
in de munttaal, bl. 267, noot 5; — der
gouden mnnt van Hertogin m a r i a , bl. 92.
Rene van Lotharingen, bl. 189.
Renesse Breidbach (Verzameling van den
Graaf de) , bl* 41. Zijn werk: Histoire
Numismatigue de IAege, bl. 224, 401,
enz.
Renles {Moneta). W a a r sG h ijn l i jk g e b r e k k ig e
s p e l l in g v o o r Venles, b l . 8 8 .
Renloe. Waarschijnlijk fautive lezing op Bene
mnnt vanv Venlo, bl. 41.
Rentmeesters van den Koning, bl. 258.
Requesbns (Don Lots de) , bl. 255.
Reuter (Numismatisch werk van), bl. 884.
Revue de la Numismatique Beige, bl. 82,.
45, 48, 61, 62, 63, 8 6 , 87, 294.
|Reynaldus. Opschrift op mnnten, bl. 28;
op andere Reynauldus, aldaar.
Reynout. Spelling van eenen eigennaam in
het werk van heylen, bl. 48 en volg.
Rhijn (Mr. J. M. v a n ) , Numismaticus te
Zwolle, bl. 482.
Rhijne gulden. Onde naam van den Rijns-
gulden, bl. 56.
Rial of Rozenobel, bl. 896, noot.
Richter. Aanzienlijk ambt in Gelderland,
bl. 1 2 1 .
Bidder (Hertog w i l l e m I tot) geslagen,
bl. 57.
Bidder en, Knapen en Hoofdsteden, bl. 43.
RijcJcsdaeler , vermeld bl. 220.
Rijder van Hertog a a r n o u d {Gouden), bl.
75, 220, 224.
Rijder van silver en. Zie Snaphaan.
Rijders (Geldersche), vermeld bl. 70; Gel-
resche golden i;—, bl. 132, 134, 2 2 0 ,
,224. .
Rijk van Nijmegen, met den burg en de
stad aan Gel/re gehecht, bl. 15.
Rijksappel op de mnnten, bl. 98.
Rijks-Archief van Belgie, bl. 168.
RijJesdaalder ( ? ) v a n k a r e l van Egmond,
bl. 157.
RijksverdeeUng van 870. Hoe het- in deze
met Gelderland ging, bl. 5.
Rijksvorst (De Geldersche Graaf r e i n o u d I
verheven'tot), bl. 20.
RijJcswald (De Graaf van Kleef verkoopt
zijne regten op het) aan r e i n o u d 1 1 , bl.
22.
Rijkszwaard op de mnnten, bl. 98.
Rijn (De). Oude seheiding van Saksen,
Ériezen en Eranken in Gelderland, bl. 8 .
Rijnsc/e of Arnhemsche of goudguldens, bl.
48.
Rijssel. Muntstad van Vlaanderen, bl. 287.
Rijzen van het geld, waardoor znlks veroor-
zaakt wordt, bl. 230.
Ring in de hand van den Yorst, bl. 6.
R o b e r t v a n B e t h u n e , Graaf van Vlaanderen
(Mnnt van), bl. 23, 885.
Robroek. De aanwijzing dezer Limbnrgsche
plaats komt waarschiinliik op eene mnnt
voor, bl. 67.
R o e m e r - B u c h n e r , die Siegel der JDeutschen
Kaiser fye., bl. 435.
Roermonde, door Graaf o t t o I I tot Stad verheven
, bl. 14. Munten in deze stad geslagen
beschreven, bl. 2 2 , 23, 26, 29,
30, 34, 35, 37, 8 8 , 39., 62, 379.
Roermudensi {M[onetaj). Opschrift op eene
hoogst zeldzame mnnt, bl. 30.
Royalen {Halve ziboere), bl. 168.
R o u e (d e ) v a n W i c h e n , Luitenant-Kolo-
nel, Mnntkundige, bl. 6 , 10, 25, 894;
; zijn werkje getiteld: Eenige munten, enz.,
bl. 45.
R o l l i n (De Heer) te Rafijs, Numismati-
cus, bl. 40.
Romeznsche cijfer, bl. 204.
‘en, vroeger ook in Gelder-
>aar, bl. 2 .
Rond wapenschild op mnnten, bl. 93.
RoosbeTcer. Muntsoort, bl. 51.
Roosje (Een) op eene mnnt, bl. 80.
Roover, Is, volgens k i l i a a n , de beteekenis
van het woord Snaphaan, bl. 168.
Rosendaal (Handvest van Hertog w i l l e m I,
gegeven te), bl. 55.
Rosenobels. Mnntsoort, bl. 220, 222; Nij-
meegsche Rosenobels vermeld bl. 256.
Rosetje op eene munt. Zie Roosje.
R u d o l f van Habsburg, Roomsch-Koning,
bl. 20, 263.
Ruiten {.Blaauwe) in het Beijersche wapen,
bl. 70.
Rmtergelden, bl. 106, noot, 418.
Rngters-Rlanh. Welke mnntsoort dit was,
bl. 105. De naam komt misschien van
de ruitergeldèn, bl. 106, noot.
Ruremunde {Munt onder tytel ind wa/pene
van), bl. ì l i ,
Rurmunden. Opschrift op eene zeer onde
Geldersche munt, bl. 28.
S.
Saffoye voor Samoye, bl. 897.
Sahsen. Waar deze in Gelderland woonden ,
bl. 8 ; behielden hunne goederen bij de
verovering des lànds door de Pranken,
bl. 4.
Salische Franken, bl. 85.
Sabuyt. Engelsch-Eransche muntsoort, bl.
220,-223.
Sabou fa c ppbm tmm d/ne. Opschrift op
munten, bl. 89.
Sancì* martiri pabro. Opschrift op munten,
bl. 152.
Sassenaers, Mnntsoort, bl. 411.
S a u l c y ( d e ) , Recherches sur les Monnoyes
de Lorrabne, bl. 189.
Saulderen van mvnt (Straf tegen het), bl. 241.
-Scheidwater, bl.- 215.
Schelde. Benoorden deze rivier woonden oud-
tijds de Eriezen, bl. 3.
Schelling. Zie op Schilbing.
S c h e l t e m a (Een werk van Dr. P.) aange-
haald, bl. 422, noot.
S c h e l t u s . Zie C a u .
Schepenen o f Raden van Geldersche steden
aangesteld tot Waardijnen, bl. 6 6 .
Schepter op eene mnnt, bl. 9, 81.
S o h e r f ( S t e p h a n ) , Muntmeester te Amhem
in 1442, bl. 486.
Schermébeeh (Huis), bl. 143.
SC H E R P E N Z E IL L ( C h a R S E L IS V A N ) , bl. 121.
Schild (?) (Zilveren), bl. 38. Onzekere munt-
naam.
Schild (Oud). Naam eener gonden mnnt,
bl. 56, 267.
Schild met d/rie mispelbloemen, bl. 9; wordt
horizontaal en vertikaal door Graaf Ge r h
a r d III op zijne muntjes gehouden,
bl. 1 2 .
Schild {Gouden). Mnnt van Hertog r e i n
o u d IV, bl. 6 8 ; in een groot deel van
Europa gangbaar geweest, aldaar.
Schildjes (Kleine) in eenen rand op munten,
bl. 32.
Schilling (Berekening bij pond en), bl. 259.
Scilde. Zie Gentsche of Mechgelsche scilde.
Scholaster en tevens Muntwaardijn, bl. 134.
Schoonvorst en Sichem (Munten der Heeren
van), bl. 278.
Schoutambt Zutphen, bl. 8.
Sch/rijver van dit werk (Muntverzameling
van den), bl. 27, 50, 55, 8 8 , enz.
Schroeyen' of schroyen van munten, bl. 225,
241.
Schuytken. Muntsoort, bl. 2 2 0 , 222, 406,
noot.
Selbarnen (Het) of zontbranden,. zonde zij-
nen naam aan Zalt-Bommel gegeven heb-
ben, bl. 35.
Sent Jans misse, bl. 249.
Semente (Munteren van den) van Gelderland,
van Braband, bl. 27.
S e r r u r e (De Hoogleeraar C. P.), Mnntkundige,
bl. 6 , 31, 79, 8 8 , 97, 98, 99,
108, 150, 162, 265, enz. enz.
Seskens, bl. 178, 410.
Sextu . p . . ,r (onduidelijk opschrift op eene
mnnt), bl. 99.
Sichem {Heeren vari). Zie Schoonvorst.
Sicilie (Wapenschild van) op eenen Pronk-
daalder, bl. 198. -
Siegel {Hie) der JDeutschen Kaiser fyc. Zie
op RO EM E R -B iiC H N E R .
S i g i s m u n d (Keizer). Onder dezen, niet onder
k a r e l IY, wordt de dubbele arend
Rijks-wapenschild, bl. 435.
Siboere haboen RhiUppus reaelen peminqhen,
bl. 202. .
Siboere thiende deelen van den silveren Phi-
lippus reael, bl. 205.
Silveren oerd, bl. 874.
S im o n o n (Een muntwerk van), bl. 150.