
 
        
         
		zijn  tusschen  de  dwarsdragers  geplaatst  en  aan  deze  door  hoekijzers  verbonden;  die  welke  in  
 de  aan  het  beweegbare  gedeelte  aansluitende  velden  liggen,,  zijn  samengesteld  uit  plaat-  en  
 hoekijzer,  de  overige  zijn  alle  van  balkijzer.  De  windkruizen  bestaan  uit  hoekijzer  en  zijn  in  het  
 kruispunt  opgehangen.  De  leuningen  zijn  aan  de  buitenste  langsliggers  en  aan  de  stijlen  der  
 hoofdliggers  bevestigd. 
 De  onderranden  der  hoofdliggers  zijn  bevestigd  op  bovenstoelen  van  gietstaal,  rüstende  op  
 assen  van  gehamerd  Siemens-Martin-staal.  De  assen  der  beweegbare  opleggingen  dragen  op  
 onderstoelen  van  gietstaal,  welke  steunen  op  rollen  van  gehamerd  Siemens-Martin-staal,  
 rüstende  op  eene  getrokken  ijzeren  rolplaat,  welke  in  de  draagsteenen  is  ingelaten  en  door  een  
 plaatijzeren  bak  omgeven  is.  De  assen  der  vaste  opleggingen  rüsten  op  onderstoelen  van  gietstaal, 
   welke  op  den  ijzeren  onderbouw  bevestigd  zijn. 
 Het  onderdek  van  eikenhout,  zwaar  io   c.M.,  is  op  de  langsliggers” door middel  van  gegalva-  
 niseerd  ijzeren  hoeksehroeven  bevestigd;  het  bovendek  van  dennenhout,  zwaar  4  c.M.,  is  op  
 het  onderdek  vastgespijkerd.  De  tonrondte  bedraagt  3  c.M.;  het  peil  van  het  bovendek  in  de  
 lengte-as  der  brug  is  2.79  M.  -j-  N.A.P. 
 De  hoogte  van  de  hoofdliggers  der  kleppen  van  de  ophaalbrug. vermeerdert  geleidelijk  van  
 260  m.M.  tot  500  m.M.  De  broekeinden  zijn  verbonden  door  platen  en  hoekijzers,  die  een  
 gewichtsbak  vormen.  Ter  plaatse  waar  de  draaiingsas  de  staande  plaat  doorsnijdt,  zijn  bij  elken  
 hoofdligger  versterkingen  van  gietstaal  aangebracht.  Aan  het  vooreinde dragen zij gesmeed ijzeren  
 hangstoelen  ter  bevestiging  van  de  priemkettingen.  De  dwarsdragers  zijn  tusschen de hoofdliggers  
 met  hoekijzers  bevestigd;  zij  bestaan  alle  uit  balkijzer,  met  uitzondering  van  de  voorste,  die uit  
 plaatijzer  zijn  samengesteld  en waaraan  grenenhouten  aanslagbalken  zijn  bevestigd.  De hoofdliggers  
 van  elke  klep  zijn  onderling nog door  dwarskoppelingen verbonden.  Het  onderdek  bestaat  uit  eene  
 ijzeren  plaat,  dik  10  m.M.,  het  bovendek  uit  dennenhouten  planken,  zwaar  4  c.M.,  welke  door  
 middel  van drie ingelaten ijzeren staven en verzonken schroefbouten aan het onderdek zijn verbonden. 
 De  balanspriemen,  lang  7.11  M.  zijn  geconstrueerd  uit  plaat-  en  hoekijzer;  de  tegenwichten  
 aan  de  broekeinden  zijn  van  lood.  Ter  plaatse  waar  de  draaiingsas  de  staande  plaat  snijdt  zijn  
 versterkingen  van  gietstaal  aangebracht;  aan  het  vooreinde  van  elken  priem  iS  aan  een  Verstel-  
 baren  beugel  de  yerbindingsketting  met  de  val  opgehangen.  Aan  het  broekeinde  is  eene  Gallsche  
 ketting  zonder  eind  bevestigd,  waarmede  de  klepbrug  wordt  bewogen. 
 De  draaiingsassen  van  de  kleppen  en  priemen  bestaan  uit  gehamerd  staal,  hare  stoelen  zijn  
 voorzien, van  bronzen  voeringen  en  smeerinrichtingen.  De  Gallsche  kettingen  der  beide  priemen  
 van  eene  balans  worden  gezamenlijk  bewogen  door  een  raderwerk met veelvoudige  overbrenging.  
 Aanvankelijk  kon  bovendien  een  der  kleppen- worden  bewogen, vanaf  de  tegenoverliggende  vaste  
 brug  door  middel  van  eene  Gallsche  ketting  op  den  bodem  der  rivier,  doch  in  latere jären werd  
 van  deze  inrichting  geen  gebruik  meer  gemaakt. 
