
»en gemunt heeft, soe in gewichte ende alloy vermindert ende verärgert eye, in
»-nuteten dat het gemeyn, simpel ende eenvoldich volk, die dengoeden guldens
»van den quaden niet könnende onderscheyden, daef'by hoichlick bedrogen
»ende beschädigt wordt,// — gemelde guldens » voir billoen » werden verklaart.
Daarom werd op zware straff® verboden, deze munten verder te ontvangén
of uit te geven.
Niet alleen werden in het tegenovergestelde geval gemelde munten verbeurd
verklaard, maar verviel de schuldigé ook, indien hij Ambtenaar was, in het
verlies van zijnen pöst; — en1 geen Ambtenaar zijnde, voor de eerste maal in
eene boete van tien Carolusguldens; de tweede maal in de zelfde boete, en werd
hij verder voor eenwig uit de landen van Gelre en Zutphen gebannen. Zie
Geldersch Placaetboeck, bl. 41; 42, — NB. De Keizer trók de helft van de
boeten. ™ v* : c .’•■?. '
Terwijl er steeds vreemde munten bij het l a n d s g e l d i n Gelderland, .gelijk ook
in andere deelen van N e d e r la n d , in omlöop wären, gebeurde het, dat de Koning
van Frankrijk in 1549 besloot om zijne dechfe. muntsoort van verschiffen:
den Stempel, blanc genaamd, in te trekken en te hermunten; —■ en aangezien
nu ee¿ groot aantal deze* munten in Gëldërland in.omloop was', «U.de/Keizer
zieh té regt bevreesd maakte; dat bij het billioen verklären der muntsoort in
Frankrijk, zij näd!-<äädisriand -i»ade^>Âôtl*nfÿi’«oa4)®ralvliq' ,bf ^¡dacaetp/:
gegeven te » Braessele» op 29 Maart F549, » dat de franschnblanckcn off «tuy,
vers,» aangezien lijn »lieve ende behübdS®rdédeií!end¿íN%ve:die.Coifinc)c wan
Vranckeryck,» die introk'S-'reok'in-Géldéííand ¡bfllioénnwerdeal.verklaárd enLm
de: Hcrtogelijke Munf of fei de beeeÜgde- WissèlaarS-, iBÜeeà.t^mMnkeiimer-
lii&e waarde, -aangenomeir‘kondeir worden.- ■ Jliii eM«BBdg w usag»t
Een hoogst onbiffijke maatregel; men hadado courante,waàrdei:aan de bezit-.
tërs inbctcn teruggeven.' Zio (jehlirwh- PlecwU/iciec/ci'Jhi. A-S, 4 9 . ' ■
Bij » placaet » van 2 Januarij
werdeh een aantal vremde Ballirrb (leidem) in- GöMerland buiten-koers ge/
stèïA; alleen die wife- in den Beeldehaar pbij hêt PtekaátsghVqegd/itiafgebáld
„•arch, zbuden door de lifgeietenen^mdg® -o’ntvangen- ¿nf uifgegevem wdrdeh. '
' De afBëéÎdihgén’ mo'é'àtèii"»îo{)''âîéh këfckdôéréû^uiiA. fiJiderémpenBarAplaetsen
» geslaegen [aangeplakt] worden, und wanneher die ghereten syn nyenwe doen
//opslaen.// Placaetboeck t bl. 124.
Uit een n plackaet// van den 27 October 15.53, uitgevaardigd te Brussel,
blijkt ons ééne der redenen, waardoor er waarschijnlijk zoo weinige oud-Gelder-
sche munten in onze dagen meer voorhanden zijn. Wij lezen daarin toch ( t
stuk is ook uit andere oogpunten zeer belangrijk) :
// Alsoe wij vermercken ende sekerlyck bevinden dat die goude ende silyere
// 'munte by ons ende onsen voirsaten in deteen onsen ErfFnederlanden geslaghen,
// daghelicx ghesmolten, vervuert ende in andere vrempde Herren ende Steden
// munten worden gebrocht, aiwaer men andere quadp munte, daer van slaet, die
»wëleke sy dan wedérom in dese onse Lande bringen, sueckende huer eygen
// particulier proufyt met grooten achterdeel der ghemeynteii, ende sunderlincx
//hoewel wy met die Staten des heyligen Roomschen. Bycx. met groote voorbeT
// dachticheyt ende arbeyt hadden doen maken ende publicèren een nyeuwe or-
//dinàncie, hoe dat hem eenen yeghelick in ’t slaen: der munten in *t heylige
// Ryck van doen voirtaen 'soudehouden, sonder dat d’èen. op des anderen , punte
// soude zyn proufyt moegen soecken [een bewijs hoe men in die eèuw den munt-
siag als een middel om voordeel te doen beschouwde]y' maer dat men in ’t ge-
//neràel op ëén voet soude munten , ende sekere stucken - alieenlyx van pennin-
//ghen slaen , breeder in de voirschreven ördinancie gespecificeert, hebbende piek
//verboden meer eenige dalers te slaen, ende dat nochtans eenighe, verachtende
ft sulcke onse gebott, niet en onderlaten daelers te munten , wesende van veele
// lichter pryse dan die eerste Pude daelers die hier voirtyts geslagen zyn- geweest,
//ende aenmerckende oick dat die zelve soe menigerande syn, dat de ghemeynp
//man de ghoede onder de quäde nyet wel en kan onderscheiden, Wy hebben
//by advys ende deliberatie van onse zeer lieve en zeer bemihde suster de Co-
//ninginne douaigiere van Hongarien ende Bohemen , voir ons Reghente ende
//Gouvernante in onsen Landen van herwertsover van node bevonden alle dae-
//lers in onsen voersz. Erfnederlanden generaélyck te verbieden, ende soe te be-
v sorgen is, ingevalle die in den Lande van Gelre alleenlick toeghelaten worden ,
//de selve aldaer sulcke overhant soüden moeghen nemen, dat alle huer lieder
//ghoede munten in quade daelers soude moeghen verkeeren, tot grooten ach