brengen van de gevormde bedding der nieuwe rivier, ter weerszijden van dien dijk en het vol-
tooien van de zuidelijke monding van het Heusdensch kanaal;
c. het opwerpen van den afsluitdijk door de Maas bij A n d e l en het voltooien van devoor-
havens der scheepvaartsluis.
Die werken, met de bij körnende voorzieningen, moesten, eenmaal begonnen, in een zomer
worden voltooid en de uitvoering diendeiiij- ook ingevolge een daartoe strekkend besluit van
het gewestelijk bestuur van N o o rd -B r a b a n t — zoodanig te worden geregeld, dat, naar gelang
gedeelten van het winterbed o f van het zomerbed van de Maas door de vordering der afsluitings-
werken aan den feitelijken waterafvoer zouden worden onttrokken, voor voldoende gelegenheid
tot afvoer van Maaswater naar de nieuwe rivier zou worden gezorgd. Bovendien moest, ingevolge
de wet van 26 Januari 1883 (Staatsblad N°. 4), in hetzelfde werkseizoen de watervrije
afsluiting van de Heerewaardensche overlaten worden tot stand gebracht.
Nadat bij eene suppletoire wet de noodige fbndsen op Hoofdstuk IX der Staatsbegröoting
voor 1903 beschikbaar waren gesteld, werden de werken aan het Heleind, bij Heusden en bij
A n d e l op 23 December 1903 aanbesteed en kon de uitvoering, begunstigd door passende
waterstanden en nagenoeg äanhoudend werkbaar weder, in 1904 plaats hebben.
Op 20 Januari, gelijktijdig aan ’t Heleind en bij H eusden begonnen, waren de werken
er in de eerste plaats op gericht om eene opening in den Hoogen Maasdijk aan ’t Heleind te
vormen, zoowel om de scheepvaart te kunnen verleggen längs H eu sd en en A a l b ü r g , als om
volgens die richting. een deel van het Maaswater naar W ijk te voer.en en derhalve rhet de
beperking yan het profiel der Maasbedding bij W e ll te kunnen aanvangen. Op. 23 Februari brak
eene der baggermolens —- wegens den Sterken stroom, werkende van beneden af — door den
Hoogen Maasdijk heen en op het einde dier maand was reeds eene opening van 25 M. breedte
tot het peil van 1.20 M. N.A.P. in den dijk gevormd.
Inmiddels waren ook te A n d e l de werken begonnen door met behulp van zandzuigers de
voorhavens van de scheepvaartsluis op diepte te brengen, zonder nochtans met den uitkomenden
grond het effectieve rivierprofiel te beperken, terwijl de werken bij Heusden er b. m. op waren
gericht om het profiel der nieuwe rivier beneden den Aalburgschen dijk 44 hetwelk sedert de
voltooiing in 1894 door aanzanding en opslibbing sterk was achteruitgegaan— op de vereischte.
afmetingen terug te brengen; ook werd de rivierbedding aan de bovenzijde van den Aalburgschen
dijk op diepte gebaggerd. In verband met een en ander werd het verkeer over dien dijk op
1 Maart 1904 opgeheven en de brug bij H eusden voor het publiek verkeer opengesteld.
De vordering der werken aan ’t Heleind gedoogde om op 11 April 1904 de scheepvaart te
verleggen door de nieuwe rivier längs Heusden en verder door het Heusdensch kanaal, zoodat
uit dien hoofde tegen de afdamming van de Maas bij W e ll geen bezwaar meer bestond. Reeds
in de: voorgaande maand was in beperkte mate. aangevängen met het opwerpen. van perskaden
op de uiterwaard, waartussehen .later het lichaäm yan den afsluitdijk. door oppersing van zand
zou worden gevormd, doch met het 00g op den afvoer van het Maaswater was het noodig den
yoortgang der werken aldaar eenigermate te .temperen. Immers, al waren de rivierstanden in
de tweede helft van Maart ook zoozeer gedaald, dat het Heusdensch kanaal zonder .bezwaar
nagenoeg volledig. in den waterafvoer zou kunnen voorzien, zoolang het seizoen niet verder
.was gevdrderd, was het zäak: op: een plotseling hernieuwden was bedacht te zijn, 1) en de
beperking van de.bedding te W e ll te-staken, 'tenzij te ’ H eusden de gelegenheid kon worden
gesehapen om de rivier. zoo noodig eenige ontlastihg in de richting naar den Amer te verzekeren.
Het baggerwerk beneden den Aalburgschen dijk nam evenwel niet die vlucht, welke, in
verband ;met de gebezigde grondwerktuigen mocht worden verwacht, aangezien de molens tijdens
de ebbe geruimen tijd aan den grond geraakten. In verband hiermede ondervond ook de tijde-
lijke afdamming van het zomerbed der nieuwe rivier beneden de brug bij H eu sd en vertraging.
Deze tijdelijke afdamming was ontworpen in den zin van een overlaat, met. het doel om door
ontlasting van de Maas daaroverheen, tijdens de afsluiting van het zomerbed te A n d e l, den
waterspiegel te Heu sd en zoodanig te Verlagen, dat het riviervak Heusden— Woudriehem gedurende
een- groot deel van het getijde nagenoeg stroomloos zou zijn en de afdamming te A n d e l
derhalve op eenvoudige" en weinig kostbare wijze zou kunnen worden tot stand gebracht. De
bverlaatdam, afgebeeld in fig. 75> was daartoe over 100 M. lengte in het midden der rivier met-
de kruin op I M. N.A.P. gelegd. In den loop van de maand-Maart, zooveel mogelijk door
Opspuiting van zand g'evormd, werd die dam in het begin van Mei, met behulp van eenig rijs-
werk gesloten. Nadat de kruin en de beloopen waren bekleed en verdedigd, werd op den dam
eene' kleikap aangebracht, reikende tot het peil van 3 M. -J- N.A.P., met het doel den dam
Voorshands als water'keering in de plaats van den* Aalburgschen dijk te doen treden en hem