 Over  de  geheele  breedte  der  rivier  onder  de  brug  is  een  zinkstuk  gezonken,  breed  ter  
 weerszijden  van  de  as  der  brug  15  M.,  voortgezet  boven  L. W.  door  rijsbeslag met  vlechttuinen,  
 en  door  basaltgloöiingen.  Ten  behoeve  der  scheepvaart  zijn  bij  de  brug  geplaatst  de  vier  reeds  
 genoemde  sehamppalen,  vier  remmingwerken  en  vier  stoppalen. 
 De  kaden  ter  weerszijden  van  het  Oude  Maasje  zijn  nabij  de  brug  verhoogd  en  verzwaard  
 en  bovendien  verdedigd  met'  Siteenglooiimg  en  kraagstuk;  ten  behoeve  van  gedreven  vee  zijn  
 daarop  leuningen  geplaatst.  De  opritten  naar  de  brug  zijn  met  keien  verhard.  Het  voormalige  
 veerhuis  met  schuur  en  erf  is  door  het  Rijk  aangekocht  en  dient  tot  brugwachterswoning. 
 De  bouw  der  brug  werd  tegen  het  einde  van  1890  aanbesteed:  de  bovenbouw volgens bestek  
 No.  180,  dienst  1890,  en  de  onderbouw  volgens  bestek  No.  204,  dienst  1890— 1891.  De  brug  
 kwam  tegen  het  einde.  van  1891,  op  het  verfwerk  na,  gereed  en  werd  voor  het  verkeer  open-  
 gesteld,  waarna  het" bestaande  pontveer  werd  opgeheven. 
 Volgens  bestek  No.  195,  dienst  1891,  werd  vervolgens  'aanbesteed  het  voltooien  van  de  
 beveiligingswerken  der  brug  in  twee  perceelen,  het  eerste  omvattende  het  remmingwerk  en  de  
 stoppalen,  het  tweede  de  leuningen  en  het  overige  ijzerwerk  op  de  toegangswegen  en  op  de  
 verzwaarde ’ kade  längs  den  rechteroever  van  het  Oude  Maasje.  De  remmingwerken  zijn  aan-  
 gebraeht  op  verzoek  van  eenige  Waalwijksche  sChippers,  de  ijzeren  leuningen  op  verzoek  van  
 de  gemeente  C a p e lle ,  alwaar  gevreesd  werd  dat  het  vee  anders  van  de  steenglooiingen  zou  
 afglijden.  In  Februari  1892  aangevangen,  kwamen  deze  werken  in  Mei  d.  a. v.  gereed. 
 De  kosten  hebben  bedragen  als  volgt: 
 Aankoop  van  het  pontveer,  het  veerhuis,  het  terrein  voor  de  brug  en  de 
 toegangswegen..............                   f   27,168.49^ 
 Het  maken  en  stellen  van  den  ijzeren  bovenbouw,  volgens  bestek  No.  180, 
 dienst  1890    ............................................ ..  . . . . . . . . . . . .   . . . . . .   . . . . .   26 210._ 
 Het  maken van  den  onderbouw met bijbehoorende werken  volgens  bestek 
 No.  204,  dienst 1890— 1891...................................... ............................... ........................ ....  |   21,840.— 
 Het  maken van  de  beveiligingswerken  volgens bestek  No. 195,  dienst  1891  „  7,769.— 
 T e   zamen.............   f   82,987.495 
 BRUG  O V E R   DE  NIEUWE  RIV IER   BIJ  HEUSDEN. 
 D e   brug  ligt  in  Kilometerraai  X X X V   van  de  Bergsche Maas  onder  de  gemeente H e e sb e en , 
 ongeveer  300  M.  benedenwaarts  van  den  zuidelijken  mond  van  het  Heusdensch  kanaal.  Zij  
 verbindt  de  nieuwe  bandijken  ter  weerszijden  van  de  rivier  op  het  peil  van  11  M.  N.A.P.  
 en  bestaat  uit  9  vaste  overspanningen,  waarvan  2  over  het  zomerbed  en  7  over  de  in  haar 
 geheel  op  den  noorderoever  gelegen  uiterwaard. De  overspanningen  ovér  het  zomerbed  zijn 
 elk  lang  110  M.  en  laten  eene  vrije  doorvaarthoogte  van  5  M.  boven  den  hoogsten  waterstand  
 of  ruim  9  M.  boven  M .V .,  de  overspanningen  op  de  uiterwaard  zijn  elk  lang  43.40  M.  en  
 reiken  met  den  onderkant  1.20  M.  boven  den  hoogsten  waterstand  of  meer  dan  4  M.  boven  
 het  hoogste  punt  van  het  maaiveld,  zijnde  laatstgenoemde  rnaat  de  maximum  hoogte  waartoe  
 de  hooiwagens,  volgens  het  provinciaal  règlement  van  politie  op  het  gebruik  der  wegen  in  
 N o o rd -B ra b a n t   mögen  worden  geladen.  In  verband  met  de  grootere  breedte  van  het winter