
last] »weerdyn van der munte » [deze bewaarde, onder toezigt der Generaalmeesters,,
de Stempels der muntspeciën, ontving ze telkens bij nieuwe aanmaak
van den ijzersnijder of graveur, en leverde ze, des noodig, aan den meester
particulier; na gemaakt gebruik nam hy ze weder in bewaring; overigens bad
hij mede het toezigt in de Munt, en was tegenwoordig bij het openen der
munthussen] »assejeur» [deze onderzocht de gemunte stukken, die van iedere
afzonderlijke muntsoort uit de bus kwamen] »munten» [deze sk>eg de munt-
specien met den munthamer; zij worden ook wel eens muntkneckten, gezellen en
knapen genoeind, wanneer ze nog jong in het vak waren; hun getal, dat vroe-
ger doorgaans zeer aanzienlijk was, vooral in magtige Bijken, bedroeg in Gelderland,
gelijk wij boven bl. 126 en elders gezien hebben, onder Karel van Eg-
mond slechts een getal van drie] ii off andere, in syn huys off andersins en sal
» mögen hebben smeltovens om gout off silver te smelten off assay te doen,
» ende indien ymant deselve heeft, dat hy die van stonden aen affbreecke,
»behalven die goutsmèden in hun winckelen, om hen dapr mede te behelpen
»in ’t stuck ende exercitie van hun ambaght, ende niet vorder, ordonnerende
» dat alle die assayen ofte smeltingen van gout pff silver gedaen sullen worden
»ter plaetse van onse munte, op peene daer aff arbitralicken ghestraft te
« worden.»
Niet alleen moest dit plakaat afgekondigd worden, overal en op de wijze vroe-
ger reeds meermalen door ons vermeld, maar nu komt er nog bij : » doende
» oock ’t inhouden » [d. i. den inhoud] v van dese uytroepen ende publiceeren
»op de vierhoecken ende kruysstraten van elcker Stadt, op dat ’t gemeyn
»volck daer van te beter beright ende geadverteert magh worden.» — Zie
verder ’Gröot Geld. Placaetboeck, D. I , bl. 438.
Gelijk wij boven reeds zeiden, de tijdsomstandigheden schijnen niet gedoogd
te hebben, dat in de Hertogelijke munt een genoegzaam aantal kleine munt-
stukken voor den omloop in Gelderland (even min als in andere Gewesten) ver-
vaardigd werd; ja men was er, blijkens de Muntmeestersrèkening LL, zelfs nog
niet mede begonnen. Wij vinden de bevestiging hiervan in een plakaat, gegeven
te Brussel, den 26 Mei 1571, en laten den hoofdinhoud van dit stuk hier volgen :
»Edel Wel Geboren lieve besundere, Al eest soe dat wy sedert die publi-
»catie van ’t 'leste placcaet op ’t stuck, van den. silvere munte der. vreemde
»Landen, in date van den -1weeden dag der maent van Martio lest-leden» [het
stuk draagt echter het jaartal 1570 , hetgeen aan het. beginnen des jaars met
Paschen moet toegesehreven worden] » seer.. expresselicken belast ende bevolen
»hadden, in aller diligentie» [van daar misschien de ruwe ep siechte bewer-
king dezer stukken ; men zie ze diplomatisch naauwkeurig afgebeeld op onze
Plaat XXVIII, onder N" 40 en 41] »klein gelt te doen munten.van synre
»Conincklycke Majesteyts-slage.om’t gemeine volck te gerieven ende accom-
»modeeren, ende den selven goede munte te doen hebben in plaetse van de
»gene die verboden en voor billoen verklaert is , Des niet-tegenstaende-soe men
» tot nogh toe sidcke quantiteyt niet heeft kunnen slaen ende munten, dat die
«totte notigheyt ende-gebpuick van ’t gemein volk genoegsaem soude moegen
» wesen, ende dat daer overe die. executie van ’t voorschreven placcaet tegen-
»woordelick te sèer swaer ende diffiGiel soude vallen, hebben wy uyt sonder-
« linge gratie ende in consideratie van dien, op de remonstrantie ende versuek
ii aen ons gedaen by eenige van de Staten ende Landen van herwertsovere,
»sunderling van de geene die naest de kontieren gelegen syn » [en onder. deze
behoort Gelderland in de eerste plaats] » verlengt ende verlengen voor dese'reyse
»alleenlieken die executie van ’t selve placcaet, voor die gehele maent van Junio
» naestkomende totten «ersten dag van Julio exclusivelicken, binnen welcke .ty-
»den wy alle goede ordre stellen sullen., om in aider manière klein munte te
«doen slaen, die men in eleke Provintie verdeilen sal by de wisselers, die aldaer
»gesonden sollen worden ten selven effecte/» -[men bezigde dus toen niet, gelijk
in onze dagen bij de Hermünting het geval Was, de hoofd-ontvangers qm nieuwe
kleine (en ook grootefe) munt onder het volk te verspreiden], «Ende om die
»voorschreven vreemde munte ende billoen te wisselen te minste schade, fret
» ende intrest van de gemeinte als ’t doenlick wert nae uytwysen van de instnic-
» tien die sy mit hen brengen sulleh, op dat men eens soude mögen remedieren
»tot abuysen, ende synder voörschreven Majesteyts ordonnantie doen effectue-
»ren, Uw versueckende daeromme en niet min, in naem ende van wegèu der
» selver Majesteyt ordonneerende wel ernstelicken, dat gy van stonden aen nae
»den ontfanck van desen onsen voorschreven prorögatie voor eenrc maent soe
31*