
Op de vz. ziet men öp eeñ sebild den leeuw van Brunswijk (?), waarvan het
wapenscMIdje van Zutphen afhangt. Omschrift, na het Geldersche kruis:
£BOB' * BOVK ¿VrKPfyKBG'
Op de kz. rust het Geldersche wapenschild op een fraai gebloemd krliis.'
Omschrift:
K'iB | GOG I G * L |
Z. weegt 2,6 w. Een piedfart van deze groot berust op het Munt- en Ben-
ningkabinet der Leidsche Hoogesohoöl. Is van Z5.
N” 2 en 3 zijn beide grooten; de eerste in 1478, de tweede in 1480 op den
naam van Karel van E g m o n d geslagen, te dier tijde nog slechts elf en dcrtien
jaren oud. Beiden hehben op hare voorzijde het Gelderseh-Guliksche wapenschild,
waarboven zieh eene kleine ster vertoont. In den rand staat, na het,
Geldersche kruis:
j IJKROIi * DV« * GSIi í IVIi í Z J GO % Í
De kz. hevat een versierd. kruis, tusschen welks vier beenen zieh even zoo
vele Ieeuwen bevinden. Het omschrift van N 2 is:
KBBO * j a m t m I J GGGG : | li**VIII
Van de N° 3 :
KBBO # | OBI # ÍB I # GGGG | L « « « #
• Het gewigt van ulk van beide is 2,35. wigtje, eu hare Z5.
Wij ontleenden N" 2 aan de verzameling des Heeren o. k e e r te Amsterdam;.
N”; 3 aan het. Koninklijk Kabine.t .te. ’s Gravenhage en aan de verzamehng desi
Heeren j . van dam dwz., te Rotterdam.
N” 4 is een klein muntje, waarschijnlijk ter waaxde van een negenmanneke
geslagen, Vz.. Het; Geldersche wapenschild. Omschrift:
>£, JBOB » BOVK* KSRBS (IBS)
Kz. Een zeer eenvoudig kruis, dat het veld in vier gelijke deelen deelt.
Tusschen elk deel ziet men eene letter,: üitmakendé:
K . © R B
In den rand- Ístaat: . .
* IB | BOM I IBS * D | OMI.
Z. B. weegt 0,5 w. en is van Z?. i Berust in onze verzameling.
N’ 5 (die wij eigenlijk N° 8 hadden moeten noemen) is een stukje voor oüs
van enzekere beteekenis. Op de vz. ziet men het Geldersche wapenschild, om-
ringd door vier kleinere sehildjes,:als van Arnhem,,Zutphen en Roermond ((terwijl
het onderste niet dat van Nijmegen, maar wel een dusgenaamd phantasie-
wapentje schijnt te zijn). Op de kz. staat:
KR
Ii« « « II.
Dit stukje, dat van K. is en 0,26 w. weegt, ons slechts eenmaal voorgeko-
men, was misschien een muntgewigtje. Het berust, voor zoo verre ons bekend
is, alleen in de verzameling van Professor b a a r t d e i , a e a i l l e te Groningen.
Heeft het ook eenige betrekking tot de Rekenkamer van Maximiliaan ( v a n
m i e r i s , D. I , bl. 498) ?
N° 6 is aan N“ 4 gelijk, met uitzonderingdaarvan, rdat zieh als'sieraad op
de vz. boven het wapen een cirkeltje vertoont. Het omschrift luidt:
¿fr m o b s t k b o v .k g s l
Op de kz. ziet men weder tusschen de beenen van het kruis:
K © R B
En in den rand:
¿fr IB | BOM I IB© I DOM
Z. B. weegt 0,4 w. Is van Z5. en aan onze verzameling entleend.
N° 7 heeft op dé vz. alleen éénen leeuw in het wapenschildje, Omschrift:
B ¿fr SBOBSTK BOVK GSIiR'
Op de kz. ziet men tusschen de beenen van het kruis niets, doch in den
rand staat:
IB B I OMI I B© ( DBI.
Dit muntje van K. B. weegt 0,3 w. Wij zagen het nergens anders dan in
onze eigene verzameling.
N" 8 eindelijk heeft op de vz. eenen lossen gekroonden leeuw, naar de lin-
kerzijde gekeerd, hinnen eenen parelrand. Omschrift:
¿fr SBOBS * BOVK * KSR
Op de kz. wordt mede tusschen de beenen van het eenvoudige kruis niets
gezien, doch in den rand staat: