
 
        
         
		midden-dijksvlak,  lang  1S00  M.,  gelegen  tussche'n  den  oprlt aan de Langestraat en den Huisschen-  
 dijk,  werd  het  vöor de bebouwde  kom  der  gemeente H e e r ew a a rd en   liggende  dcel,  ter  lengte  van  
 ruim  900  M.,  eveneens  van  steenglooiing  voorzien;  overlgens  verkreeg  het  Maasbcloop  in  dit  
 dijksvak  eene  helling  van  7  op  1,  met  krammat  verdedigd.  Het  boven-dijksvak,  gelegen  tus-  
 schen  den  Huisschen  dijk  en  den  Zweetdam,  hetwelk  reeds  in  1S90  van  eene  steenbekleeding  
 was  voorzien,  werd  door  de  vergrooting-van  de  kruinsbreedte  en  door het  aanbrcngcn  van  eenige  
 plaatselijke  voorzieningen,  naar  de  opgedane  ondervinding  zooveel noodig verzwaard  en versterkt.  
 Tegen  het  einde  van  1891  waren,  ter  verdediging  van  den  beteugelingsdijk  tusschen  den  Zweetdam  
 en  het  oude  fort  St.-Andries,  in  het  geheel  ongeveer  84,000 Ma  steenglooiing  aangebracht. 
 In  1S91  werd  bovendien  een  gedeelte  van  den  afsluitdijk  gevormd,  voor  zööver deze binnen  
 Of  op  de  hooge  gronden  van  het  fort  Nieuw  St-Andries  was  ontworpen  en  derhalve  op  den  
 afvoer  van  de  Heerewaardensche  overlaten  geen  invloed  kon  uitoefenen.  Dit  gedeelte afsluitdijk,  
 met  den  aanleg  waarvan  de  slechting  en  de  egaliseering  van  enkele  fortwerken  gepaard  gingen,  
 verkreeg  eene  lengte  van  320  M.,  bij  de  volgende  dwarsafmetingen:  krumshoogte 9. IO M.  +  A.P.,  
 met  inbegrip  van  eene  tonrondte  van  0.30  M.,  kruinsbreedte  S  M.,  beloop  aan  de Waalzijde  21/,  
 op  1  en  aan  de  Maaszijde  3'/,  op  I.  De  steenbekleeding  werd  aan  de Waalzijde  doorgctrokkcn  
 tot  aan  de  dijkskruin. 
 Ten  einde  een  behoorlijk  verband  te  verkrijgen  tusschen  dit  gedeelte  afsluitdijk  en  de  bc-  
 staande  kade  in  den  Rossumschen  overlaat  is,  in  de  plaats  van  het gedeeltelijk opgeruimde fort-  
 glacis,  eene  OVerlaatskade  gemaakt,  lang  ongeveer  15 5 .M.,  met  de  krum,  breed  6  M.,  op  heg,,  
 peil  van  7.90 M.  -j- A.P.  en  eene  tonrondte  van  0.20  M.  daarboven.  Het  beloop  
 Zijde  verkreeg  eene  helling  van  21/,  op  I,  dat  aan  de  Maaszijde  van  5  op  I.  De  beloopen werden  
 met  steen  bekleed,  terwijl. op  de  kruin  een  keiweg  werd  aangebracht. 
 In  1892  werd  vervolgens  de  doorgaande verhooging van  de  beteugeling  der Heerewaardensche  
 overlaten  tot  het  peil  van  7-9°  M.  -j-  A .P .  (7.S5  +  N.A.P.)  uitgevoerd,  waarbij  cie  bclooper.  aan  
 de  Waalzijde  werden  opgewerkt  onder  eene  helling  van  21/,  op  I  en die  aan  de Maaszijde  ondci  
 helingen  van  3 '/,  tot  5  op  I ,  terwijl  al  de  dagziende  oppervlakken,  althans  voor  zoovcr  die  
 niet  door  den  rijweg  werden  ingenomen,  van  eene  steenbekleeding  werden  voorzien.  In  aan-  
 sluiting  met  deze  verhooging  werden  de  rechtstandsmuren  van  het  Waalhoofd  der  schutsluis  te  
 S t .-A n d r ie s   en  het  daarachter  gelegen  sluisterrein  zooveel  noodig  verhoogd,  terwijl  in genoemd  
 hoofd  een  nieuw  stel  ijzeren  puntdeuren,  met  eikenhouten  beplanking,  werd  ingehangen.  Qok  
 werden  de  Waaldeuren  in  het  Maashoofd  der  schutsluis  vernieuwd,  in verband met  den  grooteren  
 waterdruk,  aan  welken  die  deuren  tengevolge  der  verlegging  van  den  Maasmond  kunnen  zijn  
 onderworpen. 
 Met  het  00g  op  de  bewaking  van  de  Heerewaardensche  overlaten  tijdens  hoog  opperwater  
 en  ijsgang,  werd  het  Directieverblijf  nabij  den  Molendijk  in  telephonische  verbinding  gebracht 
 met  de  gemeente  Rossum. 
 In  het  jaar  1904  eindelijk  kwam  de watervrije  afsluiting van  de Heerewaardensche  overlaten,  
 voorgesteld  in  fig.  63,  tot  stand.  De  afsluitdijk  heeft  eene  lengte van ruim  6700 M.,  eene  kruinsbreedte  
 van  5.50  M.,  een  beloop  aan  de  Waalzijde  van  2%  op  1  en  aan  de Maaszijde  van  2  op  1.  
 De  kruinshoogte  bedraagt  aan  het  boveiieinde,  bij  de  aansluiting  aan  den bandijk van  het  poldcr- 
 J )w c i -ts/> rofiet?  in  c / a   o v e r& a 't v a n 
 fa sse /?* ,, /?et OucU d o r t - S t :  € /„c/t i c s  e »  c/< s e f a / s S a s u  Asojir  fe •  g   tsojrc.  3  ! 
 J ),o c t r s p  t  o f t  c d  ¿n   c /c n   J ffo js e n r s c d s .»  a v e r /a r c /f. 
 I  <  1  <  i  l  l  l  t * * 
 F ig .  64.  D e   H e e r e w a a r d e n s c h e   o v e r la t e n .   D w a r s p r o f i e l e n   v a n   d e n   a f s lu i t d i j k . 
 district  van  Maas  en  Waal,  9.95  M.  -(- N.A.P.  en  aan  het  benedeneinde,  aansluitende  aan  den  
 bandijk  van  de  Bomnielerwaard,  8.95  M.  N.A.P.,  'welke  helling  overeenkomt met het  verhäng  
 van  den  waterspiegel  van  de  Waal  bij  een  rivierstand  van  9.05 M.  11 N.A.P.  aan  de  Rijkspeil-  
 schaal  bij  de  schutsluis  te  S t .-A n d r ie s   (Waalzijde).  A l  de  beloopen  zijn  met  steenglooiing