rbre ed , zoodat op het einde der
maand eene doorgaande hoogte van 3-5° M. N.A.P. was bereikt. Ertkele uren van spanning
deden zieh voor op 25 Juni, toen het water aan de Waalzijde bij stormvloed— den zoogenaam-
den hooistorm — tot 2.30 M. -f- N.A.P. opliep en de zanddam, nog nauwelijks overal tot dat
peil reikende, eene waterhoogte van 1.20 M. keerde ; door het ijlings opwerpen van zandkaden,
verdedigd met riet en steen, op de bedreigde punten kon het gèvaar worden afgewend. 1) '
De dagelijks gemaakte vorderingen bij de afsluiting der rivier te A n d e l zijn voor de periode,
van 15 tot 23 Juni graphisch voorgesteld in % . 76, volgens de dagelijksche peilingen te 8 uur
v.m. Aangezien de günstigste dag voor het doorsteken van de kleikap beneden H eusden Maan-
dag 20 Juni werd geacht en de voorloopige beperking van het zomerbed te A n d e l , met het
00g op het zandverlies door uitschuring, niet verder mocht worden doorgezet, werden de werken
aldaar op Zaterdag 18 Juni gestaakt tot Maandagochtend. Uit den aard der zaak was het zandverlies
in die période toch vrij groot, zooals blijkt uit profiel N°. 5 van fig. 76. Als profiel N-s 9
is in fig. 76 bovendien aangeduid de kritieke toestand tijdens den stormvloed van 25 Juni.
Fig. 77 geeft een schematisch overzicht van de veranderingen in de getijbeweging aan
’t Heleind, te H eusden en te A n d e l , tijdens de opening te Heusden en de afsluiting te A n d e l.
Uit .de getijlijnen aan ’t Heleind is af te leiden, dat de rivier van 14 tot 18 Juni geleidelijk
werd opgestuwd, als gevolg van de voorloopige beperking van het zomerbed te A nd eL Dank
zij de werking van den overlaat beneden H eu sd en , nam die opstuwing op 20 en 21 Juni niet
toe, ofschoon de beperking van het zomerbed te A n d e l in die dagen krachtig vorderde,. Naarmate
de werking van den overlaat toenam en de hoeveelheid längs W o u d r ich em binnentrek-
kend vloedwater verminderde, daalden de waterstanden aan ’t Heleind aanmerkelijk en na de
sluiting te A n d e l op v 23 Juni verkreeg de getijlijn een geheel anderen vorm. Tijdens den
stormvloed van 25 Juni was de ebbestand aanmerkelijk lager dan het peil van laagwater op
14 Juni, toen de weersgesteldheid zeer günstig was, terwijl de hoogte van hoogwater op 25 Juni
het vloedpeil van 14 Juni maar weinig overschreed.
Te H eu sd en hadden de getijlijnen boven en beneden den dam yodr 21 Juni een geheel
J) De uiterwaarden längs de Maas liepen, in afwijking met hetgeen in vorige jaren onder dergelijke omstandigheden
was gebeurd, tijdens den genoemden hooistorm niet onder en ondervonden alzoo door een toeval reeds
twee dagen na de scheiding van Maas en Waal in bijzondere mate voordeel van dat werk.
mtmuem
le i t ijd e n s de u i t v o e r in g d e r o p e n in g sw e r k e n v a n d en M a a sm o n d .
I r 'J u lË f ô T Ç ] « kW u -tu ,. [ i l ] 09.31(3