
// nen Muntmeester, dat van zijnentwege zoude mögen maken goude en zilvere
» geld ende vooreerst een goude penning, geheeten Amhemsche Bhynsgnlden, die
» golden zoude 33 penningen. Noch-een zilvere penning, geheeten een blank,
»waarvan 33 een Rhyne gulden zouden doen; 51 een oud schild en de 17 een
» koopmans gulden [d. i. voorzeker een gulden rekeningmunt of monnoie de compte] ;
»wordende 3 koopmans guldens voor 1 oud schild ofte 3 overlandsche [d. i.
Duitsohe] »Rhynguldens voor 2 oude Schilden gereekend.»
»In een ander oud handvest vinde ik meede dat 1000 oude Schilden maak-
»ten 1650 overlandsche Rhynsguldens. Voorts halve blanken, grootens, halve
ngrootens, Brabandsche, enz.»
Het hier eerstbedoelde stuk is ongetwijfeld de door ons als Bijlage medegedeelde
Muntordonnantie van September 1381, en het laatstbedoelde de commissie aan den
Muntmeester Joost van den Tanerijen (Tauerien ? slichtenhorst vergist zieh dik-
wijls in eigennamen) gegeven, schijnt na slichtenhorst verloren gegaan te zijn.
Onzeker is het, of Hertog Willem immer gouden Schilden naar het voorbeeld
van die des Duitschen Keizers of des Konings van Frankrijk, waarvan hij in
bet Charter spreekt, geslagen heeft ; maar wij hebben van hem nog voorhanden
den Amhemschen Bijnsgulden, afgebeeld op Pl. VI.
Vz. als van de vToeger beschrevene dito munten van Reinoud III en Maria
van Braband, doch thans met het omschrift:
WlBIî : DV>t : GSIiR : Z : COH : 75
Wat dit laatste GOH : 25 zal moeten beteekenen, is tot dus verre onzeker. -
Het gewigt dezer munt bevonden wij in een zeer bngeschonden, d. i, weinig
afgesleten, exemplaar 3 w. 4§ korrels; van een ander 3 w. 2 k. - Deze Rijns-
gulden is niet zeldzaam, ja de meest algemeene van de oudere gouden Gelder-
sche munten vóór Karel van Bgmond.
Wij geven daarom aaffdenzelven slechts de Z'.
De N”. 2, die hoogst zeldzaam is (zie deze munt vermeld in de Reme Belge,
T. IV , page 308), heeft rondom de vz. alleen :
WIDi} • ÖV# • GSBR • Z • GOflî
en om de keerzijde: .
% MOI2©ro25 : 120V25 : D© : KOV75 : M2SGSG
G. weegt 3,5 w. Is van Z®.
Van de zilveren munten, met de enkele titels van Hertog van Gebe en
Graaf van Zutphen, zijn ons stukken van driederlei grootte voorgekomen.
Tot die der eerste grootte {blank of groot geheeten ? blank kwam van monnoie
blanche, groot van monnoie grosse, omdat zij grooter was dan de muntjes van
kleinen omvang, tot dien tijd toe in gebruik; onder de grooten waren de Tour-
nooischen of die van de stad Tours, met Turonus ávis, de oudste) behoort de
munt, afgebeeld op Pl. IV.
Op de vz. ziet men ’sHertogen (de Vorst was in 1378 ook tot Ridder geslagen,
Gedenkwaardigheden, D. I I I , bl. xxxix) tournooihelm, waarop de her-
togelijke kroon en de cimier van paauwvederen (1), aan de beide zijden vastge-
houden door twee gekroonde leeuwen (die van Gelderland en Zutphen ?), in een
compartiment van vier bogen ; alles gelijk wij zulks reeds vroeger beschreven bij
de munt van Hertogin Meehteld, te Huissen geslagen. Omschrift :
, tfr VJlktiQlim Î DVit * GSIiRIS î Z % GOSDIS Î JVftiPIj'
Kz. Ben gebloemd kruis, even als op gemelde munt van Meehteld. Omschrift :
i«'B©H©DIGW î G.VI * VSHim J I % HOilîIH© î DHI
De op Pl. VII, onder N”. 6 , afgebeelde munt verschilt alleen in het omschrift
der kz. van de laatstvorige. Dat omschrift is thans :
* flROI2SrH75 % DQ X OPIDO Î ^SRDSRWIGSDS'
N*. 7 heeft: MOHST25 HOVIM25GISHSIS
N". 8 de fout: i« MOHSW25 en daarna een ander afsoheidingsteeken NOVM125G1SHSDS.
N". 9 is een halve groot en dus de helft der voorgaande. Het omschrift der vz. is :
w iL ^ s b m XD v x Xg s b r i s x z x G o r aXîvroiî
Dat der kz. :
MONGW25 X HOVIM25G1SHSIS
Z. weegt 1,2 w. Is van Z®.
De munt onder-N". 10 afgebeeld heeft:
(1) Deze type komt ook voor op de Hollandsche munten van die dagen. Zie die van
Graaf Willem V (1845—1859) en van Aalbrecht (1359—1404).
8