
h een aghste ende een twee en seventighste, weerdigh op den voet van de voor-
«schreven Philips daler nae advenant van vyff en dertigh stuyvers, drie groten
» ende een oirt,» [wij hebhen deze muntsoort afgebeeld op onze Plaat XXVIII
onder N" 40, en beschreven boven op bl. 310 ; voor Braband en Limburg
deelden wij die mede in onze Munteti van Braband en Limbwrg (Haarlem
1851) op Pl. XXX, onder N*'41 en 44; de beschrijving op bl. 389—391.
Deze muntsoort komt ook voor in Holland en Utrecht] n ende den voorschreven
»halve, ’t welck is den veertighste van den voorschreven Philips daler, nae ad-
» venant van ’t voorschreven twintighsten van dien » [wij gaven de af beelding
van dit uiterst zeldzame stuk op Pl. XXVIII, onder N° 41 ; de beschrijving op
bl. 311 ; voor Braband deelden wij deze munt mede op Pl. XXX van het boven
aangehaalde werk, onder N" 43; de beschrijving op bl. 391] »ende Süllen die
»particulier meesters van der munte gehouden wesen te betaelen den geenen
n die harde materien leveren sullen, om die voorschreven stucken te slaen voor
n ’t marck fyn hondert ses en t’ seventigh der voorschreven stucken van drie
« groóten en een halven, off driehondert twee en dertigh van de voorschreven
»halve stucken.» [Het blijkt echter uit de Muntmeestersrekeningen van deze
jaren, welke wij hierachter mededeelen, dat het getal geslagene stukken uiterst
gering is geweest, en dus de bedoeling van het plakaat, namelijk om de smalle
gemeente van inlandsch klein geld te voorzien, waarschijnlijk ten gevolge van
de bittere tijdsomstandigheden, niet door de daad is achtervolgd geworden.]
« Ende voorts alsoo die munte niet gemaeckt en is om verkoght te worden ,
n maer om tot allen dinghen prys te stellen, verbieden wy expresselycken allen
»ende een ygelicken eenighe gemunte goude off silvere stucken te kopen off
» verkoopen aan wien dat ’t sy, ende aengaende stoffe ofte materie » — ook het
verhandelen van deze boven den ptrijs, die er in het Hertogelijke Munthuis voor
betaald werd, was ten strengste verboden, — »Verbiedende daeromme oock
» dat egeene maeckeler ofte andere wie het sy, voortaen gheen maeckelrye en sal
n moeghen doen van de voorschreven goude off silvere stucken, stoffe off materie,
»’t sy dat hy daer aff profyt treckt off niet, op pene voor de eerste reyse van
de boete ende amenden van thien gouden realen, voor de tweede reysé van ’t
» dubbelt, ende voór die derde reyse op ’t pilorien ghestelt te worden den tyt
i i V t i i i twee uren boven die voorschreven dubbelde boeten ende amenden, » [de
straf van op de kaak geplaatst te worden was voor eenen makelaar in gouden
en zilveren specie voorzeker zeer sterk, en bewijst welke uiterst strenge middelen
inen moest bezigen om het nationale geld tegeri uitvoer in natura of gesmolten te
vrijwaren; zvdks blijkt ook uit hetgeen volgt] »Ende voorts verbieden ende in-
»terdiceeren wy wel expresselick allen ende eenen yghelycken te vueren, draghen
n off doen vueren off draghen uyt onse voorschreven Landen van herwertsovere
»in vreemde munte eenighe goude off silvere peminglien van onsen slagen off.
n andere, nogh eenigherhande materie in masse off lingoenen off bequaem om
n munte daer aff te slaen, van wat soorte H seif de sy.op verbeurte van de.
» voorschreven stucken ende Stoffe, ende te betalen hondert goude realen voor
»elck merck goudts,» enz, enz.; want het volgende leze men liever in het
Placaetboeck zelve na.
Men schijnt zieh overigens mede op den duur zeer bezig te hebben gehouden
met de munten te besnoeijen, of, door ze in Konings- of sterk water te leggen,
in gewigt, en daardoor in waarde, te doen verminderen, gelijk blijkt uit het volgende:
»Voirts meer hebben wy oock-verboden ende verbieden by desen al-
» len onse ondersaten ende andere van wat state, quahteyt ofte conditie die syn,
»eenighe goude oft silvere penningen te schroyen oft die te wasschen met
n sterck water, cyment oft. andersins, nogh deselve te saulderen, verghulden,
» off ’t gewighte van dien te yermeerderen oft verminderen op verbeurte van
» lyff en göet, daer confiscatie stadt grypt, ordonneerende eenen ygelicken ghoe-
»de ende sorghfuldige toesigt te nemen op die gheene die hem sullen willen
»gheven oft presenteren sulcke geschroeyde oft valse penninghen, gesauldeert,
»vergult, oft in gewighte vermeerdert oft vermindert, ende deselve den Officier
naenbrengen,» enz. enz. — en verder: «Ende om ’t voorschreven bedrogh
» ende suspitie van dien des te lightelycker te mögen schouwen ende eviteeren,
»hebben wy insgelix verboden ende geinterdiceert, verbieden ende interdieeeren
»dat niemant, ’t sy meester generael of particulier»1 [de Generaalmeesters waren
de beambten van den Vorst, die het toezigt over de Munt uitoefenden ;
meesters particulier, hôedanige ons in de Muntrekeningen in de Bijlagen telkens
zullen voorkomen, waren beambten, met de vervaardiging der muntstukken be-
- 31