
Hierop Voigt in het Groot Geld. Placactboock, I). I, op bl. 548 en volg.«De
» Caerte ende Instructie, waer nae de wiSselers hen seien reguleren in ’t coopen
»van de brllioehen ende verboden pennitigén, 8fi seien betalen.just-soe die weer-
i de van dé marck, ohce ende" eHgfel's Mer' geschreven staet, want haeren salaris
./daer inne fregrépen is.» ™
Onder deze vinden wij de Daalders, in den jare 1566 binnen den West-
phaalschen &eits ‘geslagen^’het höogst’geschah;"namelijk het mark.tegen 12
gülden, 13 stiiivers en 39 mijten. -
De ii Däelders van Hüoren, Nymogen, Thorc, Keecum ende Embden» op
11 gulden,'16’ sftiivers en: 11 mijjtsii!- I : > ¡ i : o; e: o
Wij högen de afbeeldingen van eeflaantaldezer munten later medete deelen
in onze Munten der Steden en' HeeTén da» Brdbandien Limburg, en in de
Munten der' Stedénén Heeren vdn Gelderland: - -
De » Daelders geslagen byden Grave van den Berge Oswaldus,» waarvan het
mark geschát werd op 11 gülden,: 8 stuivers en 36 mijten, zijn zoo flink inge-,
trokken eh vernietigd, dat wij thäns YObr geéne / U>0 kans zouden ;zien een
mark derzelve hijeen té breiigen. . ; < ■ avci;
De »Daelders van'Viañen», thans' bijna nog zeldzainer dan de voorgaande,
en door ons af te beeiden in onze Munten der Graven en Gräfinnen, alsmede.
der, Heeren van Holland, Werden in 1571, tijdéns de inwisseling, berfekend op
ebne waarde van 11 gülden, 1 stuiver en 25 mijtcn het mark; en dus ruim 7;stui-
vers minder waarde dan de Zoo even vcnnelde ’R Heerenbergsche Daalders.:
Do » Stucken geslagen by den Gravé van den 'Berge, geteeckent mette chyf-
» ré 24, d5 eén onder !t-Paert etf d’ andere ondér'1 de Wapen»,’zijn Äansü zoo
zeldzaam, dat wij niet weten of er wel Meer dan één oorspronkelijke, zoude te
vinden zijn. De afbeelding gevefi wij wedér in d& Munternder. Steden en Heeren
van Gelderland. — Zij werden’ bérekénd [het schijnt dat de munten in deze
»Caerte» volgéñs d egToOfté'huhner middellijn, en niet volgfens hare betrekke-
lijke waarde gerangschikt zijn] op 11 gülden, 16 stuivers en 44 mijten de mark.
Onder de »Carlyn van Bóilbingnie » meenen wij dat bedoeld is een conter-
feitsel diér munt,' geslagen te Batenburg, en door ons afgebeeld in de reeds
herhaaldé^^ malen vermeide - Mienten der Steden en Heeren van Gelderland.
De vreemde munten, die thans volgen, en heeten: Testons van Vranckryck —
van Portugael van Loreynen, genoempt van ix stuyv., gaan wij kortheids-
halve stilzwijgend voorbij.
De » Carlyn van Vianen», geslagen onder Hendrik van Brederode, moet door
ons achter de Munten der Graven en Gravinncn van Hollqnd medegedeeld worden.
Zij golden 7 gulden,,fl,stuivers en 40 mijten het mark. ,
De « Snaphaenen van Gelder ende Deventer», geldende 9 gulden, 3 stuivers
en 12 myten het mark*, zijn, wat de eerste betreffc,, reeds door ons afgebeeld
op Plaat XYIH; wat de tweede aanbelangt, hopen wij hare afbeelding te geven
in onze Munten der Heeren,, Steden, alsmede van de Brooinde Overijssel.
. iHierop volgen,de »pude France stuyvers, Florets ende Karolus stucken van
» Vranckryck¿¡.nieuwe Fransche stuyvers, geslagen by tyde van Coninck Hen-
»rick, Stucken van vyf St.uyvers, geslagen te Luyck, Camerick en Hoorne.»
Alleen deze laatste hebben betrekking, wat hunne afbeelding betreffc, tot het
ons ten tank gestelde. Die vijfstuiverstukken zijn de dusgenaamde Sprengers,
en körnen voor onder onze teekeninggn, welke wij hopen te zullen bezigen voor
de Munten der Heeren en Steden van. Braband en JAmbwg.
Na vermelding van de:. »Stucken yan vyf Groot, sc«) wel van Luyk als van
»Camerik», alsmede van: «Stucken van Luyk», treffen, wij aan: »Stucken
»gemunt te Emden, oick te Thoren, aen d’ epn syde een Leeuw, en d’ ander
»syde een Arent.» Deze , waarvan de laatste alleen voor onze rekening zullen
komen, golden 8 gülden, 14 stuivers en 32 mijten de mark.
Eindelijk en ten laatste: » noch twee stucken van Thoren, hebbende aen d’ een
»syde 4 Leeuwen<, en.aen d’ andere syde een Marien beeide, d’ Ander stuck
» aen d’ een syde eenen Leeuwe, en aen d’ ander syde een Marien beeide.«
Deze golden 7 gulden, 6 stuivers en 4 mijten de mark. Ook haar zullen wij geven.
Men ziet dus, welk eene verbazende verscheidenheid van munten in die dagen
in Gelderland bestorid.
Aan het eind dezer »Caerte» leest men, hetgeen waarscMjnlijk voor sommi-
gen noodig was te, weten: , •
n’t Is te weten, dat twintigh stuyvers Mer word gereeckent voir eenen gul-
»den, en agt-en. veertigh myten voir eenen stuyver.»