
 
        
         
		door  twee  vakwerkhoofdliggers,  verbonden  door  plaatijzeren  dwarsdragers,  waartusschen  balkijzeren  
 langsliggers  zijn  aangebracht.  Het  beweegbare  gedeelte  wordt  gevormd  door  eene  dubbele  
 klepbrug,  waarvan  elke  klep  bestaat  uit  twee  plaatijzeren  hoofdliggers,  verbonden  door 
 79oo'tgcvcf>.  ^¿ijgeuec. 
 Ufa tie fftonct. 
 g ............    »zz-------------------- 1 - -  -i 
 3 . 
 e  ,  i  i  +  s  f  Z  *  3  y in. 
 F ig .  21.  D u b b e l e   c l i e n s tw o n in g   bij  d e   r o l b r u g   o n d e r   B e s o y e n . 
 balkijzeren  dwarsdragers.  De  vrije  doorvaartwijdte  bedraagt  io   M .,  de  breedte  tusschen  de  
 leuningen  op het vaste gedeelte  5.10 M.  en  op  de  ophaalbrug  3.60  M.  De  brug  is afgebeeld in  fig.  22. 
 De  steenen  landhoofden  hebben  eene  betonfundeering  op  houten  palen,  die  0.60  M.  diep  
 in  het  beton  steken;  de  betonkoffers  zijn  elk  zwaar  1.90  M.  en  groot  8.80  M.  bij  3.15  M.  De  
 muren,  hoog  1.93  M.  zijn  opgemetseld  in  hardgrauw  in  cementmortel,  met  toepassing  van 
 hardsteen  voor  de  dekzerken  en  de  
 opleggingen  van  de  brug.  De  houten  
 jukken  bestaan  elk  uit  16  draagpalen  
 en  8  schoorpalen  van Amerikaansch  
 grenenhöut.  De  vier  uiterste  draag-  
 palen  zijn  ingeheid  onder eene helling  
 van  ij7)  de  overige  zijn  zes  aan  zes  
 door  koppelramen  van  eikenhout  lig - .  
 gende  met-  den  bovenkant  op  3.54  
 M.  -4- M.A.P.  verbonden;  de  schoorpalen  
 staan  onder  eene  helling  van  
 ongeveer  3/8.  Elk  juk  heeft  twee  
 watersloven van eikenhout, op 0.70 M.  
 hart  op  h a r t   uit  elkander gelegen  en  
 met  den  bovenkant  op  0.39  M.  -h-  
 N.A.P.  De  doorvaart  opening  wordt  
 voorts  door  vier  dubbelgeschoorde  
 schamppalen  van  Amerikaansch gre-  
 nenhout  begrensd. 
 Op  de  twee watersloven van  elk  
 juk  is  eene  ijzeren  draagplaat  met  
 gegalvaniseerd  ijzeren  schoefbouten  
 bevestigd. Hierop  rüsten  acht  kolom-  
 men  van  kwadrantijzer,  hoog  2 M.,  
 welke vier aan vier door ijzeren platen  
 en  hoekijzers  zijn  gekoppeld  en  ge-  
 schoord  en  op  de  ijzeren  plaat väst-  
 geklonken. 
 De  hoofdliggers  van  de  vaste  
 overspanningen  zijn  lang  25  M.  en  
 hoog  3.12  M.  De  randen  zijn  door  
 verticalen  en  diagonalen; welke zeven  
 velden  vormen,  met  elkander  verbonden  
 ;  in  het  eene  eindveld  ver-  
 eenigen  zieh  de  boven  en  beneden-  
 randen,  in  het  andere  blijft  de  ligger  
 op  de  volle  hoogte  en  is  de  eindstijl  
 verzwaard  teneinde  den  priem  van  
 de  klepbrug  te  kunnen  dragen.  De  
 dwarsdragers  zijn  door hoekijzers aan  
 de  stijlen  bevestigd.  De  langsliggers