
Onder N" 9 en 10 geven wij afbeeldingen van den enkelen groot, te Nijmegen
en te Arnhem geslagen. De voorstellingen zijn de zelfde, doch het omschrift
der vz. luidt thans:
R©IR22IiD' • DVR • IVXi • Z • GSIi • Z • GO • J
Dat der kz. van N" 9:
MORST I 22 • ROV22 o I UOVIÍIÍ ] 22GSRS'
Dat van N' 10’ is:
MORST I 21 ■ ROV22 • | 22RRSSR | ©RSIS S
Het gewigt is 17 korrels.
N" 11 en 12 waren, volgens grootte en gewigt, halve grooten. (Gewigt 7 k.)
De vz. is gelijk aan die van N". 1 en 2; de kz. van N“. 11 heeft tot
omschrift :
MORST I 22 • ROV22 | ROVIM | 22GSRS'
terwijl N“ 12 de woorden heeft:
MORST ] 22 • ROV22 | 22RRSSR | SHSIS.
De N” 13, een exemplaar van anderen Stempel, heeft op de vz.:
RSIR22B: DVR • IVIi • Z . GSIi •
en op de kz. (in andere verdeeling tusschen de beeneU van het kruis):
MORS | T22 RO ) V22 ° 22R | RSMS
Door zware afslijting weegt dit stuk slechts 5 korrels.
Een ander stuk heeft: Moneia nova Arne, en weegt 6 koTrels.
N° 8 is van Z’; N” 9 van Z5; N° 10 van Z*-, N° 11 van Z5 ; N” 12 van
Z*; N° 13 van Z3. ;
. Van de in de Ordonnantie vermelde zeer Ideiné stukjes van een Brabandsch
en een Hollandsch zijn ons, tot op de gravure der Platen, nimmer exemplaren
voorgekomen. Zij zullen, buiten £wijfel, m dien tijd wel in groote menigte
voorhanden geweest zijn, doch bij opgravingén, juist om hunne schijnbare nie-
tigheid en den siechten Staat van bewaring , als welke muntjes gewoonlijk bij
het losmaken uit den klomp, waarin zij doorgaans vereenigd zijn, aan stuk bre-
ken, of bij het schoonmaken vemietigd worden, verwaarloosd zijn geworden.
In ons Supplement geven wij echter onder N” 6 de afbeelding van een, ons
later geworden, zéer klein muntje, van de zelfde type als de N” 11, 12 en
13, doch dit muntje heeft geen opschrift hoegenaamd. Op de vz. ziet men
de twee naar elkander gekeerde wapenschildjes met hunne helmteekens. Op de
kz. het kruis, waarop het wapenschild van Arnhem. Tusschen de beenen vier
leeuwtjes.. .
Daar dit muntje f van het gewigt van N" 11—13 heeft (0,2 w.), gissen wij;
dat het de in de Ordonnantie vermelde Hollandsche zal geweest zijn.
Onder N’ 14, 15 en 16 geven wij een dubbelen, een enkelen en een halven
groot, allen van den zelfden Stempel, namelijk op de vz. de twee wapenschilden
van Gelre en Gulik, thans horizontaal geplaatst en gedekt door den heim van
Gelre. Omschrift :
RSIR22ED'. DVR . IVL • Z • GSIi ■ Z • GO ■ J ■
Op de kz. een eenvoudig kruis, tot aan den binnenrand reikende; tusschen
deszelfs beenen twee arenden en even zoo vele leeuwen.
Omschrift van N° 14, wegende 26 korrels: MORST22 » ROV22 S D© 2
22SRRSSRSRSS Is van Za.
Omschrift van N° 15, wegende 13 korrels: MORST22 » ROV22 % DS %
22SRRSSRSR' Is van Z3.
Omschrift van N° 16, wegende 7§ korrels: MORQT22 - ROV22 * 22RRS-
ÎRSR' Is van Zs.
ARNOLD OF AARN011D.
(1423—1472.)
Thans gaan wij over tot de langdurige, maar onrustige regering van Hertog
Aarnoud, van 1423 tot 1472. Bij het kinderloos overlijden van Reinoud IV
werd Aarnoud van Egmond, ten gevolge van een verbond tusschen Bannerheeren,
Ridderschap en Steden, en naar aanleiding van erfregt, tot Hertog verko-
zen. Aarnoud was een zwak Vorst, die eerst in langdurigen oorlog met het
Sticht van Utrecht gewikkeld werd en later door zijne eigene onderzaten zoodanig
in het naauw werd gebragt, dat hij genoodzaakt was in 1472 al zijne landen te
10