
 
        
         
		»continuatie  totten  eersten  dagh  van  February  naestcomende,  ende  hoewel wy  
 » t’  elken  reysen  allen  onsen  officiers  ende  di®  van  onsen  vassallen  geordineert  
 » hadden  goet  ende  neerslick  toesicht  te nemen  op  de  overtreders  ende  inbree-  
 » kers  van  onse  voorsz.  moderatie  ende  die  continuatie  van  diere,  des  niet min  
 »zyn  wy  beboirlycken  gemformeert,  dat  des  niet  tegenstaende,  diversche  van  
 »onsen  ondersaten,  coopluyden  ende  andere,  ben  vervoirdert  soude hebb®  ende  
 » als  noch  dagelicx vervoirderen  eenige  van  de voirsz.  goude  penningen  te  bege-  
 »ven  tot hogeren prysen  dan  by  onse  voirsz. moderatie  noch  oock  die  cöntinua-  
 » tien  daer nae  gevolgt  toegelaten  is,  Ende  namentlyck  de  dobbel  Ducutoli,  tot  
 »vier  ponden  vyff scellingen,  die Ducaten  van  Italien,  enz.  enz.  —  Ende  want  
 » onse  leste  continuatie  van  de  voirsz.  moderatie  corts  expireren  sal,  soo  voirsz.  
 » is,  soo  heeft  ons  van  node  gedocht  om  te verhueden  ’t verhoogen  dat  daer uyt  
 » V®  nyeuws  tegens  onsen  voirsz. moderatie  soude mögen  rysen,  sunderlinghe  
 »op  dat  ’t  gemeyn  volck  te bat  gheadverteert  zy  van  den  prys: van  den  gouden  
 » ende  silveren  penningen  begrepen  in  onse  voirgaende  moderatien  van  nyeuws  
 » te  doen  uytroepen  ende publiceren,  Die  specificatie  van  de voirschreve goude  
 » ende  silveren  penningen,  mitsgaders  van  den prys  ende  loop  van  dien,  ende  
 »met  eenen  wegen  deselve  onse  voirsz.  moderatie  voor  eenen  anderen  behoor-  
 »lycken  tyt  ende  termyn  te  continueren,»  —.waarop  dan  het  besluit  volgt; na  
 rijpen  rade  genomen,  —  » dat  de  permissie  ende  ordinantie  van den  jaere  acht  
 »en  veertigh,  aengaende  den  loop  van  de munten,  effeetivelyeken  geobserveert  
 » ende  onderhouden  worde,  Ende  daer  en  boven  hebben  wy geordineert  ende  
 »gestatueert —  voer  den . tyt  ende  termyn  voorsz.  dat  die  goude  ende  silvere  
 » penningen  hier na genoemt  in, onsen  Landen van herwerts overe ontfangen ende  
 » uytgeven  sullen  worden  yoor  den  prys  ®de  alsoe  hier nae  volgt.  Te wetene  
 «de  dobbelde  Ducaten  ten  pryse  van  enz.  enz.//  -;‘ 
 En  hiema volgt  eene  optelling  van  een  aantal  vreemde  (SpaaUsche,  Portugee-  
 sche,  Italiaansche,  Duitsçhe,  Engelsche,  Schotsohe  en  andere)  en Nederland-  
 sche gouden en zilveren muntsoorten, die ook in Gelderland voor de daarbij uitge-  
 drukte waarde geldig zouden zijn,  en  het bevel  dat men ze in geen geval voor hoo-  
 geren  prijs  zoude  mögen  uitgeven.  Ook  werd  het  verbod  tegen  den  omloop  
 V®  vreemde  Daalders  bij  de  zelfde  Ordonnantie  ten  strengste  hemieuwd.  — 
 Ten  slotte  werd,  na  eene  hevige  klagt  over  het  snoeijen  van  het  gouden  en  
 zilveren  geld  en  het  verminderen  van  deszelfs gewigt  door het  »wasschen  mit  
 sterck  water,  eyment  oft  anderssins»  —  zoodanige  handelwijs  op  zware  straffen  
 verboden. 
 DE  MENTEN  DER  LOTHARINGSCHE  PRETENDENTEN. 
 Niet  omdat  het  Geldersche  munt  was,  maar  omdaf  de  Yorsten,  die  de  stuk-  
 ken  lieten vervaardigen,  ook den titel en  het wapen  van  den Hertog  van Gelderland  
 voerden,  geven  wij  op  de  Platen XXI,  XXII  en XXIII  de  munten  der  
 Hertogen van  Lotharingen,  die,  als afstammelingen v®  Philippa v® Gelre (1 ),  
 gehuwd  geweest  met  René  van  Lotharingen,  aan  Karel V  het  Hertogdom Gelderland  
 betwistten. 
 Een  groot  deel  dezer munten  ontleenden wij  aan  de  saulcy’s  bekend  werk:  
 Recherches  sur  les  Monnayes  des  Ducs  héréditaires  de  Lorraine  (Metz  1841),  
 maar  ook  een  ander  groot  deel  a®  de  Kabinetten  der Heeren  kber,  strickbr  
 en  MEiJER,  alsmede  a®  onze  eigene  verzameling. 
 In  het  algemeen  zij  hier  gezegd  (w®t  wij  willen  al  de  door  ons  afgebeelde  
 munten  niet  beschrijven,  dewijl  zulks  nuttelooze  moeite  zoude  zijn,  aangezien  
 de  munten  met  tot  het  Geldersche  muntstelsel  in  betrekking  staan),  dat wij  
 die  munten  v®  de  Vorsten  of liever  Hertogen  van Lotharingen :  Anthony  (na  
 1540),  Frans  I  (1544—1545),  Nicolaas  v®  Vaudemont,  als  voogd van  den  
 mindeijarigen Karel III (1545—1555), en van Karel III zelven, na zijne meerder-  
 jarigheid,  die  in  1555  voorviel,  tot  aan  het jaar  der Pacificatie  van  Gend,  de  
 eindpaal voor  onzen  arbeid; —  dat,  zeggen wij,  wij  alleen  die munten  hebben  
 afgebeeld,  die  of het  enkele wapenschild van  Gelderland,  of alleen  den  titel van  
 dat  Hertogdom,  of wel  wapenschild  en  titel  beide  vertoonen. 
 (1)  Deze  was  eene dochter van  Hertog Adolf en Katharina van  Bourbon,  en  znster van  
 den beroemden. Karel  van Egmond,  die  in  I5S8  kinderloos  overleden was.  Zeer goede be-  
 rigten  omtrent  Bend, Hertog  van Lotharingen,  enz.  enz.  vindt men  in  de laatste  octavo  
 uitgave  van  VArt  de  vérifier  les  dates,  T.  XHI,  p.  411—413.