230 Hoofdstuk VIII. Heerewaardenscke overlaten en Waaldijken.
hoofdzaak drie gedeelten te onderscheiden, namelijk twee onbekade vakken, die respectievelijk
den naam van „Dreumelsche overlaat” en „Rossumsche overlaat” of „overlaat het Klooster”
droegen en elk ongeveer 600 M. lang waren, en een daartusschen in gelegen bekaad terrein,.
lang 4200 M., hetwelk meer bepaaldelijk „Overlaat van Heerewaarden” werd genoemd. De
werking der overlaten van Dreumel en Rossum begon bij een waterstand van ongeveer
6.60 M. -¡- A.P. (6.55 M. -j- N.A.P.) aan de peilschaal te S t .-A n d r ie s ; de kade in den overlaat
van Heerewaarden reikte, behoudens een kort laaggelegen v a k , dat als „overlaat van oud
St.-Andries” bekend stond, ongeveer tot het peil van 7 M.-J -A.P. aan de peilschaal te St.
A n d r ie s , oploopende volgens het verhäng der rivier de Waal. De overlaten van Rossum en
Heerewaarden waren gescheiden door de in 1856 aangelegde werken tot afsluiting van het
kartaal van St.-Andries, reikende tot het peil van 8 M. -(- A.P.- De afsluitdijk sloot met het
oostelijk uiteinde aan tegen het oude fort van St.-Andries, terwijl het terrein der schutsluis aan
de westzijde een geheel uitmaakte met de hooge gronden van het fort Nieuw St.-Andries. Het
Hoofdstuk VIII. Heerewdardensche overlaten en Waaldijken. 231
terrein tusschen het eerstgenoemde fort en den H'eggeldijk, lang ongeveer 220 M., vormde den
„overlaat van oud St.-Andries” , waarvan de werking begon bij een rivierstand van 6.60 M. -f- A .P.
aan de peilschaal te S t .-A n d r ie s . De situatie van .'den voormaligen toestand blijkt nader uit fig. 62.
De werken tot beteugeling van de Heerewaarderische overlaten tot het peil van -7 M. -j- A.P.
(6.95 M. -|- N.A.P.) te S t.-A n d r ie s. bestönden uit den aanleg van drie overlaatskaden in de
o’mschreven overlaten van D r e um e l, Oud S t .-A n d r ie s en Ro s sum. De afmetingen van die
kaden waren als v o lg t:
Oms.chrijving.
Kade in den overlaat van
Dreumel Oud St.-Andries Rossum
Kruinshoogte boven A .P ................................ 7-17 M. S H m .
Met eene-tonrondte daarboven v a n .......... 0.20 „
Kruinsbreedte .-. . . ........... .. • 2--— „ 8— „
Lengte ................................................................ .. . -I; 224.---- „ .600.— • „
Beloop - aan • de Waalzijde» . . . ................ .. 2 i Op I 2^ Op I op I
■ „ „ „ Maaszijde.............................. 10- op I icl i^op. I 10 op I
Jaar van aanleg..-. ................ ............... 1884 1883/1884
Zoowel de beloopen als de kruinen dier kaden waren met basalt bekleed , behoudens het
MaasBeloop van de kade in den Dreumelschen overlaat, waarop de steenbezetting slechts 2 M.
breed was, en behoudens de kruin van de kade in den Rossumschen overlaat, waarop slechts
0.80 M. breede bermen van steenbekleeding waren voorzien en waarop voorts in het midden
een grindweg, ter breedte van 4 M. was aangelegd. Bij de aansluitingen aan de bandijken van
het land' van Maas en Waal en de Bommelerwaard waren de kaden oploopend bewerkt.
In 1888 werden de drie overlaatskaden verhoogd tot het peil van 7.50 M. -j- A .P. (7.45 M.
N.A.P.) te S t .-A n d r ie s en op de volgende afmetingen gebracht.
Omschrijving.
Kad 3- in den overlaat van
Dreumel Oud St.-Andries Rossum
8.30 M. 7.60 M. 7.50 M.
Met eene tonrondte daarboven v an . . . . 0.10 „ 0.10 „ 0.20 „
Kruinsbreedte............................................................................... 2.— „ 6 — „
Beloop aan de Waalzijde............. ... Op I 2\ Op I 2\ op 1
„ „ „ Maaszijde............................... 5 op i 3^ op i 10 op I