
Les Couronnes «P Qge fajt jusqu’ici . . .
31 gr. , Bvajuat.
Les Couronnes d’Oye Larremers [d. i, wederom
Philippi
de laatst door Maria geskgeae] . . ,
30* gr. Audacis.
Les Piètres de Louvain (YVeneeslai) . . , )8
36 gr.
//De Peeters dus waeren outrent 5 meer in, weerde als de voors. Kroonen.tr
Thans gaau wij over tot de zilveren munten van Maria. Wij, beeiden ze af
ep Pl. VI, ■
De eerste is een groot of dusgenaamde boddrage'r van den gewonen Stempel ,
doch met het omschrift v
M2SRI2S : D0 : BR2ÏB2OTIS [sic !) : DVXCIS7! . [sic !] GSLRIQ.
Zij noemde zieh Maria van Braband, omdat zij, gelijk wij vToegar zagen,
eene geborene Prinses xan Braband was.
Op de kz. riet men rondom bet kleine, doch versierde, krnis in het midden
der munt: ■ ,r
& ÎROB0TOS & OISKGDSIS
In den rand, als altijd ; B0I3SDIGTVS : enz.
Het gewigt dezer munt is 3 w. 2* k., zijnde dus merkelijk minder dan van
vele der boddragera van Hertog Eduard. De zeldzaamheid ia Z6, als tat dus
verre alleen in onze eigene verzameling voorkomende.
De N“. 2 op deze Plaat, de type eener Brabandscbe-munt., en waarvan de
■drie ons bekende exemplaren 00k uit België afkomstig rijn, beeft op de vz, twee
horizontaal nevens elkander geplaatste eenvoudige wapenschilden, links bet zaam-
gestelde van Braband en Limburg , regts dat van Gelderland. Boven dezelve Staat :
SIÎ2ÏR : BR2SB
In, den rand wordt gelezen :
>£ M2ÎR : DSI • GR2S • DVGIS2S i GSIiRIS i Z ! GOSRICIS2S 3V®.
Op de kz. vertoont rieb een in verbreédende punten uitloopend vierbeenig
klein kruis in het midden der munt. Om betzelve Staat in den binnensten rand :
q< MOHSTO2Ï & M2SR » ÖE * BR2ÎB'
en in den buitenrand het gewone:
»J. SIW * DOSRSß * DOSRIRI * BSHSDlGTOViR
Deze dnbbele groot heesft veel van den dusgenaamden Boosbeker, hoedanige
munt gedurende de regering van Wenceslaus en Johanna in Braband geslagen
is geworden. cav
Zij weegt 3 wigtjes. Is van Z4.
Het is de type der munten van Johanna, Hertogin van Brabaind. Zie onze
PI. X II, N°. 12 der Mimten van. Braband en.Limbwg (Haarlem 1.861, 4°).
Onder N". 4 geven wij de af beelding van een greet, te Oijen geslagen.
Vz. Het wapenschild der Hertogin, bestaande üit de leeuwen van Braband
en Limburg, gekwartileerd in een versiersel uit zes bogen bestaande, tusschen
welker inspringende hoeken zieh bolletjes, als sieraden, vertoonen; alles binnen
eenen parelcirkel. Omschrift:
>Ji MOKSW2S ; I20V2E % OISßSKGIS:
Deze type is, even als die der keerzijde, welke wij zoodadelijkzullen be-
schrijven, die der grooten van hare zuster Johanna, weduwe van Wenceslaus,
Hertogin van Braband en Limburg. Zie bij hare munten onze PI. X II, N\ 13.
Op de kz. ziet men een gelijkbeenig kruis, boven welks vier uiteinden zieh
een bolletje vertoont. Tusschen de beenen de letters:
D V it C!
d. i. Duxcissa voor Ductssa, en beboorende bij het omschrift in den rand:
* M2SRI2S : Ö©I: GR25 : BR2CB2IH :
Z. weegt 1,3 w. Is van Z5.
Deze munt had, even als de N°. 2 , waarschijnlijk den Brabandsch-Limburg-
schen Stempel, om haar in die landen vrijen loop te verschaffen, en diende mis-
schien geenszins voor Gelderland (1 ).
XD «Maria., wednwe van Beinald HI, Hertog van Gelte, overleden 1371, bijgenaamd de
Vrowio van Tumhont, gebrulkte alleen Braband sehe en Hollandsche munters op haar Munt-
huis, blijkende uit eene door haar uitgevaardigde Ordonnantie, waarvan de aanhef al-
dus luidt:
^«Wy Maria van Brab: by der gratie Godts Hertoginne van Qelre ende Giaviiine van
« utp ea, doen condt allen luyden dat wy met onsen volcomen wil ende bedachtigheyt om
■ nuttiebheyt ende profyt van onsen landen hebben gewillecnert ende geeonsenteert, gegeven
«ende geven onsen werckluyden van den aermente van Brabt en van Holl ’t wercken ende
t munten van onser munten van onsen landen, ende willen ende etdonneeren dat geen
7*