
 
        
         
		UITVOERING  EN  MONTAGE. 
 Nadat  het  maken  van  den  onderbouw  tegen  het  einde  van  1892  was  aanbesteed,  werd  op  
 9  Februari  1893,  begunstigd  door  een  hoogen  waterstand,  aangevangen  met  het  uitbaggeren  
 der  fundeeringsputten  voor  de  landhoofden  en  pijlers,  welk  werk  in  het  laatst  van  Maart  d.a.v. 
 gereed  kwam,  evenals  het  aan-  
 brengen  van  de  grondverbetering  
 onder  het  westelijk  landhoofd,  
 waarvoor  7300  M3  zand  uit  de'  
 Maas  bij  W e ll werden gebaggerd  
 en  in  den  fundeeringsput gespoten.  
 Voor den  bouw van  de beide landhoofden  
 en  de  drie  pijlers  is  eene  
 groote omringing äangelegd, welke  
 door  de  grondwerktuigen  met  de  
 uit  de  putten  gebaggerde  specie  
 werd  opgespoten  en  tegen  het  
 einde  van  April  1893  kon worden  
 gesloten.  Intussehen was  reeds begonnen  
 met  het  heien  der  dam-  
 wanden  van  het  op  staal  gefun-  
 deerde oostelijke landhoofd, waarna  
 achtereenvolgens  de  draagpalen  
 en  de  damwanden  voor  de  pijlers  
 in  het westelijke landhoofd werden  
 aangebraeht,  In  verband  met  de  
 proef heiing  werden  de  palen voor  
 dit  landhoofd  van  8  M.  op  10  M.  
 •gebracht,  waartoe  een  Staat  van  
 meer werk ten bedrage van f  390.— 
 '.  '  ’ '  werd  gesloten.  In  de  tweede  helft  
 van  Juni  en  de  eerste  helft  van  
 Juli  1893  hadden  de  betonstorf 
 "   '  *  *  t  i  i  l   i  t  %3K'  tingen  plaats,  voor  het  oostelijke 
 Fig.  29.  B r u g   o v e r   h e t   H e u s d e n s c h   k a n a a l.  P o o r tg e b o u w .  lan d h o o fd   in   d en   d r o g e   en   v o o r 
 de  overige  fundeeringen  onder  
 water  uit  bakken  met  openslaanden  bodem  en  een  inhoud  van  0.5  M3.  gedurende  welk  werk  de  
 waterstand  binnen  de  omringing  onafgebroken  op  het  peil  van  1.64 M.  -r- N.A.P.  werd  gehouden.  
 Daarna  werd  de  bouwput  afgemalen  tot  beneden  3.14  M .-h  N.A.P.,  waardoor  de  bovenvlakken  
 der  betonkoffers  van  de  pijlers  droog  vielen. 
 Het  metselwerk  voor  de  landhoofden  was  reeds  in  den  aanvang  van  Juli  begonnen  en  werd 
 begin  September  gestaakt  toen  het  peil  van  7.26  M.  -j- N.A.P.  bereikt  was  en  in  hoofdzaak nog  
 slechts  het  optrekken  van  de  poortgebouwen  overbleef.  Dit  had  in  het  voorjaar  en  den  zpmer  
 van  1894  plaats.  Het  metselwerk  voor  de  pijlers  was  in  Augustus  1893  begonnen  en  kwam,  
 op  de  hardsteenen  afdekking  n a ,  in  October  d.a.v.  gereed. 
 Nadat  de  bodembezinkingen  waren  aangebraeht,  werd  in  September  1893  begonnen  met  het  
 heien  van  de  remmingwerken  en  de  steunpijlers,. voor  het  aanbrengen  van de onderste gordingen  
 waarvan  moest  worden  gebruik  gemaakt  van  den  lagen  waterständ  binnen  de  omringing van den  
 bouwput;  110g  in  hetzelfde  jaar  werden  deze  werken  nagenoeg  voltooid. 
 Het  mäken  en  stellen  van  den  bovenbouw  der  brug-werd  einde  October  1894'door  den  
 aannemer  A .  LECOQ  te  Hai  (Be lgie )  overgedragen  aan  .de  firma  F.  KLOOS  EN  ZONEN  te  Kin -  
 d e rd ijk .  In  het  volgende  jaar  werden  de  beide  vaste,  overspanningen  ter. plaatse  opgesteld,  ter-  
 wijl  de  draaibrug  in  de  fabriek  in  elkander  werd  geklonken. • Eene- overeenkomst  tot  besteks-  
 wijzigiiig  werd  aangegaan  in  dien  zin,  dat  de  overbrenging der beweging van den petroleummotor  
 naar  den  draaipijler  längs  eleetrischen  weg  geschiedt,  in  plaats  van-door  assen,  rondsels  en  
 kettingen,  zooals  aanvankelijk  was  ontworpen.  In  1896  werd  de  draaibrug  in  haar  geheel  aan-  
 gevoerd  en  opgesteld  en  nadat  00k  de  bewegings-  en  opzettoestellen  waren  gemonteerd,  had  
 met  günstig  gevolg  de  beproeving  van  de  geheele  brug  plaats  door  belasting  met  blokken  giet-  
 ijzer,  waarna'  zij  den  2Öen  Juni • van  hetzelfde  jaar  voor  het  verkeer- werd  opengesteld.-  De  in-  
 richting  voor  electrische  beweging  van  de  draaibrug  bleek  aanvankelijk  niet  aan  het  doel  te  
 beantwoorden,  zoodat  deze  moest  worden  gewijzigd  en  eerst  op  .21  Augustus  1897  in  gebruik  
 kon  worden  genomen.  Intusschen  werd  de  brug  uit  de  hand  gedraaid. 
 De  bovenbouw  is  achtereenvolgens  in  1900  en  1908  overgeverfd.  . 
 De  kosten  hebben  bedragen  als  volgt: 
 Het  maken  van  den  onderbouw  met  inbegrip  der  poortgebouwen,  volgens  bestek  N°.  173,  
 dienst  1892— 1895  ....................4  .»•  . . . . . . . . . . . . .  ...  . . . . .           .  f   178,290.— 
 Het  maken  en  stellen  van  den  bovenbouw,  volgens  bestek  N°..  127,  dienst  .  
 i%93— 1893..;.  .  .  .  v. .              .  v. .  .»  . . . . . . . . . . .   . . . . . . .   ,....        „  102,857.40  | 
 Te  zamen  f   281,147.40 
 )  Hieroncler  zijn  tevens  begrepen  de  kosten,  voor  het  maken  en. stellen  van   twee  getrokken  -ijzeren  sehniven  
 met  toebehooren  voor  den  inlaatduiker  in  den  nooi’den'ivierdijk  bij  G e n d e r e n .