
Niettegenstaande dit alles, kwam Reinoud in 1291, tijdens den dood van
den beroemden Rudolf van Habsburg, bij de Keurvorsten des Duitschen Rijks
in aanmerking. Zoo aanzienlijk was toen reeds Gelre’s Graaf, even als eene
halve eeuw vroeger de Graaf van Holland.
Nadat, bij zijne weigering, Adolf van Nassau tot Roomsch-Koning gekozen
was, sohonk deze aan Reinoud het zeldzame voorregt, om zieh, bij ontstentenis
van mannelijke nakomelingen, door zijne dochters, in hetgeen hij van het Rijk
ter leen hield, te mögen laten opvolgen; waaraan men, gelijk wij hierna
zien zullen, de munten der Hertoginnen Maria en Mechteld te danken heeft. —
In 1317 werd Reinoud 1 door Keizer Erederik tot Rijksvorst verheven; iets,
waardoor hij, onder anderen, munt met zijne eigene beeldtenis mögt laten slaan (1).
Drie munten meenen wij tot het tijdvak der regering van Graaf Reinoud I te
kunnen brengen, terwijl wij niet twijfelen of de tijd zal, door naauwkeung on-
derzoek van hetgeen in de Euxopeesche Kabinetten voorhanden is , of wel ten
gevolge van het opgraven van munten, er nog meerdere doen ontdekken.
De eerste is naar alle gedachten de sterling, tot welks munting te Arnhem
onze Graaf in 1282 verlof ontving. Vz. Zijne gekroonde afbeelding en face
binnen een parelrand. Omschrift :
RGIßOLDVS (GOMGS)
Kz. Een schuins geplaatst Karolingisch kruis, tusschen welks beenen de letters :
2SRGN '
Zijnde de éerste van het woord :
2ÏRGNI$GIM
Z. weegt 0,4 w. Is van Zs.
De tweede is een sterlingsche denier. Vz. Een gedeeld wapensehild, links
de leeuw, regts tien billetten, twee en een geplaatst. Omschrift, na eene ster:
G I OMGS I GSIiR I G
Kz. Een kruis, dat het veld. der munt in vier gelijke deelen deelt. Tusschen
de beenen vier mispelbloemen. Omschrift:
(1) Men vergelijke echter v a n s p a e n , Hist, van Gelderland, D. I,bl. 359, en vooral
Inleiding tot de Hist, vrn Gelderland, D. I I , bl. 95, in den Cod. Diplom.
RGN | OLD | VSG | OMS
Er bestaan nog twee andere Stempels, waarvan de eene heeft GOMGS en-de
andere GOMS.
Z. weegt 1,3 w. Zijn van Z5.
De derde munt eindelijk, een tot dus verre alleen op:het Koninldijk Penning-
kabinet te s Gravenhage voorhanden zijnde stuk, is . de eerst voorkomende op
onze Plaat II. Zij weegt juist twee wigtjes.
Vz. Een vierbeenig kruis, dat tot aan de randen der munt reikt, tusschen
deszelfs beenen tweemaíen de letter R'
Verder een leeuw en een arend (het wapen van Nijmegen?). Omschrift:
REII2 | 2ÍLD'« G | OM | GIj | ELRE'
Zijnde de eerste maal, dat ons het woord Gebe met eene ingevoegde aspiratie
(door de letter h) voorkomt, gelijk verder op volgende munten van Gelderland
mede dikwerf het geval is (iets, wat ons versterkt in ons gevoelen, dat deze
munt tot de regering van Reinoud I moet gebragt worden).
Kz. Het Geldersche ronde wapensehild, dat het geheele veld van de munt
beslaat. Omschrift:
•i» MONGT2S S NOVIM2TGENSIS.
Het stuk, dat zeer fraai van Stempel is, weegt 2 wigtjes, en zoude dus, vol-
gens onze tegenwoordige berekening, eene waarde van 16 ä 18 cents hebben;
maar toen het geslagen werd en in omloop was, had de bezitter van een dui-
zendtal zulke munten een vrij aanzienlijk kapitaal.
Over het slaan van munt onder eenen vreemden Stempel, zie van spaen,
Hist, van Geld. bl. 271. Over het verplaatsen der Munt van Limbwg naar
’s Hertogenrade, aldaar bl. 277. Vergelijk onze Bijlage A.
REINOUD II.
(1326—1343.)
Van 1326 tot 1343 regeerde Reinoud I I ; tot 1339 onder den titel van Graaf,
na dien tijd onder dien van Hertog.