
Vlems.v Zij bevati» grein zilver (Äfe®), en er gingen 134 stuks op een mark.
Op de vz. vertoont zieh het ronde wapenschild van den Keizer, binnen eenen
parelcirkel gevat. Omschrift:
« CAROLVS D G - ROM • IMP • HISP • R©# • D -,G ■
Op de kz. ziet men een versierd kruis, in welks hart het Geldersche munt-
teeken, en tusschen welks beenen twee leliën en even zoo vele leeuwen. Omschrift :
DA • MIHI I VIRTVT | GO : HOS. | T© ■ TVO •
Z. B. weegt 1,3 w. en is van Z4.
Tusschen 1 Augustus 1544 en 29 Maart 1546 zijn van deze muntsoort geslagen
(zie Bijlage EE) 68,874 stuks; van 29 Maart 1546 tot 14 Julij 1552
(Bijlage EF) 202,892 stuks; en van 6 Augustus 1552 tot 6 Augustus 1558
(Bijlage GG) 133,916 stuks; maar onder deze laatste kunnen zieh een gròot
aantal met den Stempel van Filips II bevonden hebbén. ; '
Onder N" 10 beeiden wij af den dusgenaamden n hollantmhe perniinole, n Volgens
de Rekening van 1 Augustus 1544 tot 29 Maart Ì546 (zie Bijlage EE)
gingen er van deze muntsoort « zesthien voer eenen stuver ; « dus hadden ze
ieder eene waarde van drie myten, gelijk wij er ook onder de regering van den
volgenden Hertog, Filips I I , zullen aantreffen. Het gehalte was van 24 grem
fijn zilvers, en er gingen er 432 in de snede of op een mark Trooisch. Het
slaan dezer muntsoort was reeds geoorloofd geworden, volgens art. 10 der Ordonnantie
van Februarij 1520, waar wij lezen:
« Item men sal noch jaerlycx slaen. ende maken in onse voorsz. Munten een
« seecker quantiteyt van Seskens, die loop hebben sullen voor ses myten Vlaems,
i/ Hollantsche penningen van drie myten, körten, ende andere swarte penmn-
» gen, die loop hebben sullen voor twee myten, van sulcken gewichte ende al-
„ loye a ls’t behooren sal, nae advenant van den voete ende waerde der voorsz.
//stuyvers, ende dit omme die commoditeyt ende gherieffelyckheyt van den ge-
« meynen volcke, ende schâmele luyden.»
Volgens bovengenoemde Rekening (Bijlage EE) zijn er van 1 Augustus 1544
tot 29 Maart 1546 van deze muntsoort geslagen 421,915 stuks; tusschen 29
Maart 1546 en 14 Julij 1552 (Bijlage FF) 1,371,222 stuks; eindelijk tusschen
6 Augustus 1552 en 6 Augustus 1558 (Bijlage' GG) nogmaals 1,256,148
s t u k s ; m a a r o n d e r d e z e la a ts te k u n n e n . e r z ie h e e n .a a n ta l, zo o n i e t v e r r e d e
m e e s te , m e t d e n S tem p e l v a n F ilip s H b e v o n d e n h e b b e n ; h e t z o u d e n d a n d ie
z i jn , w a a ro p h ij d e n t i t e l v a n Jiex Angliaß 'v o e rt.
De dusgenaamde »Hollandsche penning* van Karel V voor Gelderland dan
heeft op zijne vz. het Keizerlijke wapenschild met den dubbelenarend. Omschrift:
CAROL • D • G • RO • 1M • HIS • REX.
Op de kz. ziet men een versierd kruis, dat in zijn hart het Geldersche munt-
teeken vertoont. Omschrift:
DA M I IHI VI I RT CO I HOS T.
Dit muntje van Z. B., dat 0,6 w. weegt, is van Z4; waarschijnlijk is het
betrekkelijk groote-aantal in der tijd geslagene exemplaren door veelvuldige af-
slijting eindelijk biiiten gebruik en versmolten geraakt. Het thans afgebeelde
berust in onze verzameling.
Onder N° 11 geven wij den zilveren Carolusgulden (aldus genoemd in tegen-
overstelling van den ganden, Carolusgulden, die ons ook voor Gelderland is voorgekomen
en reeds beschreven is. .
Op dé vz. ziet mien ’sKeizers borstbeeld, met de Keizerlijke kroon versierd,
naar.de régterzijde gekeerd. Omschrift:
CAROLVS :- D • G • ROMA • IMP • HISP • REX • D • GE »
Op ile kz.. rust het wapehschüd (hetwelk wij ireeds vroeger beschreven) op
een gebloemd kruis, waarvan echter alleen de buitenste deelen zigtbsar zijn,
zoodaf Imen een muntkenner moet wezen, om déze uitstekende. deelen voor die
van een kruis te herkennen. Over het algemeen neemt de duidelijke aanwijzmg
van dit Christelijke teeken op de groote munten of het grof geld der zestiende
eeuW^toen door den grooten aanvoer van zilver uit Amerika de grootere munten
zéér ’in omVang en uitgebreidheid toenamén) sterk af. In den rand ziet men
hét Geldersche kruis. Omschrift als op de vorige munten:
DA ° MIHI e n z .
irichk' wobrd virtute zijn de letters: T en E aan elkander gekoppeld.
Het'gewigt is 22,6 wigtje, en de- tegenwoordige wáárde- van dezen Geldersclien
Chrolus öngeveer/1 .8 5 a / l . 90.
Deze muntsoort werd het eerst geslagen volgens Ordonnantie van den 22
23*