
* MORST22 S ©LBORGQRSIS s
Deze stad, welke, naar men meent, in Julij 1233 door Otto II met stads-
regten begiftigd is geworden, komt ons alleen op deze munt, immers in den
tijd der Geldersche Graven en Hertogen, als muntplaats voor.
Het gewigt is thans 1,3 wigtje, doch zal oorspronkehjk wel 1,5 wigtje ge-
weest zijn. Is van Z3.
Uit hoofde der gelijkheid met de laatst voorgaande zilveren munt van Reinoud
I , meenen wij het zoo even beschreven stuk gerustelijk aan Reinoud II
te kunnen toeschrijven.
N°. 3 heeft op de vz. den gekroonden tweestaartigen leeuw binnen eenen parelcirkel.'
Omschrift :
* SRORST7Î * ljSRD©RWIGlj
Kz. Een Karolingisch kruis, mede binnen eenen parelcirkel.
* RSYR2ÎVLDVS * DVR * GSIiR.
Z. weegt 0,95 w. Is van Z6.
Onder N°. 4 deelen wij een halven denier oí penning van dezen zelfden Her*
tog mede, ons tot dus verre slechts in één exemplaar voorgekomen.
Vz. De klimmende Geldersche leeuw in een parelcirkel. Omschrift:
>5« MORST22 2 ^©RDSRW'
Kz. * RSYRTÏIiDVS • DVR :
rondom een parelcirkel, waarin zieh een hoogst eenvoudig (Karolingisch) kruis
met vier gelijke beenen bevindt.
Z. Het gewigt is 7¿ korrel. Z®.
N”. 5. Afbeelding als voren, doch het omschrift luidt;
►I« MORST25 * G©LRISRGIS
Kz. Weder een Karolingisch kruis.
>£. RROIi' • DVR • GSL' • €CO' ■ SVT
Z. weegt 0,95 w. Z®.
N“. 6 is een zilveren penning of denarius, in de stad Harderwijk geslagen,
Vz. Een klimmende leeuw met dubbelden staart. Omschrift:
•£< RSIR 2 DVR 2 GíjSLRIS 2
K*' Een vierbeenig kruis, dat tot aan den rand der munt reikt. Legende;
SROR I ST22 1 DS Ij I ©RD.
Het gewigt van dit muntstúk (behoorende tot die stukken, waarvan in de
Charters gesproken wordt, als van penningen of kleine penningen, hoedanige er dan
12 x 20 of 240 in een pond (marea, libra) gingen) is even als van N”. 12, dat
te Vollenhove geslagen is, 8 korrels. — Het werd in 1817 te Nijmegen op-
gegraven. Is van Zs.
N \ 7 , geslagen te Harderwijk, heeft op de vz., rondom den gekroonden
leeuw :
>£ RSIR' 2 DVR 2 G^SLRIS 2 G.
Wat deze laatste G beteekènt, betuigen wij niet te weten.
Op dë kz.- staat tusschen de beenen van het kruis :
SROR I ST22 I DS | ©RD
Het gewigt is 8¿ korrels, dus iets minder dan van de N°. 1; waarschijnlijk
wogen zij oorspronkelijk even veel. Is van Zs.
N°. 8 hebben wij willen afbeeiden, omdat het een van de nog voorhandene
echte Stempels afwijkende koper-verzilverde naslag is.
Vz. De gekroonde dubbelstaartige leeuw in een parelcirkel. Omschrift:
RSIR : DVR : G ijS IiR IS :
Kz. Een eenvoudig kruis, dat het Veld der munt in vier gelijke deelen deelt :
SROR I ©T22 H I ©D© [ RWI
K. weegt 0,8 w. Z®.
Uit de verzameling van den Kolonel de r o ije van wichen te Nijmegen.
Wij beeiden in ons Supplement, onder N”. 3 , een denier mede, ons later
in afteekening toegezonden door den Heer e , slangen, wonende op het kas-
teel Aldengoor bij Roermond. Het muntstukje is ;, gelijk Z. E. ons schrijft,
slecht bewaard.
Op de vz. is rondom den leeuw slechts té lézen : :
Í< .R S IR :D . . . . . f t
Op de kz. reikt het kruis, dat de munt:in vier deelen scheidt; tot aan den
rand. Tusschen de beenen vertoonen zieh onduidelijke figuren; één derzelve is
een leeuw. Omschrift: QfiB KT£ HÓÍR
SROR I . T2S I DS R | VRR.
4