
 
        
         
		Volgens  dit  plan  zou  een  kanaal  worden  gegraven  van  V H e r to g e n b o s c h   naar H ed ik h u iz en ,  
 waardoor  de  Dommel  bij  hoog  opperwater  zou  worden  ontlast,  terwijl  de  längs  de  A a   gelegen  
 landen  daarmede  tevens,  hoewel  indirect  zouden  worden  gebaat,  omdat  de  Dieze  dan  niet meer  
 met  het  Dommelwater  zou  zijn  bezwaard.  Om  het  kanaal  tijdens  hooge  waterstanden  van  de  
 Dieze  af  te  scheiden  was  in  de  westelijke  stadsgracht  van  ’s H e r to g e n b o s ch   eene  afdamming  
 met  uitwatefingssluis'ontworpen.  . Door  deze  sluis  en  de  bestaande  in  de  Vuchterbrug  bezuiden  
 ’s H e r to g e n b o s ch   zou  een  soort  van  schutkolk  worden  ingesloten,  met  behulp  waarvan■ de  
 scheepvaartgemeenschap  tusschen  de  Dommel  en  de  Dieze  in  de  bedoelde  tijdperken  zou  kunnen  
 worden  onderhouden.  Het  kanaal  zou  eerst  in  werking  komen  bij  een  waterstand  van  2.66 M.  +   
 N.A.P.  te   s H e r to g e n b o s ch ,  omdat  het  Dommelwater  bij  lagere  standen  niet  zou  kunnen  
 worden  gemist  voor  het  op  peil  houden  van  de  Dieze  en  voor  de  waterverversching van  ’s Her-  
 to g en b o s ch . 
 Het  kanaal  ging  uit  van  de  doorlaatbrug  bezuiden  het  Station  ’s H e r to g e n b o s ch   in  den  
 spoorweg  naar  B o x e i  en  volgde  eerst  den  zuiderteen  van  de  spoorbaan  mar  V lijmen   tot  aan  
 de  doorlaatbrug  in  het  Bossche  veld.  Hier  ging  het  kanaal  onder  den  spoorweg  door  ’),  richt-te  
 zieh  längs  den  kortsten  weg  naar  den  westelijken  bandijk  van  het  land .van  Heusden,  volgde  
 dien  dijk  vervolgens  tot  bij  de  Haarsteeg  en  loste  zieh  ten  slotte  in  de  Hedikhuizensche  Maas  
 op  om,  te  zamen  met  deze,  door  de  bestaande  sassluis  en  door  eene  yiemv  ie'  bouweu  siuis  op  
 de  Maas  te  loozen.  Het  kanaal  zou  ter  weerszijden  worden bedijkt.  De doorsrx'den waterleicingtm  
 zouden  deels  afwatering  op  het  kanaal  verkrijgen  en  deels  daaronder  door  worden  ge.vo*erdg  öp  
 de  kruispunten  met  de  hoofdverkeerswegen  zou  het  kanaal  worden  overbrugd. 
 Het  kanaal  zou  eerst  worden  gegraven  zoodra  de  nieuwe  Maasmond  zou  zijn  geopend,  de  
 Bokhovensche  overlaat  gesloten,  de  linker-Diezedijk  opgehoogd  en  de  Baardwiiksche  överluat  
 derhalve  H   rampen  uitgezonderd  —   buiten  dienst  zou  zijn.  De  doorlaatbrug-  in  den  spoorweg  
 door  het  Bossche  veld  zou,  in  verband  met  den  aanleg  der  kanaaldijken werkeloos worden, doch  
 voor  de  loozing  van  inundatiewater  bij  eventueele  doorbraken  van  den  linker-Maasdijk  boven  
 H ed ik h u iz en   zouden  de  dijksvakken  in  die  doorlaatbrug  tot  hulpgaten  worden  ingericht.  De  
 buitenbeloopen  der  kanaaldijken  zouden  niet  tegen  den  golfslag  worden  verdedigd,  omdat'  de  
 jaarlijksche  overstroomingen  van  de  polders  bewesten  de  Dieze  tot  het verleden zouden behooren.  
 Door  het  waterschap  ter  bevordering  der  verbetering  van  den  waterstaatstoestand  in  het  N.O.  
 deel  van  N o o rd -B ra b an t  zouden  de  vereischte  irrigatiewerken  worden aangelegd,  welke werken  
 van  Rijkswege,  voor  zooveel  noodig,  onder  het  kanaal  door  in  onderlinge  verbindmg  zouden  
 worden  gebracht. 
 OVERLEG  MET  DE  PROVINCIE. 
 Bij  het  in  October  1887  omtrent  deze  aangelegenheid  met  de  Provincie  geopende  overleg  
 bleek  al  spoedig,  dat  er  omtrent  de  jaarlijksche  inundatie  van  de  polders  bewesten  de  Dieze  
 verschil  van  gevoelen  bestand,  althans,  in  tegenstelling met den gedachtengang die bij het opmaken  
 van  Nota  B  had  voorgezeten,  meenden  belanghebbenden  dat  die  winterbemesting  in  den  vorm 
 ‘)  Bij  den  bouw  der  doorlaatbrug  is  reeds  met  dit  kanaalontwerp  rekening  gchouden. 
 van  eene  vollcdige  inundatie  behouden  zou  moeten  blijvcn,  alleen  met  dit  verschil,  dat  de over-  
 stro.oming  dier  landen,  in  den  ' bestaanden  toestand  door  de  natuur  in  wat  ai  te  ruime  mate,  
 verricht,  voortaan  op- kunstmatige  wijze  regelmatig  en  uitsluitend  metMaaswater zou geschieden.  
