
MOHSÍP25 * OS * 25SRHSMSDSIS
welk ellendig Latijn geene verwondering moet baren ; bet komt in vele stukken
der middeleeuwen voor.
De enkele grooten wegen ieder juist 2 w. en zijn van Zs.
Ons zijn, tot dus verre, geene vierendeelen dezer muntsoort voor Nijmegen
voorgekomen, maar ongetwijfeld bebben zij bestaan; zie bet Muntcharter. Deze
soort van kleine munten geraakte het ligtelijkst verloren. Voor e Arnhem echter
beeiden wij zulk een vierendeel af onder N”. 11. De voorzijde. is als der heele
en halve , alleen met uitzondering dat de gecimierde helm met zijne supports
thans niet in een versiersel van vier bogen, maar alleen binnen een parelcirkel
besloten is. Omschrift :
WIIftiSBra X DVX J GSIiR' » .
Op de kz. ziet men een veel minder versierd kruis, dan op de vorige munten
voorkomt; het strekt zieh thans bijkans tot. aan den rand der munt uit.
Omschrift: MOD | SW25 | 25SR j KSM.
Z. weegt 0,5 w. Is van Z5.
Onder N°. 12 en 15 beeiden wij twee geheelen van eene muntsoort af,
die of de groot of de blank der muntordonnantie des Hertogs is; maar wie zal
ons thans zulks mededeelen?
Op de vz. van N\ 12 ziet men .alleen den gekroonden tournooihelm in een
compartiment van zes bogen. Omschrift als vroeger.
Op de kz. vertoont zieh een eenvoudig vierbeenig kruis, tusschen welks bee-
nen de letters der vier hoofdsteden:
25 D B S .
Zijnde de voorletters der woorden: Arnhem, Nijmegen, Boermond en Butphen.
Het omschrift is:
* MODSU25 X DOV25 î OS * 25SRBSMSRSIS.
De munt weegt 2 wigtjes. Is van 2?.
Twee korrels meer dan de helft van dit gewigt bevonden wij dat te zijn van
de onder N°. 13 afgebeelde munt, zijnde de halve der voorgaande. Zij heeft
op de vz. tot omschrift:
* WIIiijSIiM x DVtt X GSBR X Z J COM X 3
Op de kz. staat:
MODSW25 * DOV25 Î OS J 25SRKSMS
Deze munt is van Z3.
N’. 14 is een vierde gedeelte, en héëft op de vz. alleen den Tournooihelm
zonder supports. Omschrift:
i|i WIIifjSIiM : DVX : GSIiRS.
De af beelding der kz. wijkt niet af. Omsehrift:
% MORSTO25 : OS : 25RDSMS.
Z. Wèegt 0,6 w. Is van Z5.
Dë N". 15 verschilt alleen van dé N“.- 12 in het opschrift:
MODST25 î ROV25 X 0 3 X DOV25 X M256SDSIS (sic !)
terwijl het gewigt 22 korrels, en dus iets meer dan van de N°. 12 is , maar
zulks kan aan eenige afslijting vàn deze toegesehréven worden. Is van Zs.
De onder N°. 16 afgebeelde is de helft der vorige munt. Is van Z®.
Misschien bestonden er ook van dezë muntsoort achtete gedeelten. Men ver-
gelijkë het muntjè van Theöderieus, Heer van den Bèrg, in onze Afdeeling :
Miintën dér Geldereche Heeren eit- Steden, en zie ook de Muntordonnantie van
Hertog Willem op : Hollandsche van tmèè pemingen.
WILLEM I , M DE OPVOLGING l \ GIIL1K.
(1393—1402.)
Thans gaan wij over tot de munten van onzen Hertog, geslagen nadat hij,
door het overlijden zijns vàders, dezen in het bewind over het Hertogdom Gulik
was opgevolgd, en dus in ef na het jaar 1393 en voor het einde van 1402
geslagen :
N°. 1 biedt ons eenen Johannes-goudgulden aan; eenè muntsoort, die in de
tweëde helft der veërtiënde eëuw zeer algemeen was, en vroeger reeds in andere
landen voorkömt.
8 *