
Vz Johannes de Dooper, met den kruisstaf in de hand en met den nimbus
om het hoofd. Omschrift:
* WIRty OV#:GSliRMVD' GO'
Kz. De wapens van Gelderland en Gulik in één schild vereenigd, en afgebeeld
door twee elkander aanziende klimmende leeuwen. Het groote schild is
omringd door drie wapensohildjes ; aan de bovenzijde regts en links die van het
Duitsche Rijk en Gelre (?), van onder dat van Gulik (?) ; alles gevat in een compartiment
van drie bogen en even zoo velé de bogen vereenigende spitse siera-
den Aldus worden al de wapenschilden omklemd, van waar sommigeü de in
deze eeuw gebruikelijke benaming van Clemmergulden afleiden, doch het woord
komt van de clymmende (klimmende) Geldersche leeuwen.
Omschrift :
» MODS I 0325 ° GSIi j RIH25.
Dit laatste woord is ons op geene andere Geldersche munt voorgekomen.
Het gewigt is 3 w. 5§ korrel, en de waarde zoude thans ongeveer vijf
guldens zijn. Is van Z®. Berust bij den Heer o. keer te Amsterdam.
N \ 2 is een groot, die in de af beelding alleen daarin van de N“„ 5 op PI. V I,
uit het eerste tijdvak der regering van Willem, versehilt, dat het helmteeken
thans uit den vossekop van Gulik bestaat. Het omschrift is :
* * DVX î IVM25GSDSI Z | GGBR' *
De kz. met bet gebloemde krms heeft weder het omschrift :
»£ BSHSÖIG03 * enz.
Z. weegt als vroeger. Is van Zs .
De N°. 3 heeft op den helm eenen vossekop van eenigzins andere gedaante;
ook zijn de leeuwen, die tot supports dienen, thans gekrooud. Het omschrift
is:
* WIBÎjSIiMVS Í OVTt * IVM75GSDS * Z * GS
Op de kz. staat in den rand:
* BSHSDIGW Î GVI Î VSHim Î I Î HOmiS * DOM
Z. weegt als de vorige. Is van Z®.
’ De nummers 4 , 5 en 6 bieden ons drie munten aan, aile te Arnhem ver-
vaardigd, en waarvan ons nimmer een Nijmeegsche Stempel is voorgekomen.
■ - if f ........
Zij zijn, indien wij ons niet zeér bedriegen, de hèele, halve en vierde grooten
of blanken, in de Muntordonnantie van 1381 vermeld en thans, met bijvoeging
van den Gulikschen titel, ook van Stempel veranderd.
De type der vz. van aEe drie is de tournooihelm, vastgehouden door twee
leeuwen, en gedekt door de kroon en cimier van paauwevederen ; thans is echter
het wapenschildje, dat in het cimier gezien wordt, het zaamgestelde wapen
van Gelderland-Gulik, namelijk de twee leeuwen. Vier boogjes of ogiven ver-
eenigen aan de benedenzijde der munt de pooten der leeuwen, die den helm
vasthouden. Het omschrift is:
WHify : DV# : GQUR : IVBI2Î : Z : GOM : JVT.
Alleen sommige exemplaren van N’. 6 hebben: GOM ! JV.
Op de kz. van alien vertoont zieh het eenvoudige vierbeenige kruis uit vroe-
gere eeuwen, reikende tot aan de einden der munt; tusschen de beenen ziet
men de eerste letters van de nâmen der vier hoofdsteden :
D. 25. R. S.
Het omschrift der N°. 1 is :
MODSW25 I DOV25 | « DS | 25SRDSM [ MSDSIS
Deze weegt 2 w. k. Is van Z4.
Het omschrift der N". 5 is:
SDORSro I 25 : DOV25 | DS : 25SR | DSSDSDS
Deze weegt 1 w. 9 k. Is van Zs.
Het omschrift der N". 6 is:
SDODSW I 25 * DOV25 | DS * 25SR | DSSDSS »
Wegende 9 k. Is van Z®.
Eenige der bovenstaande munten zijn, kort na de bekrooning van dit werk,
uitgegeven door den Kolonel de r o ije van wichen (Nijmegen, 1847), en zijn
ook vermeld in de Berme Belge, T. IV, page 308 en 309.
Onder N”. 7 geven wij eene munt, vroeger beschreven (doch niet afgebeeld)
in den Catalogua van de milan v isconti, te Utrecht uitgegeven in 1786, 8o.
Het is een groot van Boermond, hebbende op deszelfs voorzijde eenen gekroonden
en gecimierden open helm, van voren te zien, boven een versierd wapen