 Een  tw.eede  bezwaar  tegen  het  ontworpen  kanaal  vormde  de  vrees /  dat- het  waterschap-„de  
 Algemeene  Omkading”  \ niet  ten  volle  van  het  voordeel  der  verlaagde  Maasstanden  zou  kunnen  
 genieten,  omdat  de  Hedikhuizensche  Maas,  waarop  dat  waterschap  uitwatert,  door  het  toege--  
 voerde  Dommelwater  in  zekere  mate  zou  worden  opgezet.  Wijziging  van  het  kanaalplan  zoo-  
 danig,  dat  deze  twee  hoofdbezwaren  zouden  worden  ondervangen,  deed  het eindcijfer der begroo-  
 ting  van  kosten  zöö  hoog  oploopen,  dat  naar  eene  andere  oplossing  werd  uitgezien. 
 PLAN  CRkVECOEUR— HEDIKHUIZEN. 
 Als  gevolg  hiervan  zag  een  ontwerp  voor  een  kanaal  van  C r e v e e o e u r   naar  H e d ik h 
 u izen   het  licht.  Volgens  dit  plan  zou  de  Dieze  tot  nabij  C r e v e e o e u r   voor  den  afvoer  van  
 het  hooge  Dommel-  en  Aawater  dienst  blijven  doen,  terwijl  die  afvoer  verder  zou  geschieden  
 door  de  Oude  Dieze  en  door  een,  als  verlenging  van  deze  längs  den  Iinker-Maasoever  te  graven  
 kanaal,  waarvan  de  benedenmond  even  beböSten  het  Hedikhuizensche  Sas  zou  liggen.  In  dien  
 mond  was  geen  uitwateringssluis  ontworpen,  omdat  de  bestaande  schotbalksluis  in de Oude Dieze  
 te  C re v e eo eu r ,  binnen  het  kanaal  vallende,  als  zoodanig  zou  kunnen  dienst  doen,-  Tot  aanvoer  
 van  het  inundatiewater  uit  de  Maas  voor  de  winterbemesting  van  de  streek  bewesten  de  Dieze,  
 was  een  groote  syphonduiker  onder  het  kanaal  ontworpen.  Behalve  de  mindere  kosten  had  dit  
 kanaalplan  de  volgende  voordeelen  boven  de  gewijzigde  nota  B . : 
 i°.  door  de  op  te  werpen  kanaaldijken  zelf,  derhalve  zonder  nieuwe  uitgaven,  werd  de  
 sluiting  van  den  Bokhovenschen  overlaat  verkregen; 
 2°.  de  traverse  voor  het  inundatiewater  naar  den  Baardwijkschen  overlaat,  bij  eventueele  
 doorbraken  van  den linker-Maasdijk boven  C r e v e e o e u r ,  werd  door de kanaaldijken niet versperd ; 
 . 30.  het  bevloeijngsgebied  bewesten  de  Dieze  werd  door  het  kanaal  niet  in  tweeeii verdeeld; 
 40.  de  bestaande  uitwatering  aan  het  Hedikhuizensche  Sas  bleef  onaangeroerd.  . 
 Daartegenover  stond  het  nadeel,  zoowel  uit  een  oogpunt  van  afwatering  en  irrigatie, als van  
 scheepvaart,  dat  de  Dieze  tot  nabij  C r e v e e o e u r   met  het  hooge  Dommel-en Aawater bezwaard  
 zou  blijven. 
 PLAN  ENGELEN— DOEVEREN. 
 Bij  het  verder  ter  zake  gehouden  overleg  tusschen  het  Rijk,  de  Provincie  en  de  belanghebbenden  
 rees  de  vraag  of  niet  eene  meer  benedenwaarts  gelegen  uitmonding  voor  het  kanaal  
 wäre  te.  kiezen,  teneinde’  meer.  zekerheid  te  verkrijgen  omtrent  de  verlaging  van  hooge  waterstanden  
 bij  ’s H e r to g e n b o s ch .  In  de  overtuigiiig  dat  hier,  zoowel  in  den  winter  als  in  den  
 zomer  ellce  decimeter  winst  groote  waarde  zou  hebben  '),  werd  toen van  Rijkswege  een  ontwerp  
 opgemaakt  voor  een  kanaal,  hetwelk  zou  uitgaan-  van  de  Dieze  bezuiden  E n g e le n ,  en  de 
 ')  Zie  00k:  A.  Keurenaer.  Plan  tot  watervrijmaking  van   -Js -H e r 10g e n b o s c h   en  een  gedeelte  der  landen  
 tusschen  de  Z 11 id-Willemsvaart  en  de  Rivier  de  Dommel.  ’s -H e r to g e n b o s c h   1877-